ECLI:NL:RBDHA:2014:919
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Proceskostenvergoeding voor het verschijnen op de hoorzitting door de gemachtigde in belastingzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 januari 2014 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie betreffende de proceskostenvergoeding voor het verschijnen van de gemachtigde van eiser tijdens een hoorzitting. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Westland, die de waarde van de onroerende zaak had vastgesteld op € 192.000. Na bezwaar werd deze waarde verlaagd naar € 172.000, maar de kosten voor de gemachtigde die de hoorzitting bijwoonde, werden niet vergoed. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en de uitspraak op bezwaar vernietigd voor zover het de vergoeding van proceskosten betreft. De rechtbank oordeelde dat de gemachtigde, hoewel hij tijdens de hoorzitting niets heeft gezegd, wel degelijk rechtsbijstand heeft verleend door de hoorzitting voor te bereiden en aanwezig te zijn. De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 243 voor het bijwonen van de hoorzitting en veroordeelde de verweerder tot betaling van de proceskosten aan eiser. De rechtbank benadrukte dat de hoeveelheid zaken die op de hoorzitting zijn behandeld geen reden is om van de forfaitaire proceskostenvergoeding af te wijken. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.