ECLI:NL:RBDHA:2014:9913
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot afwijzing verblijfsvergunning asiel op grond van onvoldoende motivering van geloofwaardigheid van bekering tot het christendom
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juni 2014 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, een Iraanse nationaliteit, tegen het besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke was afgewezen met een inreisverbod van twee jaar. Eiser stelde dat hij was bekeerd tot het christendom en dat hij gevaar liep in Iran als afvallige. De rechtbank oordeelde dat de verweerder onvoldoende had gemotiveerd waarom de bekering van eiser niet geloofwaardig was, ondanks de verklaringen van een theoloog en geestelijke die de bekering ondersteunden. De rechtbank vond dat het op de weg van de verweerder lag om voldoende draagkrachtig te motiveren waarom hij de verklaringen van eiser en de geestelijke niet geloofwaardig achtte. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de eerdere uitspraak in acht moest worden genomen. Tevens werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 974,-.