In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem werd behandeld, heeft eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Smits, een schadevergoeding geëist van de Stichting Nijmeegs Interconfessioneel Ziekenhuis Canisius-Wilhelmina, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.J.C. de Jong. De zaak betreft een medische aansprakelijkheidskwestie waarbij eiseres stelt dat zij als gevolg van een vertraging in de operatie, die had moeten plaatsvinden na een bloeding, zenuwschade heeft opgelopen. De rechtbank heeft in eerdere vonnissen, waaronder die van 26 januari 2011 en 20 april 2011, reeds vastgesteld dat de vertraging in de operatie mogelijk heeft geleid tot een slechtere prognose voor eiseres.
De deskundige, drs. Vermeulen, heeft in zijn rapportages geconcludeerd dat het aannemelijk is dat een eerdere operatie had kunnen leiden tot minder zenuwschade, maar dat hij geen wetenschappelijke basis kan bieden voor de exacte gevolgen van de vertraging. De rechtbank heeft de bevindingen van de deskundige overgenomen en vastgesteld dat eiseres een kans heeft verloren op minder zenuwschade door het tekortschieten van het ziekenhuis. Dit leidt tot de conclusie dat er een causaal verband bestaat tussen de vertraging en de opgelopen schade.
De rechtbank heeft eiseres een voorschot op de schadevergoeding toegewezen van € 5.000,00, omdat vaststaat dat er een kans verloren is gegaan op minder zenuwschade. Daarnaast is het ziekenhuis veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 7.272,93. De rechtbank heeft de mogelijkheid van een schadestaatprocedure open gelaten voor verdere beoordeling van de schade. Het vonnis is uitgesproken op 25 juli 2012.