ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ6091
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.F.M.Q. Beukers-van Dooren
- M.J.M. Mies
- Rechtspraak.nl
Legesheffing en geweigerde bouwvergunningen: Vertrouwensbeginsel en rechtsgeldigheid van legesverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Breda, gedateerd 18 april 2011, wordt een geschil behandeld over de legesheffing door de gemeente Zundert in verband met aanvragen voor bouwvergunningen. De belanghebbende, een B.V. gevestigd te [woonplaats], stelt dat de gemeente het vertrouwen heeft gewekt dat de bouwvergunningen verleend zouden worden en dat zij daarom geen leges mag heffen nu de vergunningen zijn geweigerd. De rechtbank oordeelt echter dat er geen sprake is van opgewekt vertrouwen met betrekking tot de legesheffing. De rechtbank stelt vast dat de vernieuwde Wet op de ruimtelijke ordening pas in werking is getreden na de aanvraag van de vergunningen, waardoor de ouderdom van het bestemmingsplan geen belemmering vormt voor de legesheffing.
De rechtbank verklaart de beroepen in de zaken met procedurenummers 10/4074, 10/4076 en 10/4077 gegrond, omdat de leges te hoog zijn vastgesteld. De leges worden verminderd tot de bedragen die in de uitspraak zijn genoemd. Het beroep in de zaak met procedurenummer 10/4075 wordt ongegrond verklaard. De rechtbank gelast dat de gemeente het door de belanghebbende betaalde griffierecht vergoedt. De uitspraak benadrukt dat de legesheffing niet in strijd is met de wet, ook niet vanwege de ouderdom van het bestemmingsplan of het vertrouwensbeginsel, en dat de legesverordening niet onverbindend is verklaard.
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De rechtbank wijst erop dat bij het instellen van hoger beroep een afschrift van de uitspraak moet worden overgelegd en dat het beroepschrift aan bepaalde vereisten moet voldoen.