ECLI:NL:RBBRE:2011:BP7674
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verklaring arbeidsrelatie en VAR-DGA voor sport(bonds)coach
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 18 februari 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een sport(bonds)coach, hierna belanghebbende genoemd, en de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft de afgifte van een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) voor de werkzaamheden van belanghebbende als coach en trainer. Belanghebbende had een VAR-DGA aangevraagd, maar de inspecteur had een VAR-Loon afgegeven. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur ten onrechte had geoordeeld dat er sprake was van een gezagsverhouding tussen belanghebbende en de sportbond. De rechtbank concludeerde dat de aanwijzingen van de opdrachtgever niet gericht waren op het verrichten van arbeid, maar op het resultaat van de arbeid. Hierdoor was de VAR-DGA van toepassing. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en de beschikking, en kende belanghebbende een proceskostenvergoeding toe van € 1.310. Tevens gelastte de rechtbank dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 41 vergoedt. De uitspraak is gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet inkomstenbelasting 2001, waarbij de rechtbank de relevante bepalingen en de overeenkomst tussen belanghebbende en de sportbond in overweging nam. De rechtbank hield de beslissing over de te vergoeden schade aan.