ECLI:NL:RBDHA:2014:5518
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- R.C.H.M. Lips
- J.P.F. Slijpen
- S.E. Postema
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag vennootschapsbelasting en liquidatieverlies in het kader van aandelenfusie
In deze zaak heeft eiseres, een belanghebbende in X BV, een beroep ingesteld tegen een aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2007. Eiseres had een liquidatieverlies van € 8.833.787 aangegeven, maar de inspecteur van de Belastingdienst heeft dit verlies buiten aanmerking gelaten op basis van artikel 13i van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb). De rechtbank heeft vastgesteld dat artikel 13i niet met terugwerkende kracht in werking is getreden en dat er geen overgangsrecht is, waardoor het niet van toepassing is op de aandelenfusie die vóór 1 januari 2001 heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van artikel 13d van de Wet Vpb zoals dat gold tot 1 januari 2001. De rechtbank oordeelde dat de bepaling slechts van toepassing was als artikel 14b, vijfde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 werd toegepast, wat in dit geval niet is gebeurd. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat het liquidatieverlies van eiseres in aanmerking moet worden genomen, en dat de aanslag vennootschapsbelasting tot nihil moet worden verminderd. Eiseres had ook verzocht om integrale vergoeding van de proceskosten, maar dit verzoek werd op feitelijke gronden afgewezen. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd en het verlies vastgesteld op € 7.677.305, met een proceskostenvergoeding van € 1.218 voor eiseres.