ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8907
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Privaatrechtelijk kostenverhaal door provincie op (verzekeraar van) veroorzaker olielekkage leidt tot een onaanvaardbare doorkruising van de Wegenwet
In deze zaak vorderde de Provincie Fryslân, als eigenaar en wegbeheerder van de provinciale openbare weg N356, betaling van kosten die zij had gemaakt voor het opruimen van een olielekkage veroorzaakt door een DAF autobus. De Provincie had de kosten van € 2.184,54 betaald aan een aannemer voor het opruimen van de olie en stelde de Stichting, die de bus had verzekerd bij Interpolis, aansprakelijk voor deze kosten. De Provincie vorderde uiteindelijk een bedrag van € 3.001,35, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten.
De kantonrechter oordeelde dat de Provincie, bij het verhalen van kosten die voortvloeien uit haar publieke taak, niet privaatrechtelijk kan optreden. De rechter verwees naar eerdere arresten van de Hoge Raad, waarin werd vastgesteld dat als een publiekrechtelijke regeling niet voorziet in kostenverhaal, het privaatrechtelijke verhaal op onaanvaardbare wijze de publiekrechtelijke regeling kan doorkruisen. In dit geval was het opruimen van de olie een publieke taak die door de Provincie moest worden uitgevoerd om de veiligheid van de weggebruikers te waarborgen.
De kantonrechter concludeerde dat het privaatrechtelijk kostenverhaal door de Provincie in dit geval niet was toegestaan, omdat dit zou leiden tot een onaanvaardbare doorkruising van de Wegenwet. De vordering van de Provincie werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten van Interpolis, die tot dat moment waren begroot op € 350,-. Dit vonnis werd uitgesproken op 16 maart 2011 door kantonrechter-plaatsvervanger J.C.A.M. Los.