Uitspraak
Rechtbank den haag
[eiser 1],
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 oktober 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Artsenvereniging voor Integrale Geneeskunde (AVIG) en de Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging (NAAV) tegen de Staat der Nederlanden (het Ministerie van Financiën). De verenigingen vorderden dat de wetswijziging van artikel 11 lid 1 sub g van de Wet Omzetbelasting 1968, die de vrijstelling van omzetbelasting voor bepaalde medische diensten beperkt, buiten werking zou worden gesteld. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de verenigingen niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen, omdat zij geen eigen belang behartigen. De rechtbank stelde vast dat de leden van de verenigingen zich tot de belastingrechter dienen te wenden en dat de verenigingen zelf niet de bevoegdheid hebben om deze vorderingen in te stellen. De rechtbank benadrukte dat de wijziging van de wet op 1 januari 2013 een beperking van de BTW-vrijstelling inhoudt, maar dat de rechtsgang voor de beoordeling van de rechtmatigheid van belastingheffing is voorbehouden aan de bestuursrechter. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verenigingen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vorderingen, en veroordeelde hen in de proceskosten.