ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ3313
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.A.P. van Roij
- A.A. den Hartog
- M.L.M. van Kempen
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag loonheffingen en bovenmatige kilometervergoedingen bij uitzendbureau
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag loonheffingen die is opgelegd aan een uitzendbureau, dat in 2005 een dochtermaatschappij oprichtte. De inspecteur van de Belastingdienst heeft bij beide BV's boekenonderzoeken ingesteld, wat leidde tot een strafrechtelijk onderzoek en uiteindelijk tot naheffingsaanslagen over verschillende jaren. De belanghebbende, een uitzendbureau, heeft de bewijslast voor het verstrekken van vrijgestelde kilometervergoedingen. De inspecteur heeft de juistheid van de berekende loonheffing beoordeeld door middel van een steekproef, waarbij de administratie van de jaren 2006 en 2007 op dezelfde wijze werd gevoerd, wat extrapolatie mogelijk maakte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur bij zijn steekproef de algemeen aanvaarde controlegrondslagen heeft gehanteerd. De belanghebbende heeft niet kunnen aantonen dat de naheffingsaanslag onterecht was. De rechtbank concludeert dat de inspecteur terecht een bedrag aan bovenmatige kilometervergoedingen heeft begrepen in de naheffingsaanslag. De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, omdat deze niet in de bewijslast is geslaagd en de inspecteur zijn steekproef adequaat heeft uitgevoerd.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Rechtbank Breda, waarbij de rechtbank de proceskosten niet heeft toegewezen aan de inspecteur. De belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.