ECLI:NL:RBDHA:2013:15571
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.P.J. de Graaf
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van terugkeerbesluit en vrijheidsontneming van een Bulgaarse vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 augustus 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Bulgaarse nationaliteit houdende vreemdeling, en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiseres was op 27 juli 2013 in bewaring gesteld en kreeg een terugkeerbesluit opgelegd. Eiseres stelde dat zij de Bulgaarse nationaliteit had en dat het besluit onvoldoende zorgvuldig was voorbereid. De rechtbank oordeelde dat de jurisprudentie, waarin is bepaald dat een vreemdeling geen rechten kan ontlenen aan het EU-recht indien zijn nationaliteit niet ondubbelzinnig vaststaat, ook van toepassing is op terugkeerbesluiten. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht had gesteld dat er geen ruimte was voor nader onderzoek naar de nationaliteit van eiseres binnen de gestelde termijn voor ophouding. De beroepen van eiseres werden ongegrond verklaard.
De rechtbank behandelde ook de vrijheidsontnemende maatregel. Eiseres had aangevoerd dat verweerder onvoldoende voortvarend had gehandeld in het onderzoek naar haar identiteit en nationaliteit. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er geen bewijs was dat verweerder sneller had kunnen handelen, er geen sprake was van een inbreuk op de vereiste voortvarendheid. De rechtbank verklaarde het beroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel ook ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.