ECLI:NL:RBDHA:2014:3926

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 april 2014
Publicatiedatum
1 april 2014
Zaaknummer
997106-10
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling echtpaar voor fraude met persoonsgebonden budget en witwassen

Op 1 april 2014 heeft de Rechtbank Den Haag een echtpaar veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1,5 jaar onvoorwaardelijk wegens fraude met persoonsgebonden budgetten (PGB) en witwassen. De rechtbank oordeelde dat de thuiszorgorganisatie, geleid door het echtpaar, voor minstens € 600.000 had gefraudeerd met PGB's, waarbij het geld werd witgewassen door vastgoed op Curaçao aan te kopen en salarissen van de echtelieden te betalen. Het echtpaar had ook een valse geldleningsovereenkomst opgesteld om de onttrokken gelden een legitiem karakter te geven. De rechtbank stelde vast dat het echtpaar misbruik had gemaakt van het vertrouwen van zorgafhankelijke mensen en gemeenschapsgeld, wat het sociale voorzieningenstelsel ondermijnde. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden, en oordeelde dat de tenlastelegging voldoende duidelijk was. De rechtbank concludeerde dat het echtpaar meermalen valsheid in geschrift had gepleegd en een gewoonte had gemaakt van witwassen. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende was onderbouwd.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer 09/997106-10
Datum uitspraak: 1 april 2014
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1961 te [geboorteplaats],
adres: [adres 1].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 25 mei 2012 en 18 maart 2014.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. M. Erskine en P. van de Kerkhof en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. J.P. Plasman, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Stichting Cross Care,
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 19 oktober 2010
te Den Haag, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal
een groot aantal verantwoordingsformulier(en) Persoons Gebonden Budget -
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (PGB-AWBZ),
waaronder
1. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 1] over de verantwoordingsperiode 18-3-2008 tot 30-6-2008,
ondertekening d.d. 31 juli 2008 (DOC/051-18), en/of
2. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 1] over de verantwoordingsperiode 01-07-2008 tot en met
31-12-2008, ondertekening d.d. 10-01-2009 (DOC/051-21), en/of
3. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 2] over de verantwoordingsperiode 01-07-07 tot 31-12-07,
ondertekening d.d. 8-01-08 (DOC/053-13), en/of
4. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 2] over de verantwoordingsperiode 01-01-08 tot 30-06-2008,
ondertekening d.d. 31-7-2008 (DOC/053-14), en/of
5. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 3] over de verantwoordingsperiode 01-04-2007 tot en met
31-12-2007, ondertekening d.d. 07-01-2008 (DOC/057-17), en/of
6. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder [budgethouder 3]
over de verantwoordingsperiode 01-01-2008 tot 30-06-2008, ondertekening
d.d. 08-08-2008 (DOC/057-29), en/of
7. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 4] over de verantwoordingsperiode 09-04-2007 tot en met
31-12-2007, ondertekening d.d. 13-07-2008 (DOC/054-23), en/of
8. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 4] over de verantwoordingsperiode 01-01-2008 tot en met
30-06-2008, ondertekening d.d.10-01-2009 (DOC/054-24), en/of
9. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 5] over de voorschotperiode 4-5-2007 tot en met 31-12-07,
ondertekening d.d. 13-03-2008 (DOC/058-09), en/of
10. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 5] over de verantwoordingsperiode 01-01-08 tot en met 30-06-08,
ondertekening d.d. 01-08-08 (DOC/058-10), en/of
11. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 6] over de verantwoordingsperiode 01-07-2008 tot en met 31-12-2008,
ondertekening d.d. 07-04-2009 (DOC/062-18), en/of
12. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 6] over de verantwoordingsperiode 12-3-08 tot en met 30-06-08,
ondertekening d.d. 01-01-08 (DOC/062-20), en/of
13. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 7] over de verantwoordingsperiode 01-07-07 tot 01- -07, ondertekening
d.d. 8-01-08 (DOC/063-56), en/of
14. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 7] over de verantwoordingsperiode 01-01-08 tot 30-06-08, ondertekening
d.d. 01-08-2008 (DOC/063-59/60), en/of
15. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 8] over de verantwoordingsperiode 01-07-07 tot 31-12-07,
ondertekening d.d. 8-01-08 (DOC/072-38), en/of
16. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 8] over de verantwoordingsperiode 01-07-2008 tot en met
31-12-2008, ondertekening d.d. 09-04-2009 (DOC/072-41),
zijnde (telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs
van enig feit te dienen,
(telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt of vervalst, en/althans valselijk
heeft/hebben doen opmaken en/of doen vervalsen,
immers heeft/hebben genoemde rechtspersoon en/of haar mededader(s)
(telkens) valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
- op voornoemde verantwoordingsformulier(en) (telkens) (een) andere
bedrag(en) vermeld en/of laten vermelden dan waarvoor in werkelijkheid zorg
was verleend, en/of
- op voornoemde verantwoordingsformulier(en) (telkens) (een) ander(e)
zorgvorm(en) vermeld en/of aangekruist en/of laten vermelden en/of
aankruisen dan in werkelijkheid was/waren verleend, en/of
- op voornoemde verantwoordingsformulier(en) (telkens) (een) zorgvorm(en)
vermeld en/of aangekruist en/of laten vermelden en/of aankruisen, die in
werkelijkheid in zijn geheel niet, althans niet voor het volledige bedrag
zoals genoemd in dat/die verantwoordingsformulier(en), heeft/hebben
plaatsgevonden en/of is/zijn verleend,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst
te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafba(a)r(e) feiten verdachte
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden
gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij,
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 19 oktober 2010
te Den Haag, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal
een groot aantal verantwoordingsformulier(en) Persoons Gebonden Budget -
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (PGB-AWBZ),
waaronder
1. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 1] over de verantwoordingsperiode 18-3-2008 tot 30-6-2008,
ondertekening d.d. 31 juli 2008 (DOC/051-18), en/of
2. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 1] over de verantwoordingsperiode 01-07-2008 tot en met
31-12-2008, ondertekening d.d. 10-01-2009 (DOC/051-21), en/of
3. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 2] over de verantwoordingsperiode 01-07-07 tot 31-12-07,
ondertekening d.d. 8-01-08 (DOC/053-13), en/of
4. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 2] over de verantwoordingsperiode 01-01-08 tot 30-06-2008,
ondertekening d.d. 31-7-2008 (DOC/053-14), en/of
5. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 3] over de verantwoordingsperiode 01-04-2007 tot en met
31-12-2007, ondertekening d.d. 07-01-2008 (DOC/057-17), en/of
6. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder [budgethouder 3]
over de verantwoordingsperiode 01-01-2008 tot 30-06-2008, ondertekening
d.d. 08-08-2008 (DOC/057-29), en/of
7. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 4] over de verantwoordingsperiode 09-04-2007 tot en met
31-12-2007, ondertekening d.d. 13-07-2008 (DOC/054-23), en/of
8. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 4] over de verantwoordingsperiode 01-01-2008 tot en met
30-06-2008, ondertekening d.d.10-01-2009 (DOC/054-24), en/of
9. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 5] over de voorschotperiode 4-5-2007 tot en met 31-12-07,
ondertekening d.d. 13-03-2008 (DOC/058-09), en/of
10. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 5] over de verantwoordingsperiode 01-01-08 tot en met 30-06-08,
ondertekening d.d. 01-08-08 (DOC/058-10), en/of
11. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 6] over de verantwoordingsperiode 01-07-2008 tot en met 31-12-2008,
ondertekening d.d. 07-04-2009 (DOC/062-18), en/of
12. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 6] over de verantwoordingsperiode 12-3-08 tot en met 30-06-08,
ondertekening d.d. 01-01-08 (DOC/062-20), en/of
13. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 7] over de verantwoordingsperiode 01-07-07 tot 01- -07, ondertekening
d.d. 8-01-08 (DOC/063-56), en/of
14. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 7] over de verantwoordingsperiode 01-01-08 tot 30-06-08, ondertekening
d.d. 01-08-2008 (DOC/063-59/60), en/of
15. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 8] over de verantwoordingsperiode 01-07-07 tot 31-12-07,
ondertekening d.d. 8-01-08 (DOC/072-38), en/of
16. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 8] over de verantwoordingsperiode 01-07-2008 tot en met
31-12-2008, ondertekening d.d. 09-04-2009 (DOC/072-41),
zijnde (telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs
van enig feit te dienen,
(telkens) valselijk heeft opgemaakt of vervalst, en/althans valselijk heeft
doen opmaken en/of doen vervalsen,
immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s)
(telkens) valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
- op voornoemde verantwoordingsformulier(en) (telkens) (een) andere
bedrag(en) vermeld en/of laten vermelden dan waarvoor in werkelijkheid zorg
was verleend, en/of
- op voornoemde verantwoordingsformulier(en) (telkens) (een) ander(e)
zorgvorm(en) vermeld en/of aangekruist en/of laten vermelden en/of
aankruisen dan in werkelijkheid was/waren verleend, en/of
- op voornoemde verantwoordingsformulier(en) (telkens) (een) zorgvorm(en)
vermeld en/of aangekruist en/of laten vermelden en/of aankruisen, die in
werkelijkheid in zijn geheel niet, althans niet voor het volledige bedrag
zoals genoemd in dat/die verantwoordingsformulier(en), heeft/hebben
plaatsgevonden en/of is/zijn verleend,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst
te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2.
zij,
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van april 2007 tot en met april 2010
te Den Haag, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of (een) ander(en), althans alleen,
- een geldleningovereenkomst overeengekomen tussen [medeverdachte] en Stichting
Cross Care d.d. 1 april 2007 voor een bedrag van 475.000 euro (DOC/128)
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig
feit te dienen,
valselijk heeft/hebben opgemaakt of vervalst, en/althans valselijk
heeft/hebben doen opmaken en/of doen vervalsen,
immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s)
valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
- een fictieve geldleningovereenkomst opgemaakt en/of op laten maken, en/of
- bovengenoemde geldleningovereenkomst voorzien van een te vroege datum en/of
doen en/of laten voorzien van een te vroege datum,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst
te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
zij,
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 19 oktober 2010
te Den Haag, in elk geval in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen
meermalen, althans eenmaal,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s)
(telkens) (een) charta(a)l(e) of gira(a)l(e) en/of contant(e) geldbedrag(en)
van totaal 708.679,35 euro (zaaksdossier witwassen), althans (een)
geldbedrag(en),
verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet,
en/althans gebruik gemaakt van dit/deze charta(a)l(e) of gira(a)l(e)
geldbedrag(en),
terwijl voornoemde persoon en/of haar mededader(s) wist(en) dat dit/deze
geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit enig(e)
misdrijf/misdrijven;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 19 oktober 2010
te Den Haag, in elk geval in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen
meermalen, althans eenmaal,
schuldig heeft gemaakt aan schuldwitwassen,
immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s)
(telkens) (een) charta(a)l(e) of gira(a)l(e) en/of contant(e) geldbedrag(en)
van totaal 708.679,35 euro (zaaksdossier witwassen), althans (een)
geldbedrag(en),
verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet,
en/althans gebruik gemaakt van dit/deze charta(a)l(e) of gira(a)l(e)
geldbedrag(en),
terwijl voornoemde persoon en/of haar mededader(s) hadden moet(en) vermoeden
dat dit/deze geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren
uit enig(e) misdrijf/misdrijven.

3.Voorvragen

De geldigheid van de dagvaarding
3.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de dagvaarding, voor zover die betrekking heeft op de zinsnede zoals deze onder feit 1 als volgt is opgenomen: “
een groot aantal waaronder”, nietig verklaard dient te worden. Hij heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat slechts een klein gedeelte van de PGB-houders, die het beheer over hun persoonsgebonden budget aan de stichting Cross Care (hierna: Cross Care) hadden overgedragen, is onderzocht en dat de resultaten van dat onderzoek niet representatief zijn voor alle cliënten van Cross Care en derhalve niet naar hen kunnen worden geëxtrapoleerd. Immers, van de twintig onderzochte cliënten zijn er om onduidelijke reden uiteindelijk acht in de tenlastelegging opgenomen. Deze verschillen zodanig van elkaar en van de overige cliënten van Cross Care dat niet gezegd kan worden dat dit een afspiegeling is van alle cliënten van Cross Care.
3.2
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het openbaar ministerie heeft zich op het standpunt gesteld dat hoezeer de cliënten ook van elkaar verschillen, zij allen gemeen hebben dat er sprake is van een voorschotbedrag dat is uitbetaald aan Cross Care.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van artikel 261, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) behelst de dagvaarding een opgave van het feit dat ten laste wordt gelegd met vermelding omstreeks welke tijd en waar ter plaatse het begaan zou zijn. Het tweede lid voegt daaraan toe dat de dagvaarding tevens de vermelding behelst van de omstandigheden waaronder het feit zou zijn begaan.
Bij de uitleg van deze bepaling moet men voortdurend in het oog houden dat centraal staat of de verdachte zich op basis van de tenlastelegging goed kan verdedigen. Ook voor de rechter moet de tenlastelegging begrijpelijk zijn. De eis van ‘opgave van het feit’ wordt zo uitgelegd dat het geheel in de eerste plaats duidelijk en begrijpelijk moet zijn, in de tweede plaats niet innerlijk tegenstrijdig moet zijn en in de derde plaats voldoende feitelijk moet zijn.
Uit de jurisprudentie volgt dat bij de beoordeling van een nietigheidsverweer ten aanzien van de dagvaarding een aantal factoren dient te worden meegewogen. Eén van die factoren is de vraag of er bij verdachte bij kennisneming van het strafdossier redelijkerwijs twijfel kan bestaan welke specifieke gedragingen haar worden verweten. Een andere factor die moet worden meegewogen is dat in de bewoordingen van de tenlastelegging besloten kan liggen wat het voorwerp van het strafrechtelijk onderzoek vormt.
De rechtbank is, anders dan de raadsman van verdachte, van oordeel dat voldoende duidelijk is wat verdachte wordt verweten en voorts dat de dagvaarding ook voor het overige voldoet aan de daartoe in artikel 261 Sv gestelde vereisten. Op basis van het onderliggende proces‑verbaal van de SIOD en de in de tenlastelegging opgenomen feitelijke gedragingen kan naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam worden vastgesteld op welke feiten of gedragingen de officier van justitie bij het opstellen van de dagvaarding het oog heeft gehad.
Het verweer van de verdediging dat de dagvaarding ten aanzien van feit 1 partieel nietig moet worden verklaard, wordt dan ook verworpen.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding en vaststellingen die niet tussen partijen ter discussie staan. [1]
Het persoonsgebonden budget (PGB) is een tegemoetkoming in de (on)kosten die voortvloeien uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Elke ingezetene in Nederland die door ziekte, ouderdom of handicap zorg nodig heeft komt via de AWBZ in aanmerking voor een PGB. Met een PGB krijgt de aanvragen een bepaalde hoeveelheid geld, waarmee hij of zij zelf zorg inkoopt. Binnen de AWBZ wordt onderscheid gemaakt in een aantal zorgaanspraken, ook wel zorgfuncties genoemd, waaronder:
  • Persoonlijke verzorging (PV)
  • Verpleging (VP)
  • Ondersteunende begeleding (OB)
  • Activerende begeleiding (AB)
  • Kort verblijf (KV)
Buiten bovenstaande zorgfuncties kent men ook nog de zorgfunctie Huishoudelijke verzorging (HV). Deze valt met ingang van 2007 niet meer onder de AWBZ, maar onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Binnen een PGB kan ook aanspraak gemaakt worden op alle eerdergenoemde zorgfuncties.
De PGB-houder kan ook een bemiddelingsbureau inschakelen. Cross Care is zo´n bemiddelingsbureau.
Op 23 september 2009 heeft [benadeelde] namens CZ Zorgkantoren aangifte gedaan van PGB‑fraude door Cross Care. Cross Care is een thuiszorgorganisatie die zich richt op de verzorging van thuiswonende zorgbehoevende mensen met veelal psychiatrische problematiek. Cross Care is blijkens informatie afkomstig van de Kamer van Koophandel in 2005 opgericht door [verdachte]. [2] [medeverdachte], echtgenoot van [verdachte], heeft sinds de oprichting van Cross Care verschillende bestuursfuncties binnen Cross Care vervuld en was op 18 oktober 2010 bestuurder. [3] [verdachte] en [medeverdachte] waren volgens eigen zeggen de feitelijk leidinggevenden van Cross Care. [verdachte] was onder meer verantwoordelijk voor de intake van de cliënten, de zorgplannen en de inzet van personeel (hierna ook zorgverleners). [medeverdachte] was onder meer verantwoordelijk voor de facturatie en de uitbetaling van de lonen. [4] Voormalig werkneemsters [getuige 1] [5] , [getuige 2] [getuige 3] [6] en [getuige 4] [7] bevestigen dat [verdachte] en [medeverdachte] de feitelijke leiding hadden bij Cross Care. Bovendien is ter zitting aangegeven dat [verdachte] en [medeverdachte] de ‘motor’ achter Cross Care waren.
Het Centrum voor Indicatiestelling Zorg nam de indicatiebesluiten, waarbij de zorg – de typen zorg, de klasse en het aantal uren - werd toegekend. Op basis van die indicatiebesluiten (en zorgplannen) nam het Zorgkantoor de toekenningsbeschikkingen, waarin de hoogte van het PGB stond vermeld.
Het totale cliëntenbestand van Cross Care bestond uit ongeveer 348 cliënten. In november 2008 had Cross Care ongeveer 200 cliënten. [8]
[budgethouder 1] [9] , [budgethouder 2] [10] , [budgethouder 3] [11] , M. [budgethouder 4] [12] , [budgethouder 5] [13] , [budgethouder 6] [14] , [budgethouder 7] [15] en [budgethouder 8] [16] hebben Cross Care gevolmachtigd om het totale PGB bedrag op rekening 3671950 van Cross Care te laten storten. Daarnaast staat in die volmachten vermeld dat Cross Care alle administratieve handelingen overneemt en zorg zal dragen voor een vlot verloop van betaling, verantwoording en levering van de zorg.
[getuige 1] heeft verklaard dat zij de uren die door de medewerkers van Cross Care werden gewerkt, telde voor de salarisadministratie. Deze uren werden volgens [getuige 1] niet gebruikt voor de facturatie. [getuige 1] stelde de facturen op aan de hand van de bedragen die in de toekenningsbeschikkingen van het Zorgkantoor werden genoemd. Zij deelde het bedrag door 52 weken en vervolgens door het uurtarief voor de verschillende zorgfuncties. [17]
[medeverdachte] heeft verklaard dat Cross Care geen zorgsoort TV (Tijdelijk verblijf) verleende. [18]
Zaaksdossier [budgethouder 1]
heeft verklaard dat zij in 2007 en 2008 drie keer per week, gedurende twee uren per keer, hulp in de huishouding kreeg van Cross Care. Daarnaast kreeg zij van Cross Care elke vrijdag medicijnen gebracht voor de hele week. [19]
In de administratie van Cross Care is opgenomen dat over de periode van januari 2008 tot en met december 2008 in totaal 329,63 uren zijn besteed aan OB (9.624,33 minuten) en PV (1.005,00 minuten) ten behoeve van [budgethouder 1]. [20]
Cross Care heeft over de periode van 31 maart 2008 tot en met 31 december 2008 in totaal € 16.385,50 gefactureerd aan [budgethouder 1] voor 539,50 uren zorg bestaande uit OB‑ALG/PV/VP. [21]
Op een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ van budgethouder [budgethouder 1] over de verantwoordingsperiode van 18 maart 2008 tot en met 30 juni 2008 staat vermeld dat er door de budgethouder € 5.881,80 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist PV (Persoonlijke verzorging), VP (Verpleging), OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren) en TV (Tijdelijk verblijf). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 31 juli 2008. [22]
Op een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 1] over de verantwoordingsperiode van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2008 staat vermeld dat er € 10.500,00 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist PV (Persoonlijke verzorging), VP (Verpleging) en OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 10 januari 2009. [23]
[getuige 1] heeft verklaard dat, voordat zij bij Cross Care wegging, zij heeft berekend dat er in 2008 € 7.388,50 in plaats van €16.076,92 aan [budgethouder 1] had moeten worden gedeclareerd en dat ze dat had opgeschreven in het schriftje dat in de boekhouding van Cross Care is gevonden. [24] De SIOD concludeert dat Cross Care op basis van de werkelijk door haar aan [budgethouder 1] verleende zorg in 2008 € 7.635,98 aan [budgethouder 1] had mogen factureren. [25]
Zaaksdossier [budgethouder 2]
heeft verklaard dat hij in 2007 en 2008 met [budgethouder 7] en [budgethouder 8] samenwoonde en dat zij gezamenlijk vijf dagen per week, drie of vier uur per keer, huishoudelijke hulp kregen en dat er dan ook voor hen werd gekookt. [budgethouder 2] werd niet begeleid naar doktersbezoeken. [budgethouder 2] kreeg ook geen ondersteunende begeleiding en evenmin persoonlijke verzorging. Hij kreeg alleen zorg in de vorm van huishoudelijke verzorging. [budgethouder 2] heeft nooit facturen van Cross Care ontvangen en hij weet niet wat verantwoordingsformulieren zijn. [26]
[getuige 5] heeft verklaard dat zij in opdracht van Cross Care zes dagen per week, vier uur per keer, huishoudelijke verzorging in ‘huize [budgethouder 7]’ verrichtte. Zij besteedde hooguit een kwartier per dag per PGB-houder aan ondersteunende begeleiding. [27]
[getuige 6] werkte van 2007 tot en met 2009 bij Cross Care. Toen [getuige 5] wegging bij Cross Care is [getuige 6] begonnen met het verzorgen van [budgethouder 7] en haar huisgenoten. In het begin kwam zij vijf dagen per week langs, twee uren per keer, en op woensdag vier uren. Zij maakte schoon en kookte dan. Als [getuige 6] op een dag langskwam, dan kwam er niemand anders van Cross Care langs. [28]
Op grond van de urenregistratie en de verklaring van [getuige 5] werden in 2007 61,50 uren en in 2008 15,75 uren aan zorg in de vorm van OB-ALG (Ondersteunende begeleiding algemeen) verleend aan [budgethouder 2]. [29]
Cross Care heeft over de periode vanaf 1 maart 2007 tot en met 31 december 2007 in totaal € 19.683,63 gefactureerd voor wat betreft aan [budgethouder 2] verleende zorg, bestaande uit 552,50 uren OB-ALG en 186,75 uren PV [30] .
Cross Care heeft over de periode vanaf 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 in totaal € 18.263,70 gefactureerd voor wat betreft aan [budgethouder 2] verleende zorg, bestaande uit 562,25 uren OB-ALG en 165,75 uren PV. [31]
Op een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ van budgethouder [budgethouder 2] over de verantwoordingsperiode van 1 juli 2007 tot en met 31 december 2007 staat vermeld dat er € 12.288,38 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist PV (Persoonlijke verzorging) en OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 8 januari 2008. [32]
Op een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ van budgethouder [budgethouder 2] over de verantwoordingsperiode 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2008 staat vermeld dat er € 12.175,80 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist PV (Persoonlijke verzorging) en OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 31 juli 2008. [33]
[getuige 1] heeft verklaard dat aan [budgethouder 2] zeventien uren per week werden gefactureerd terwijl in werkelijkheid vijftien uren zorg aan de drie bewoners gezamenlijk werden verleend. [34]
De SIOD concludeert dat door Cross Care op basis van de werkelijk door haar aan [budgethouder 2] verleende zorg in 2007 € 1.629,75 (61,50 uren OB-ALG) aan [budgethouder 2] gefactureerd had mogen worden. Voor 2008 was dat € 1.248,75 (voor OB-ALG). [35]
Zaaksdossier [budgethouder 3]
heeft verklaard dat zij in 2007 en 2008 één dag per week, twee of drie uur per keer, huishoudelijke hulp kreeg. Daarnaast kreeg [budgethouder 3] elke dag medicijnen en werd zij één keer per week thuis met een busje opgehaald en naar haar werk gebracht. [budgethouder 3] heeft verder verklaard dat zij geen dagdelen begeleiding heeft ontvangen. [36] werd niet geholpen met bijvoorbeeld haren wassen of kleding wassen. [37]
Cross Care heeft over de periode vanaf 8 januari 2007 tot en met 31 december 2007 in totaal € 29.414,10 gefactureerd voor 1.091,90 uren aan [budgethouder 3] verleende zorg. Cross Care heeft over de periode vanaf 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 voor in totaal € 17.215,44 gefactureerd voor 552 uren aan [budgethouder 3] verleende zorg. [38]
Op een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 3] over de verantwoordingsperiode van 1 april 2007 tot en met 31 december 2007 staat vermeld dat er € 22.557,30 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist VP (Verpleging), OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren) en OB-D (Ondersteunende begeleiding in dagdelen). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 7 januari 2008. [39]
Op een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ van budgethouder [budgethouder 3] over de verantwoordingsperiode van 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2008 staat vermeld dat er € 13.753,00 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist VP (Verpleging), OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren) en OB-D (Ondersteunende begeleiding in dagdelen). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 8 augustus 2008. [40]
De SIOD concludeert dat door Cross Care op basis van de werkelijk door hen aan [budgethouder 3] verleende zorg in 2007 € 5.601,06 (225,25 uren) aan [budgethouder 3] gefactureerd had mogen worden. Voor 2008 was dat € 5.612,87 (176,13). [41]
Zaaksdossier [budgethouder 4]
heeft verklaard dat hij in 2007 en 2008 twee dagen per week, twee of drie uur per keer, huishoudelijke hulp kreeg. Daarnaast kreeg [budgethouder 4] ook voor geen klein gedeelte persoonlijke verzorging. Hij heeft blanco verantwoordingsformulieren ondertekend. Er kwam maximaal één keer per dag een medewerker van Cross Care bij hem langs. [budgethouder 4] heeft verklaard, geconfronteerd met de door Cross Care namens hem ingediende verantwoordingsformulieren, dat er door Cross Care zorg is gedeclareerd gedurende zijn vakantie in 2008 terwijl er toen geen zorg is verleend. [budgethouder 4] heeft verder verklaard dat hij geen ondersteunende begeleiding algemeen (OB ALG) heeft ontvangen van Cross Care. [42]
Cross Care heeft over de periode vanaf week 15 tot en met week 52 in 2007 in totaal € 6.014,25 gefactureerd voor 222,75 uren aan [budgethouder 4] verleende zorg, bestaande uit OB-ALG. Cross Care heeft over de periode vanaf 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 voor in totaal € 5.196,70 gefactureerd voor 179,50 uren aan [budgethouder 4] verleende zorg. [43]
Op een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 4] over de verantwoordingsperiode van 9 april 2007 tot en met 31 december 2007 staat vermeld dat er € 6.013,00 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist VP (Verpleging) en OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 13 juli 2008. [44]
Op een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 4] over de verantwoordingsperiode 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2008 staat vermeld dat er € 2.885,00 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist VP (Verpleging) en OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 10 januari 2009. [45]
De SIOD concludeert dat huishoudelijke verzorging vergoed werd in het kader van de Wmo en niet op grond van de AWBZ. De werkelijke zorg die ten behoeve van [budgethouder 4] in het kader van de AWBZ door Cross Care werd verleend was in 2007 10,94 uren OB en 6 uren PV = € 451,91. In 2008 was dat 48,94 uren OB en 6 uren PV = € 1.458,91. [46]
Zaaksdossier [budgethouder 5]
heeft verklaard dat hij in 2007 en 2008 drie dagen per week, een uur per keer, huishoudelijke hulp kreeg. [budgethouder 5] heeft blanco formulieren getekend. [47]
Cross Care heeft over de periode vanaf week 18 tot en met week 52 in 2007 in totaal €22.698,55 gefactureerd voor 169,75 uren aan [budgethouder 5] verleende zorg bestaande uit 169,75 uren OB-ALG, 175 uren HV, 175 uren PV en 280 uren PV. Cross Care heeft over de periode vanaf 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 in totaal € 24.707,00 gefactureerd voor aan [budgethouder 5] verleende zorg bestaande uit 595,50 uren OB-ALG/VP, 168,50 uren OB-ALG / VP weekend en 140 uren OB-ALG. [48]
Op een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 5] over de verantwoordingsperiode van 4 mei 2007 tot en met 31 december 2007 staat vermeld dat er € 22.050,02 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist HV (Huishoudelijke verzorging), PV (Persoonlijke verzorging) en VP (Verpleging). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 13 maart 2008. [49]
Op een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 5] over de verantwoordingsperiode van 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2008 staat vermeld dat er € 15.369,90 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist PV (Persoonlijke verzorging), VP (Verpleging) en OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 1 augustus 2008. [50]
De SIOD concludeert dat de werkelijke zorg die ten behoeve van [budgethouder 5] in het kader van de AWBZ door Cross Care werd verleend in 2007 105 uur HV was waarvoor €2.047,50 mocht worden gedeclareerd. In 2008 viel HV niet onder de AWBZ en is er geen andere zorg door Cross Care aan [budgethouder 5] verleend. [51]
Zaaksdossier [budgethouder 6]
heeft verklaard dat hij in de periode van 12 maart 2008 tot en met 31 december 2008 twee uren per week zorg in de vorm van HV (1 uur en drie kwartier) en OB (een kwartier) ontving. [52]
Cross Care heeft over de periode vanaf week 11 tot en met week 52 in 2008 in totaal € 12.868,42 gefactureerd voor aan [budgethouder 6] verleende zorg bestaande uit 310,5 uren OB‑ALG en 157,4 uren PV. [53]
Op een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 6] over de verantwoordingsperiode van 1 juli 2008 tot en met 31 december 2008 staat vermeld dat er € 6.270,50 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist PV (Persoonlijke verzorging) en OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 7 april 2009. [54]
Op een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 6] over de verantwoordingsperiode van 12 maart 2008 tot en met 30 juni 2008 staat vermeld dat er € 6.597,92 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist PV (Persoonlijke verzorging) en OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 1 januari 2008. [55]
De SIOD concludeert dat de werkelijke zorg die ten behoeve van [budgethouder 6] in het kader van de AWBZ door Cross Care werd verleend in 2008 10,75 uur OB/ALG was waarvoor € 290,25 mocht worden gedeclareerd. [56]
Zaaksdossier [budgethouder 7]
heeft verklaard dat zij in 2007 met [budgethouder 2] en [budgethouder 8] in hetzelfde huis woonden en dat zij alle drie zorg kregen van Cross Care. De werkzaamheden van Cross Care bestonden uit het verrichten van vijf dagen per week, vier uren per keer, huishoudelijke werkzaamheden en een praatje. Persoonlijke verzorging deden ze zelf. [budgethouder 7] deed zelf boodschappen en medicatie kreeg ze van Parnassia. Ze heeft geen verpleging of persoonlijke begeleiding gehad. [57]
[getuige 5] heeft verklaard dat zij in opdracht van Cross Care zes dagen per week, vier uur per keer, huishoudelijke verzorging in ‘huize [budgethouder 7]’ deed. Zij besteedde hooguit een kwartier per dag per PGB-houder aan ondersteunende begeleiding. [58]
[getuige 6] werkte van 2007 tot en met 2009 bij Cross Care. Toen [getuige 5] wegging bij Cross Care is [getuige 6] begonnen met het verzorgen van [budgethouder 7] en haar huisgenoten. In het begin kwam zij vijf dagen per week langs, twee uren per keer en op woensdag vier uren. Zij maakte schoon en kookte dan. Als [getuige 6] op een dag langskwam, kwam er niemand anders van Cross Care langs. [59]
Cross Care heeft over de periode vanaf week 11 tot en met week 52 in 2007 in totaal € 6.792,50 gefactureerd voor aan [budgethouder 7] verleende zorg, bestaande uit 113 uren OB‑ALG, 80 uren PV en 45,50 uren VP.
Cross Care heeft over de periode vanaf week 11 tot en met week 17 in 2008 in totaal € 3.944,00 gefactureerd voor aan [budgethouder 7] verleende zorg, bestaande uit 62 uren OB‑ALG, 42 uren PV en 32 uren VP. [60]
Op een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ van budgethouder [budgethouder 7] over de verantwoordingsperiode van 1 juli 2007 tot en met 01 2008 staat vermeld dat er € 4.641,00 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist PV (Persoonlijke verzorging) VP (Verpleging) en OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 8 januari 2008. [61]
Op een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ van budgethouder [budgethouder 7] over de verantwoordingsperiode van 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2008 staat vermeld dat er € 3758,30 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist PV (Persoonlijke verzorging) VP (Verpleging) en OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 1 augustus 2008. [62]
De SIOD concludeert dat de werkelijke zorg die ten behoeve van [budgethouder 7] in het kader van de AWBZ door Cross Care werd verleend in 2007 51 uren OB/ALG (waarvan 10,5 uren in het weekend) was waarvoor € 1.741,05 mocht worden gedeclareerd. In 2008 waren dat 15,75 uren OB/ALG waarvoor € 425,25 mocht worden gedeclareerd. [63]
Zaaksdossier [budgethouder 8]
heeft verklaard dat hij met [budgethouder 2] en [budgethouder 7] in hetzelfde huis woonde en dat zij alle drie zorg kregen van [getuige 5] van Cross Care. De werkzaamheden van [getuige 5] bestonden uit het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden, gedurende vijf dagen per week, vier uren per keer. Ze ging ook mee naar doktersafspraken. Persoonlijke verzorging deed hij altijd zelf. [64]
[getuige 5] heeft verklaard dat zij in opdracht van Cross Care zes dagen per week, vier uur per keer, huishoudelijke verzorging in ‘huize [budgethouder 7]’ deed. Zij besteedde hooguit een kwartier per dag per PGB-houder aan ondersteunende begeleiding. [65]
[getuige 6] werkte van 2007 tot en met 2009 bij Cross Care. Toen [getuige 5] wegging bij Cross Care is [getuige 6] begonnen met het verzorgen van [budgethouder 7] en haar huisgenoten. In het begin kwam zij vijf dagen per week langs, twee uren per keer en op woensdag vier uren. Zij maakte schoon en kookte dan. Als [getuige 6] op een dag langskwam, dan kwam er niemand anders van Cross Care langs. [66]
Cross Care heeft over de periode vanaf week 10 tot en met week 52 in 2007 in totaal € 16.707,14 gefactureerd voor wat betreft aan [budgethouder 8] verleende zorg bestaande uit 630,45 uren OB-ALG.
Cross Care heeft over de periode vanaf week 1 tot en met week 52 in 2008 in totaal € 30.295,50 gefactureerd voor aan [budgethouder 8] verleende zorg bestaande uit 954,50 uren OB‑ALG en 156 uren PV. [67]
Op een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ van budgethouder [budgethouder 8] over de verantwoordingsperiode van 1 juli 2007 tot en met 31 december 2007, staat vermeld dat er € 10.231,00 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 8 januari 2008. [68]
Op een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ van budgethouder [budgethouder 8] over de verantwoordingsperiode 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2008 staat vermeld dat er € 15.132,00 aan de zorgverlener is betaald. Bij de soort hulpverlening is aangekruist OB-U (Ondersteunende begeleiding in uren) en TV (Tijdelijk verblijf). Het verantwoordingsformulier is ondertekend op 1 augustus 2008. [69]
De SIOD concludeert dat de werkelijke zorg die ten behoeve van [budgethouder 8] in het kader van de AWBZ door Cross Care werd verleend in 2007 61 uren OB/ALG was. Daarnaast mocht er vanwege een vanuit 2006 doorlopende indicatiestelling voor HV 295,50 uren HV worden gedeclareerd. In totaal mocht er € 7.392,00 worden verantwoord bij het Zorgkantoor. In 2008 waren dat 61,50 uren OB/ALG waarvoor € 1.660,50 mocht worden gedeclareerd. [70]
Gewoontewitwassen
Over de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008 heeft Cross Care in totaal € 1.570.642,27 aan PGB-gelden van zorgkantoor Haaglanden ontvangen. [71]
In 2007 en 2008 heeft Cross Care bij elkaar in totaal 23.238,99 uren meer gefactureerd dan dat er uren zijn uitbetaald aan de werknemers (met uitzondering van [getuige 1] en [verdachte]) van Cross Care. [72] Uit onderzoek naar de administratie van Cross Care volgt dat er voor ongeveer 70% zorg werd besteed aan OB-ALG en PV. Het gemiddelde door Cross Care gehanteerde uurtarief voor deze zorg was € 27,- Het wederrechtelijk verkregen voordeel op grond hiervan is € 627.452,73. [73] Op basis van de in de administratie van Cross Care aangetroffen werklijsten waarop de verleende zorguren van de werknemers werden bijgehouden is het wederrechtelijk verkregen voordeel berekend op € 1.094.952,06. [74]
In de periode van 1 januari 2007 tot en met 7 oktober 2010 zijn van de bankrekening van Cross Care betalingen verricht naar personen en bedrijven op Curaçao dan wel zijn pinopnames op Curaçao gedaan voor een bedrag van in totaal € 447.364,07. In dezelfde periode is van de bankrekening van Cross Care een bedrag van in totaal € 261.023,86 naar medeverdachte [medeverdachte] overgemaakt en € 209.689,40 naar verdachte [verdachte]. [75]
Geldleningsovereenkomst
Getuige [getuige 7], die de jaarrekening over 2008 van Cross Care heeft opgesteld, heeft verklaard dat hij op 25 maart 2010 niet de beschikking had over een fysieke administratie. In september 2010 heeft [medeverdachte] hem documenten gegeven ten behoeve van de jaarrekening 2008. Deze bescheiden zijn in beslag genomen, [76] waaronder een geldleningsovereenkomst. [77] In het document [78] waarboven staat vermeld Geldleningsovereenkomst is het volgende vermeld:
De ondergetekenden:
[medeverdachte],
hierna te noemen de schuldenaar
en
Stichting Cross Care, gevestigd [adres 2] in deze rechtsgeldig
vertegenwoordigd door [betrokkene 1] en [betrokkene 2]
hierna te noemen de Schuldeiser
verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
1. De Schuldeiser verstrekt aan de Schuldenaar ter leen een bedrag van €475.000, zegge:
(vierhonderd en vijfenzeventig duizend euro, welk bedrag (hierna: de hoofdsom) de Schuldenaar aanvaart. De Schuldeiser stelt de hoofdsom op 1-4-2007 aan de schuldenaar ter beschikking al dan niet in termijnen.
2. De Schuldenaar zal over de hoofdsom of het restant daarvan een rente verschuldigd zijn van 5 procent per jaar. De rente vervalt jaarlijks op 31 december, voor de eerste keer op 31 december 2007 over het als dan verstreken tijdvak.
3. De Schuldenaar moet de hoofdsom, kosten en de rente in 60 maandelijkse termijnen aflossen, zijnde € 9.885,- zegge: negenduizend achthonderd en vijf en tachtig euro, voor de eerste maal op 1 januari 2010, voor de twee maal op 1 februari 2010 en zo verder.
(…)
Aldus opgemaakt en getekend, te Den Haag op 1 april 2007.
Het document is ondertekend door [medeverdachte], [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. Bovengenoemd document is ook in digitale vorm [79] in de administratie van Cross Care aangetroffen. Bij de documenteigenschappen van het digitale bestand van voornoemd document staat vermeld ‘creation date 13 juli 2009’. [medeverdachte] heeft verklaard dat hij een geldleningsovereenkomst had met Cross Care en dat die was opgesteld met betrekking tot de gelden die naar Curaçao zijn gegaan. Daarnaast verklaarde hij dat de datum van opmaak niet juist was, omdat deze overeenkomst niet op 1 april 2007 werd opgemaakt. [80]
Over bovengenoemde feiten, waarvan onderdelen in de tenlastelegging zijn terug te vinden, heeft ter terechtzitting geen discussie plaatsgevonden. De rechtbank is van oordeel dat deze feiten als vaststaand kunnen worden aangemerkt en dat de tenlastelegging in zoverre wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank grondt dat oordeel op de redengevende inhoud van de bewijsmiddelen waarnaar in de voetnoten is verwezen.
De rechtbank ziet zich kort gezegd voor de vraag gesteld of verdachte als feitelijk leidinggever van Cross Care met [medeverdachte] valse verantwoordingsformulieren PGB heeft opgemaakt. Voorts dient te worden beoordeeld of zij een valse geldleningsovereenkomst hebben opgemaakt en of zij geld hebben witgewassen.
3.2
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie achten wettig en overtuigend bewezen dat verdachte hetgeen aan haar onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de feiten 1 en 3. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ter onderbouwing heeft de raadsman ten aanzien van feit 1 aangevoerd dat de verantwoordingsformulieren correct zijn ingevuld. Immers, in die formulieren wordt gevraagd naar de gedeclareerde zorg en niet naar de verleende zorg. Op de verantwoordingsformulieren zijn de bedragen en de zorgsoorten ingevuld en aangekruist overeenkomstig de onderliggende facturen, zodat van valsheid geen sprake is.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman aangevoerd dat op basis van de onderzochte gevallen het witwasbedrag niet geëxtrapoleerd mag worden van de acht onderzochte zaaksdossiers naar alle klanten van Cross Care, omdat de onderzochte zaken niet, althans niet gebleken representatief zijn voor alle cliënten van Cross Care. Daarnaast is niet duidelijk welk gedeelte van het naar Curaçao overgemaakte geld mogelijk uit misdrijf afkomstig was. Mogelijk was het deel dat naar Curaçao is gegaan niet substantieel genoeg.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
Feit 1 valsheid in geschrift verantwoordingsformulieren
Uit verklaringen van getuigen volgt dat op de door Cross Care opgemaakte facturen ten behoeve van haar cliënten, zoals die hiervoor zijn genoemd, meer zorg en/of andere, duurdere zorgvormen waren vermeld dan in werkelijkheid was verleend. Als gevolg daarvan werd een te hoog bedrag in rekening gebracht. Daarmee staat de valsheid van de facturen vast. Omdat Cross Care op basis van deze facturen, namens haar cliënten, de verantwoordingsformulieren heeft opgesteld, staat daarmee ook de valsheid van deze verantwoordingsformulieren vast. De rechtbank volgt de raadsman dus niet in zijn betoog dat hetgeen in de tenlastelegging staat vermeld niet kan leiden tot een bewezenverklaring. De verantwoordingsformulieren dienen als basis voor de definitieve vaststellingsbesluiten PGB van het Zorgkantoor. Doel en strekking van deze formulieren binnen het maatschappelijk verkeer (de systematiek van PGB‑verlening) is dan ook dat zij voor alle betrokkenen als bewijs dienen voor de hoeveelheid geld die is besteed aan
daadwerkelijkverleende zorg. De verantwoordingsformulieren doen dat niet en zijn daarom vals. Nu als onweersproken is komen vast te staan dat verdachte en medeverdachte feitelijk leiding gaven aan Cross Care, hebben zij (ook) feitelijk leidinggegeven aan bovenstaande werkzaamheden binnen Cross Care.
De tenlastelegging heeft betrekking op valsheid in geschrifte
waarondereen aantal specifiek genoemde verantwoordingsformulieren. De rechtbank dient derhalve te beoordelen of de valsheid zich uitstrekt over meer dan de acht in de tenlastelegging genoemde gevallen.
Uit het dossier volgt dat Cross Care meer verantwoordingsformulieren heeft vervalst dan op de tenlastelegging feitelijk omschreven staan. Blijkens het dossier bestond de voornaamste inkomstenbron van Cross Care uit de vergoedingen die zij ontving voor gefactureerde zorg. In de periode 2007 en 2008 heeft Cross Care bij elkaar in totaal 23.238,99 uren meer gefactureerd dan zij hebben uitbetaald aan de werknemers. Het gemiddelde door Cross Care gehanteerde uurtarief voor deze zorg is berekend op € 27,-. Uit de berekening van het SIOD volgt dat over de jaren 2007 en 2008 in totaal € 627.452,73 teveel aan verleende zorg is gefactureerd. Dit bedrag overstijgt ruimschoots het bedrag dat is gefactureerd voor op de in de tenlastelegging met name genoemde cliënten. Dit betekent dat het niet anders kan zijn dan dat Cross Care meer valse verantwoordingsformulieren heeft opgemaakt en bij het Zorgkantoor heeft ingediend dan de acht met name genoemde gevallen.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte meermalen valsheid in geschrift heeft medegepleegd.
Feit 2 valsheid in geschrift geldleningsovereenkomst
Uit de verklaringen van [verdachte] en [medeverdachte] en uit het dossier volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de reden van het opmaken van de geldleningsovereenkomst er in was gelegen om reeds aan Cross Care onttrokken gelden een ogenschijnlijk legitieme titel toe te kennen. Dit met het oog op het in orde maken van de boekhouding van Cross Care om de rechtsvorm om te zetten van een stichting naar een besloten vennootschap. De geldleningsovereenkomst is ruim een jaar na de in de geldleningsovereenkomst zelf genoemde datum opgemaakt. Reeds vanwege de antedatering is sprake van een vals document. De rechtbank leidt uit het voorgaande bovendien af dat het niet de intentie van partijen is geweest dat [medeverdachte] dit bedrag zou terugbetalen aan Cross Care. Naar het oordeel van de rechtbank ontbeert het in de boekhouding opgenomen document waarboven staat vermeld ‘geldleningsovereenkomst’, derhalve alle realiteit en is het valselijk opgemaakt door [verdachte] en [medeverdachte].
Feit 3 gewoontewitwassen
De rechtbank merkt eerst op dat in situaties, waarin het gaat om vermogen dat gedeeltelijk en/of middellijk van misdrijf afkomstig is, een onbegrensde wetstoepassing niet in alle gevallen strookt met de bedoeling van de wetgever. Daarom moet worden aangenomen dat bepaald gedrag onder omstandigheden niet als witwassen kan worden gekwalificeerd. Daarbij kan in de beoordeling worden betrokken of sprake is van:
- een geringe waarde van het van misdrijf afkomstige vermogensbestanddeel dat met een op legale wijze verkregen vermogen vermengd is geraakt, al dan niet in verhouding tot de omvang van het op legale wijze verkregen deel;
- een groot tijdsverloop tussen het moment waarop het van misdrijf afkomstige vermogensbestanddeel is vermengd met het legale vermogen en het tijdstip waarop het verwijt van witwassen betrekking heeft;
- een groot aantal of bijzondere veranderingen in dat vermogen in de tussentijd;
- een incidenteel karakter van de vermenging van het van misdrijf afkomstige vermogensbestanddeel met het legale vermogen.
(Hoge Raad in het arrest van 23 november 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BN0578).
In onderhavige zaak is geen sprake van een van de hierboven beschreven situaties of een daaraan gelijk te schakelen situatie. Immers, Cross Care had als enige inkomstenbron de gelden die zij voor het verlenen van zorg ontving. De tenlastelegging ziet op de periode van 1 januari 2007 tot en met 19 oktober 2010. Cross Care had in de periode 2007 en 2008 aan inkomsten € 1.570.642,27. Daarvan is een bedrag van tussen de € 627.452,73 en €1.094.952,06 niet verantwoord op basis van salaris of werklijsten, dan wel op enige andere wijze. Verdachte noch de medeverdachte heeft een aannemelijke verklaring gegeven voor het verschil tussen de inkomsten voor zorg en de uitgaven aan daadwerkelijk verleende zorg. Op basis daarvan stelt de rechtbank vast dat een zeer substantieel deel van de inkomsten van Cross Care afkomstig was uit misdrijf.
De rechtbank merkt vervolgens op dat voor bewezenverklaring van witwassen sprake moet zijn van gedragingen die meer omvatten dan het enkele voorhanden hebben van die gelden en die gericht zijn op, of het karakter hebben van, een daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van die gelden. Daarmee wordt mede beoogd te voorkomen dat een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die de door dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of onder zich en dus voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig maakt aan het witwassen van die voorwerpen. (Zoals laatstelijk herhaald door de Hoge Raad 25 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:702).
Zoals hiervoor is overwogen heeft Cross Care – onder leiding van [verdachte] en [medeverdachte] – valsheid in geschrifte gepleegd. De gelden die hierdoor door Cross Care werden verworven zijn naar de bankrekening van Cross Care overgemaakt. Op dat moment had Cross Care de gelden voorhanden die afkomstig waren uit haar eigen misdrijf. [verdachte] en [medeverdachte] waren daarvan op de hoogte. Vervolgens hebben [verdachte] en [medeverdachte] de gelden van de Nederlandse bankrekening van Cross Care aangewend voor verschillende doeleinden waaronder de aankoop van onroerend goed, eigen salarissen en overige uitgaven. Er is € 447.364,07 naar Curaçao overgemaakt dan wel daar opgenomen. Daarenboven is € 261.023,86 naar de bankrekeningen van [medeverdachte] overgemaakt en € 209.689,40 naar de bankrekening van [verdachte]. [verdachte] en [medeverdachte] hebben op die manier gezamenlijk € 918.077,33 witgewassen. Aangezien ten laste is gelegd dat zij gezamenlijk € 708.679,35 hebben witgewassen, zal de rechtbank dat bedrag bewezen verklaren. Op basis van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] een gewoonte hebben gemaakt van witwassen.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van verdachte bewezen (zulks met verbetering van in de tenlastelegging voorkomende type- en taalfouten door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad) dat:
1.
Stichting Cross Care,
op
een of meertijdstip
(pen
)
in
of omstreeksde periode van 1 januari 2007 tot en met 19 oktober 2010
te Den Haag, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met
(een)ander
(en
), althans alleen,
meermalen
, althans eenmaal
een groot aantalverantwoordingsformulier
(en
)Persoons Gebonden Budget -
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (PGB-AWBZ),
waaronder
1. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 1] over de verantwoordingsperiode 18-3-2008 tot 30-6-2008,
ondertekening d.d. 31 juli 2008
(DOC/051-18), en
/of
2. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 1] over de verantwoordingsperiode 01-07-2008 tot en met
31-12-2008, ondertekening d.d. 10-01-2009
(DOC/051-21), en
/of
3. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 2] over de verantwoordingsperiode 01-07-07 tot 31-12-07,
ondertekening d.d. 8-01-08
(DOC/053-13), en
/of
4. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 2] over de verantwoordingsperiode 01-01-08 tot 30-06-2008,
ondertekening d.d. 31-7-2008
(DOC/053-14), en
/of
5. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 3] over de verantwoordingsperiode 01-04-2007 tot en met
31-12-2007, ondertekening d.d. 07-01-2008
(DOC/057-17), en
/of
6. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder [budgethouder 3]
over de verantwoordingsperiode 01-01-2008 tot 30-06-2008, ondertekening
d.d. 08-08-2008
(DOC/057-29), en
/of
7. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 4] over de verantwoordingsperiode 09-04-2007 tot en met
31-12-2007, ondertekening d.d. 13-07-2008
(DOC/054-23), en
/of
8. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 4] over de verantwoordingsperiode 01-01-2008 tot en met
30-06-2008, ondertekening d.d.10-01-2009
(DOC/054-24), en
/of
9. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 5] over de voorschotperiode 4-5-2007 tot en met 31-12-07,
ondertekening d.d. 13-03-2008
(DOC/058-09), en
/of
10. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 5] over de verantwoordingsperiode 01-01-08 tot en met 30-06-08,
ondertekening d.d. 01-08-08
(DOC/058-10), en
/of
11. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 6] over de verantwoordingsperiode 01-07-2008 tot en met 31-12-2008,
ondertekening d.d. 07-04-2009
(DOC/062-18), en
/of
12. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 6] over de verantwoordingsperiode 12-3-08 tot en met 30-06-08,
ondertekening d.d. 01-01-08
(DOC/062-20), en
/of
13. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 7] over de verantwoordingsperiode 01-07-07 tot 01- -07, ondertekening
d.d. 8-01-08
(DOC/063-56), en
/of
14. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 7] over de verantwoordingsperiode 01-01-08 tot 30-06-08, ondertekening
d.d. 01-08-2008
(DOC/063-59/60), en
/of
15. een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 8] over de verantwoordingsperiode 01-07-07 tot 31-12-07,
ondertekening d.d. 8-01-08
(DOC/072-38), en
/of
16. een verantwoordingsformulier PGB met betrekking tot budgethouder
[budgethouder 8] over de verantwoordingsperiode 01-07-2008 tot en met
31-12-2008, ondertekening d.d. 09-04-2009
(DOC/072-41),
zijnde
(telkens) (een)geschrift
(en
) dat/die bestemd
was/waren om tot bewijs
van enig feit te dienen,
(telkens
)valselijk heeft
/hebbenopgemaakt
of vervalst,en
/althansvalselijk
heeft
/hebbendoen opmaken
en/of doen vervalsen,
immers
heeft/hebben genoemde rechtspersoon en
/ofhaar mededader
(s
)
(telkens
)valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
- op voornoemde verantwoordingsformulier
(en
) (telkens) (een)andere
bedrag
(en
)vermeld en/of laten vermelden dan waarvoor in werkelijkheid zorg
was verleend, en/of
- op voornoemde verantwoordingsformulier
(en
) (telkens) (een)ander
(e
)
zorgvorm
(en
)vermeld en/of aangekruist en/of laten vermelden en/of
aankruisen dan in werkelijkheid
was/waren verleend, en/of
- op voornoemde verantwoordingsformulier
(en
) (telkens) (een)zorgvorm
(en
)
vermeld en/of aangekruist en/of laten vermelden en/of aankruisen, die in
werkelijkheid
in zijn geheelniet, althans niet voor het volledige bedrag
zoals genoemd in
dat/die verantwoordingsformulier
(en
),
heeft/hebben
plaatsgevonden en/of
is/zijn verleend,
zulks
(telkens
)met het oogmerk om die
/datgeschrift
(en
)als echt en onvervalst
te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk
(e
)bovenomschreven strafba
(a)r
(e
)feiten verdachte
(telkens
)tezamen en in vereniging met
(een
)ander
(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden
gedraging
(en
)verdachte
(telkens
)tezamen en in vereniging met
(een
)
ander
(en), althans alleen, (telkens)feitelijke leiding heeft gegeven;
2.
zij,
op een
of meertijdstip
(pen
)
in
of omstreeksde periode van april 2007 tot en met april 2010
te Den Haag
, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met [medeverdachte]
en/of (een) ander(en), althans alleen,
- een geldleningovereenkomst
,overeengekomen tussen [medeverdachte] en Stichting
Cross Care d.d. 1 april 2007 voor een bedrag van 475.000 euro
,(DOC/128)
zijnde
(een
)geschrift
(en)dat
/diebestemd was
/warenom tot bewijs van enig
feit te dienen,
valselijk
heeft/hebben opgemaakt of vervalst, en/althans valselijk
heeft/hebben doen opmaken
en/of doen vervalsen,
immers
heeft/hebben verdachte en
/ofhaar mededader
(s
)
valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
- een fictieve geldleningovereenkomst
opgemaakt en/ofop laten maken, en
/of
- bovengenoemde geldleningovereenkomst
voorzien van een te vroege datum en/of
doen en/oflaten voorzien van een te vroege datum,
zulks
(telkens)met het oogmerk om
die/dat geschrift
(en)als echt en onvervalst
te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
zij,
op een of meer tijdstip(pen)
in
of omstreeksde periode van 1 januari 2007 tot en met 19 oktober 2010
te Den Haag, in elk geval in Nederland,
(telkens)tezamen en in vereniging met een of meer ander
(en), althans alleen
meermalen
, althans eenmaal,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers
heeft/hebben verdachte en
/ofhaar mededader
(s)
(telkens) (een) charta(a)l(e) ofgira
(a)l
(e
) en/of contant(e)geldbedrag
(en
)
van totaal 708.679,35 euro
(zaaksdossier witwassen), althans (een)
geldbedrag(en),
verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/ofomgezet,
en/althans gebruik gemaakt van dit/deze charta(a)l(e) of gira(a)l(e)
geldbedrag(en),
terwijl voornoemde persoon en
/ofhaar mededader
(s)wist
(en
)dat
dit/deze
geldbedrag
(en
)- onmiddellijk of middellijk- afkomstig
was/waren uit enig
(e)
misdrijf
/misdrijven.
4. De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Voor wat betreft de feiten 1 en 3 heeft de raadsman vrijspraak bepleit en hij heeft zich voor wat betreft feit 2 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 2 en subsidiair ten aanzien van de feiten 1 en 3 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte zorg heeft verleend aan een moeilijke groep cliënten. Het doel was altijd om zorg te verlenen. De betrokken partijen – zowel cliënten als professionals – waren zeer te spreken over de verleende zorg. Er was onvoldoende kennis over het voeren van een administratie en het is verdachte en haar medeverdachte boven het hoofd gegroeid.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft samen met haar echtgenoot middels de door haar opgerichte stichting Cross Care gedurende een langere periode meer zorguren gedeclareerd dan waarop Cross Care recht had. Het aldus verworven geld is onder meer besteed aan vastgoed op Curaçao en salarissen van verdachte en haar echtgenoot. Vervolgens is een aanzienlijk bedrag witgewassen. Daarnaast hebben verdachte en haar echtgenoot een valse overeenkomst van geldlening opgemaakt om de door hen aan de stichting onttrokken gelden een ogenschijnlijk legitiem karakter te geven.
Door zo te handelen hebben verdachte en haar echtgenoot misbruik gemaakt van het vertrouwen van mensen die van zorg afhankelijk waren. Voorts is sprake van misbruik van gemeenschapsgeld. Hiermee wordt het stelsel van sociale voorzieningen ondergraven. Gelet op het voorgaande en de omvang van de door verdachte ten onrechte verworven bedragen (een benadelingsbedrag van minstens € 627.452,73), is een vrijheidsstraf, zoals die is gevorderd door de officier van justitie passend en geboden.
De rechtbank heeft acht geslagen op het verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 9 januari 2014, waaruit naar voren komt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
De rechtbank houdt bij de bepaling van de strafmaat rekening met het tijdsverloop in deze zaak. De redelijke termijn waarbinnen een vonnis moet zijn gewezen na het eerste moment waarop de verdachte kennis heeft genomen van het feit dat er tegen haar een strafrechtelijke vervolging is aangevangen, is met ruim anderhalf jaar overschreden.

7.De vordering van de benadeelde partij

[benadeelde] als gemachtigde optredende voor CZ Zorgkantoor BV, heeft zich, voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De gestelde schade is betwist en is door de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal de benadeelde partij niet in de gelegenheid stellen om de stelling alsnog nader te onderbouwen, omdat dit leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk zal verklaren.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 47, 51, 57, 225 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van valsheid in geschrift, terwijl zij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
medeplegen van gewoontewitwassen;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
18 (achttien) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de haar opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat de benadeelde partij CZ Zorgkantoor BV niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.L. Frenkel, voorzitter,
mrs. C.W. de Wit en T.L. Fernig - Rocour, rechters
in tegenwoordigheid van mr. B. Schaafsma, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 april 2014.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 6640/2009/0244, van de regiopolitie SIOD, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m p. 7880).
2.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 19 oktober 2010, V/02-02, p. 76.
3.Een geschrift zijnde een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende Stichting Cross Care van 18 oktober 2010, DOC/131-02, p. 3939.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 19 oktober 2010, V/02-02, p. 76 en proces-verbaal van verhoor verdachte van [medeverdachte] van 19 oktober 2010, V/03-02, p. 157.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte van [getuige 1] van 27 mei 2010, V04-01, p. 215.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] [getuige 3] van 21 juli 2010, G/02-01, p. 295.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] van 20 oktober 2010, G/11-01, p. 347.
8.Proces-verbaal algemeen dossier [betrokkene 3] van 5 juli 2011, p. 35.
9.Een geschrift zijnde een volmacht van [budgethouder 1] aan Thuiszorg Cross Care van 14 mei 2008, DOC/51-17, p. 1157.
10.Een geschrift zijnde een volmacht van [budgethouder 2] aan Thuiszorg Cross Care van 8 maart 2007, DOC/53-06, p. 1339.
11.Een geschrift zijnde een volmacht van [budgethouder 3] aan Thuiszorg Cross Care van 14 maart 2007, DOC/057-05, p. 1657.
12.Een geschrift zijnde een volmacht van M. [budgethouder 4] aan Thuiszorg Cross Care van 7 mei 2007, DOC/054-13, p. 1472.
13.Een geschrift zijnde een volmacht van [budgethouder 5] aan Thuiszorg Cross Care van 4 mei 2007, DOC/058-05, p. 1767.
14.Een geschrift zijnde een volmacht van [budgethouder 6] aan Thuiszorg Cross Care van 2 april 2008, DOC/062-05, p. 2062.
15.Een geschrift zijnde een volmacht van [budgethouder 7] aan Thuiszorg Cross Care van 7 maart 2007, DOC/063-29, p. 2194.
16.Een geschrift zijnde een volmacht van [budgethouder 8] aan Thuiszorg Cross Care van 7 maart 2007, DOC/072-10, p. 2686.
17.Proces-verbaal van verhoor verdachte van [getuige 1] van 27 mei 2010, V04-01, p. 215 tot en met p. 220.
18.Proces-verbaal van zesde verhoor van verdachte [medeverdachte] van 21 oktober 2010, V03-06, p. 181 tot en met p. 185.
19.Proces-verbaal van verhoor getuige [budgethouder 1] van 30 augustus 2010 G/10-01, p. 340 tot en met p. 345.
20.Een geschrift zijnde een overzicht van de uren zorg [budgethouder 1], DONA/043, p. 4164.
21.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 1] van 6 april 2011, p. 5555 en p. 5556.
22.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ van budgethouder [budgethouder 1] van 31 juli 2008, DOC/051-18p. 1160en 1161
23.Een geschrifte zijnde een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ van budgethouder [budgethouder 1] van 31 juli 2008, DOC/051-18, p. 1168 en 1169.
24.Proces-verbaal van verhoor verdachte van [getuige 1] van 3 maart 2011, V04-03, p. 235 tot en met p. 246.
25.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 1] van 6 april 2011, p. 5559.
26.Proces-verbaal van verhoor getuige [budgethouder 1] van 6 oktober 2010 G/18-01, p. 388 tot en met p. 394.
27.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] van 3 maart 2011, G/32-01, p. 475.
28.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] van 4 oktober 2010, G/22-01, p. 414 tot en met p. 422.
29.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 2] van 16 juni 2011, p. 5801 en p. 5802.
30.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 2] van 16 juni 2011, p. 5807.
31.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 2] van 16 juni 2011, p. 5808.
32.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 2] van 1 januari 2008, DOC/053-13 p. 1357 en 1358.
33.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB-AWBZ van budgethouder [budgethouder 2] van 31 juli 2008, DOC/053-14 p. 1359 en 1360.
34.Proces-verbaal van verhoor verdachte van [getuige 1] van 3 maart 2011, V04-03, p. 244.
35.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 2] van 16 juni 2011, p. 5802 en p. 5803.
36.Proces-verbaal van verhoor getuige [budgethouder 3] van 29 september 2010 G/15-01, p. 369 tot en met p. 373.
37.Proces-verbaal van verhoor getuige [budgethouder 3] bij de rechter-commissaris op 13 november 2012.
38.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 3] van 16 juni 2011, p. 5344 tot en met p. 6366.
39.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 3] van 7 januari 2008, DOC/057-17 p. 1682 en 1683.
40.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 3] van 8 augustus 2008, DOC/057-29 p. 1727 en 1728.
41.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 3] van 16 juni 2011, p. 6352 en p. 6353.
42.Proces-verbaal van verhoor getuige [budgethouder 4] van 9 augustus 2010 G/05-01, p. 312 tot en met p. 318.
43.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 4] van 5 april 2011, p. 6117 en p. 6137.
44.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 4] van 13 juli 2008, DOC/054-23 p. 1482 en 1483.
45.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 4] van 10 januari 2009, DOC/054-24 p. 1484 en 1485.
46.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 4] van 5 april 2011, p. 6117 en p. 6137.
47.Proces-verbaal van verhoor getuige [budgethouder 5] van 16 september 2010 G/15-01, p. 363 tot en met p. 368.
48.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 5] van 24 maart 2011, p. 6579 tot en met p. 6597.
49.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 5] van 13 maart 2008, DOC/058-09 p. 1773 en 1774.
50.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 5] van 1 augustus 2008, DOC/058-09 p. 1775 en 1776.
51.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 5] van 24 maart 2011, p. 6585.
52.Proces-verbaal van verhoor getuige [budgethouder 6] van 24 augustus 2010 G/09-01, p. 336 tot en met p. 339.
53.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 6] 5 april 2011, p. 6959.
54.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 6] van 7 april 2009, DOC/062-18 p. 2075 en 2076.
55.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 6] van 1 januari 2008, DOC/062-18 p. 2080 en 2076.
56.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 6] 5 april 2011, p. 6963.
57.Proces-verbaal van verhoor getuige [budgethouder 7] van 23 september 2010 G/16-01, p. 374 tot en met p. 378.
58.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] van 3 maart 2011, G/32-01, p. 475.
59.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] van 4 oktober 2010, G/22-01, p. 414 tot en met p. 422.
60.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 7] 16 juni 2011, p. 7154.
61.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 7] van 8 januari 2008, DOC/063-56 p. 2242 en 2243.
62.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 7] van 1 augustus 2008, DOC/063-59/60 p. 2246 en 2247.
63.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 7] 16 juni 2011, p. 7163 en p. 7164.
64.Proces-verbaal van verhoor getuige [budgethouder 8] van 30 september 2010 G/17-01, p. 382 tot en met p. 387.
65.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] van 3 maart 2011, G/32-01, p. 475.
66.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] van 4 oktober 2010, G/22-01, p. 414 tot en met p. 422.
67.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 8] 16 juni 2011, p. 7492.
68.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 8] van 8 januari 2008, DOC/072-38 p. 2714 en 2715.
69.Een geschrift zijnde een verantwoordingsformulier PGB van budgethouder [budgethouder 8] van 1 augustus 2008, DOC/072-39 p. 2716 en 2717.
70.Proces-verbaal zaaks proces-verbaal [budgethouder 8] 16 juni 2011, p. 7502 en p. 7503.
71.Een geschrift zijnde een rapport/aangifte van onderzoek door CZ van 18 september 2009, DOC/000, p. 664.
72.Proces-verbaal van bevindingen van 1 februari 2011, AMB/042a, p. 4504 tot en met 4520.
73.Proces-verbaal onderbouwing gemiddeld uurtarief van 17 februari 2011, RAP/002, p. 4784, p. 4785 en 4793.
74.Proces-verbaal wederrechtelijk verkregen voordeel van 5 april 2011, RAP/003, p. 4797.
75.Proces-verbaal zaaksdossier Witwassen en valsheid in geschrift van 31 maart 2011, p. 7826 en p. 7827.
76.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] van 1 november 2010 G/23-02, p. 429 en p. 430.
77.Proces-verbaal zaaksdossier Witwassen en valsheid in geschrift van 31 maart 2011, p. 7830.
78.Een geschrift zijnde een document waarboven Geldleningsovereenkomst staat vermeld gedateerd op 1 april 2007, DOC/128, p. 3924.
79.Een geschrift zijnde een uitdraai van een digitaal bestand waarin staat vermeld Geldleningsovereenkomst en die gedateerd is op 1 april 2007, DONA/041, p. 4158.
80.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] van 22 oktober 2010, V/03-09, p. 212.