ECLI:NL:RBDHA:2015:10161
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verweigerde kinderbijslag op basis van verblijfstitel en Zambrano-arrest
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 augustus 2015 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van kinderbijslag aan eiseres, die geen verblijfsvergunning had. Eiseres, met de [X] nationaliteit, verbleef bij haar tante in [plaats 1] en had een aanvraag voor een verblijfsvergunning ingediend, die was afgewezen. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had besloten dat eiseres met ingang van het eerste kwartaal 2014 geen recht had op uitkering op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) omdat zij niet rechtmatig in Nederland verbleef. Eiseres voerde aan dat haar kind, dat de Nederlandse nationaliteit had, feitelijk gedwongen zou worden om Nederland te verlaten als zij geen verblijfsrecht kreeg, en deed een beroep op het Ruiz Zambrano-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet had aangetoond dat de ontzegging van verblijf zou leiden tot een situatie waarin haar kind feitelijk gedwongen zou worden om het grondgebied van de Unie te verlaten. De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve beletselen waren voor de vader van het kind om voor het kind te zorgen, en dat de detentie van de vader buiten het relevante beoordelingstijdvak viel. De rechtbank verwierp ook het beroep op het Alokpa-arrest, omdat de situatie wezenlijk anders was. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.