Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 december 2015 in de zaak tussen
[eiser], eiser, V-nummer [v-nummer]
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
tot wijziging van de Vw 2000 ter implementatie van de Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PbEU 2013, L 180) en Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PbEU 2013, L 180) zoals gepubliceerd in Staatsblad (Stb) 2015, nr. 292(hierna: de Wijzigingswet) luidt:
beschermingsverzoekendie zijn ingediend voor 20 juli 2015. In de nationale overgangsregeling is de eerbiedigende werking evenwel beperkt tot
aanvragen waarop reeds een besluit is genomen. In de memorie van toelichting bij de Wetswijziging (Tweede Kamer der Staten Generaal, vergaderjaar 2014-2015, 34 088, nr. 3, p. 56) is opgenomen dat voor deze beperking is gekozen om te voorkomen dat tot lang na inwerkingtreding met twee verschillende wettelijke kaders zou moeten worden gewerkt. De rechtbank stelt vast dat dit een argument van praktische aard is en dat niet wordt ingegaan op de betekenis van deze keuze voor de rechten van degenen die om internationale bescherming verzoeken.