ECLI:NL:RBDHA:2014:3787
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Allewijn
- J.J.P. Bosman
- J.E. Visser
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van aanwijzing, last onder dwangsom en bestuurlijke boete in het kader van de Wet kinderopvang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 maart 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen [A] B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De zaak betreft een beroep tegen een aanwijzing, een last onder dwangsom en een bestuurlijke boete die aan [A] B.V. zijn opgelegd op basis van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkokp). De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder, het college, op 26 juli 2012 een schriftelijke aanwijzing heeft gegeven aan [A] B.V. vanwege geconstateerde tekortkomingen in de naleving van de kwaliteitseisen. Daarnaast is op 26 november 2012 een bestuurlijke boete van € 20.000,- opgelegd en een last onder dwangsom. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat de bezwaren tegen de primaire besluiten II en III niet-ontvankelijk zijn verklaard. Dit was het gevolg van het feit dat de bezwaarschriften te laat waren ingediend. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de aanwijzing terecht is gehandhaafd, omdat [A] B.V. niet voldeed aan de eisen omtrent de beroepskwalificatie van personeel en de buitenspeelruimte. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verweerder op goede gronden heeft gehandeld en dat de belangen van zowel [C] als [A] B.V. bij het bestreden besluit betrokken zijn. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.