Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 19 december 2013 in de zaak tussen
[de vreemdeling], eiseres,
de Minister van Buitenlandse Zaken, verweerder,
Procesverloop
29 augustus 2013. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door […], kantoorgenoot van de gemachtigde van eiseres. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
30 november 2012 dient te worden aangemerkt als een wijziging van het bestreden besluit. In zijn brief van 29 januari 2013 heeft verweerder gesteld dat daarvan sprake is en dat de brief van 30 november 2012 op grond van artikel 6:18 (oud) en artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in de procedure dient te worden betrokken. De rechtbank volgt verweerder hierin en merkt de brief van 30 november 2012 aan als een besluit in de zin van artikel 6:19, eerste lid, van de Awb, nu verweerder daarin het standpunt heeft ingenomen dat de leges voor een aanvraag in het kader van gezinshereniging worden teruggebracht naar € 225,= en dat het verschil tussen dit bedrag en de reeds betaalde leges zal worden gerestitueerd. Hierdoor is verweerder echter niet geheel tegemoet gekomen aan de bezwaren van eiseres, aangezien zij ook dat bedrag te hoog vindt.
Beslissing
- verklaart het beroep, voor zover dat is gericht tegen het bestreden besluit, niet-ontvankelijk,
- verklaart het beroep, voor zover dat is gericht tegen het besluit van 30 november 2012, gegrond,
- vernietigt het besluit van 30 november 2012,
- bepaalt dat verweerder eiseres het betaalde griffierecht van € 152,= vergoedt,
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.652,00.