Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser/verzoeker sub 1], geboren op [1954], eiser/verzoeker, en
[minderjarige], geboren op [1996],
de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
2 januari 2012, en opgevraagde informatie van de huisarts van eiseres en haar behandelaar bij Centrum ’45 van 2 maart 2012 betrokken.
21 juni 2012 en 25 september 2012 heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat de medische situatie van eiseres geen reden is om haar vrij te stellen van het mvv-vereiste, omdat er behandeling beschikbaar is in Azerbeidzjan. In Turkije, waar eiseres volgens verweerder een eventuele mvv-aanvraag dient af te wachten, is eveneens behandeling aanwezig.
(ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0250), 15 maart 2011 (ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1004),
4 december 2012 (ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2461) en de door het BMA aangehaalde beslissing van 8 mei 2012) dat het BMA bij het uitbrengen van een advies aan de staatssecretaris omtrent de medische situatie van een vreemdeling, indien en voor zover de door een behandelaar van de desbetreffende vreemdeling verstrekte informatie daartoe aanleiding geeft, dient te beoordelen of die informatie, mede gezien de hem reeds uit het dossier bekende gegevens over de medische situatie van die vreemdeling, aanleiding geeft tot gerede twijfel over de effectiviteit van de in het algemeen verkrijgbare medische behandeling of te leveren zorg in het land van herkomst dan wel het land waarnaar de vreemdeling wordt verwijderd, met name gelet op de aard van het trauma en de omstandigheden waaronder dat is veroorzaakt, althans gelet op die omstandigheden waaromtrent het BMA wel kan worden geacht zich uit te laten. Daarbij dient het BMA, voor zover nader onderzoek niet mogelijk is, in zijn advies dan wel nota in ieder geval melding te maken van die gerede twijfel. Dat betekent dus niet dat een BMA-arts ambtshalve in elk geval moet nagaan of een behandeling in het land van herkomst daadwerkelijk effectief zal zijn; hij hoeft zich daarover slechts te beraden en zich daarover uit te spreken indien in een individueel geval de specifieke omstandigheden, blijkend uit zich in het dossier bevindende informatie, dat vereisen.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de besluiten van 17 december 2012;
- draagt verweerder op binnen zes weken na verzending van deze uitspraak nieuwe besluiten te nemen op het bezwaar van eisers, met inachtneming van deze uitspraak;
- verbiedt verweerder om eisers uit Nederland te verwijderen tot vier weken nadat opnieuw op de bezwaren is beslist;
- bepaalt dat verweerder aan eisers het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van €156,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van het geding ten bedrage van € 944,- te betalen aan eisers.
- wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening hangende beroep af;
- bepaalt dat verweerder aan eisers het door hen betaalde griffierecht van € 156,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 472,-, te betalen aan eisers.