ECLI:NL:RBDHA:2014:12582
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A. Dirks
- S.E. Postema
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Informatiebeschikkingen inzake buitenlandse bankrekeningen en de informatieverplichting van de belastingplichtige
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en verweerder, waarbij eiser in beroep ging tegen drie informatiebeschikkingen die door verweerder waren afgegeven met betrekking tot de jaren 2008 tot en met 2010. De informatiebeschikkingen waren gebaseerd op renseignementen over een buitenlandse bankrekening die eiser en zijn echtgenote zouden hebben. Verweerder had eiser verzocht om nadere gegevens over deze rekening, maar eiser ontkende het bezit van een buitenlandse bankrekening. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt kon stellen dat de gevraagde informatie van belang was voor de belastingheffing van eiser. De rechtbank oordeelde dat de renseignementen voldoende basis boden voor het vermoeden dat eiser over niet aangegeven vermogen beschikte. Eiser had niet voldaan aan zijn informatieverplichting, waardoor de informatiebeschikkingen terecht waren afgegeven. De beroepen van eiser zijn ongegrond verklaard, en hij is opgedragen om binnen zes weken de gevraagde informatie alsnog te verstrekken. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.