ECLI:NL:RBDHA:2013:CA3440
Rechtbank Den Haag
- Raadkamer
- H.A.G. Nijman
- D.A. Schreuder
- J. de Ridder
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen beslissing rechter-commissaris inzake verzoek tot horen getuigen
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 14 mei 2013 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van de verdachte tegen een beslissing van de rechter-commissaris van 9 april 2013. Het bezwaarschrift was gericht tegen de afwijzing van het verzoek tot het horen van drie getuigen, zoals bedoeld in artikel 182 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechtbank overweegt dat het bezwaarschrift niet ontvankelijk is, omdat het onderzoek ter terechtzitting al was aangevangen. Artikel 182, zesde lid, Sv biedt geen ruimte voor een bezwaarschrift in deze fase van de procedure, aangezien deze bepaling uitsluitend betrekking heeft op het vooronderzoek. De rechtbank wijst erop dat de zesde afdeling van de Derde Titel Sv niet van toepassing is verklaard op artikel 316 Sv, wat betekent dat de onderzoekswensen die na de aanvang van het onderzoek ter terechtzitting zijn afgewezen, opnieuw aan de zittingsrechters kunnen worden voorgelegd. De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafdossier en de argumenten van de verdediging, maar concludeert dat de verdachte niet kan worden ontvangen in zijn bezwaar. De beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de verdachte schriftelijk afstand heeft gedaan van zijn recht om gehoord te worden. De rechtbank heeft de zaak behandeld met inachtneming van de relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie, waaronder een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 24 april 2013. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier, en de uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de raadsvrouw van de verdachte.