ECLI:NL:RBARN:2011:BQ3908

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
20 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200222
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in civiele procedure tussen eiseres en ziekenhuis

In deze civiele procedure, aangespannen door eiseres tegen de Stichting Nijmeegs Interconfessioneel Ziekenhuis Canisius-Wilhelmina, heeft de Rechtbank Arnhem op 20 april 2011 een vonnis gewezen. De zaak betreft de benoeming van een deskundige, drs. M.B.M. Vermeulen, neuroloog verbonden aan het Meander Medisch Centrum te Amersfoort. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 26 januari 2011 reeds een aantal vragen geformuleerd die aan de deskundige voorgelegd dienen te worden. De partijen hebben zich eensluidend uitgesproken over de benoeming van de deskundige en de rechtbank heeft besloten dat Vermeulen als deskundige zal optreden. Het voorschot op zijn kosten is vastgesteld op € 2.500,--, te betalen door eiseres.

De rechtbank heeft de deskundige de opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de medische situatie van eiseres, met specifieke vragen over klachten en afwijkingen die verband houden met een hypothetische operatieve ontlasting van een hematoom. De deskundige dient binnen twee weken na ontvangst van het voorschot een afspraak te maken met de partijen voor het onderzoek. Tevens zijn er richtlijnen gegeven voor de rapportage en de communicatie tussen de deskundige en de rechtbank.

De rechtbank heeft verder bepaald dat de zaak vier weken na indiening van het definitieve rapport opnieuw op de rol komt voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van eiseres. Tot die tijd wordt iedere verdere beslissing aangehouden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de drie rechters op 20 april 2011.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 200222 / HA ZA 10-908
Vonnis van 20 april 2011
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. M.A. Smits te Nijmegen,
tegen
de stichting
STICHTING NIJMEEGS INTERCONFESSIONEEL ZIEKENHUIS CANISIUS-WILHELMINA,
gevestigd te Nijmegen,
gedaagde,
advocaat mr. E.J. Wervelman te Utrecht.
Partijen zullen hierna [eiseres] en het ziekenhuis genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 januari 2011
- de akte uitlating van [eiseres]
- de akte van het ziekenhuis.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. Gebleven wordt bij hetgeen in het vorige vonnis is overwogen en beslist.
2.2. Ingevolge dat vonnis hebben partijen zich eensluidend uitgelaten over de persoon van de te benoemen deskundige. Dienovereenkomstig beslist de rechtbank dat drs. M.B.M. Vermeulen, als neuroloog werkzaam in het Meander Medisch Centrum te Amersfoort als deskundige zal worden benoemd. Hij heeft desgevraagd verklaard in staat en bereid te zijn als deskundige op te treden en ten opzichte van partijen vrij te staan. Het voorschot op zijn kosten wordt bepaald op € 2.500,-- en komt ten laste van [eiseres]. De in het vorige vonnis door de rechtbank geformuleerde vragen, waartegen partijen geen bezwaren hebben geuit, zullen aan de deskundige worden voorgelegd.
2.3. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
I. Uitgaande van de informatie die u in de medische stukken in het dossier aantreft en van (hypothetisch) operatieve ontlasting van het hematoom tussen 06.45 uur en 07.15 uur: kunt u vaststellen van welke klachten en afwijkingen op uw vakgebied dan sprake zou zijn geweest?
II. Kunt u vaststellen of in dat geval van minder klachten en afwijkingen sprake zou zijn geweest dan thans het geval is, althans of de kans daarop zou hebben bestaan en zo ja, hoe groot schat u die kans?
III. Heeft u verder nog opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zijn?
3.2. benoemt tot deskundige om dit onderzoek te verrichten:
drs. M.B.M. Vermeulen
Meander Medisch Centrum
Postbus 1502
3800 BM Amersfoort
3.3. bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,
3.4. bepaalt dat [eiseres] binnen twee weken na datum van dit vonnis (kopieën van) de overige processtukken aan de rechtbank Sector civiel, roladministratie, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem zal doen toekomen,
3.5. bepaalt dat [eiseres] binnen twee weken na datum van dit vonnis als voorschot op de kosten inclusief omzetbelasting van de deskundige € 2.500,-- ter griffie van deze rechtbank dient te deponeren door dit bedrag over te maken op rekening nummer 56.99.90.548 ten name van MvJ arrondissement Arnhem onder vermelding van het rolnummer en de namen van partijen,
3.6. bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van dit voorschot de deskundige hiervan in kennis zal stellen en dat de deskundige pas dan met het onderzoek dient te beginnen,
3.7. bepaalt dat de deskundige binnen twee weken nadat hij bericht heeft gekregen dat het voorschot is gedeponeerd met de partijen een afspraak moet hebben gemaakt voor een datum en tijdstip waarop het onderzoek zal plaatsvinden en die datum aan de rechtbank moet hebben doorgegeven, tenzij een dergelijke afspraak vanwege de aard van het onderzoek naar het oordeel van de deskundige niet nodig is,
3.8. bepaalt dat indien een partij of de deskundige de aldus afgesproken datum voor het onderzoek wil wijzigen, die partij of de deskundige daartoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek moet doen aan de griffie van de rechtbank, met afschrift aan de andere betrokkenen,
3.9. bepaalt dat de deskundige zich met vragen over het onderzoek kan wenden tot de rechter-commissaris mr. S.C.P. Giesen,
3.10. bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht moet doen blijken of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding in dat bericht van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
3.11. bepaalt dat de deskundige een schriftelijk en ondertekend conceptrapport moet inleveren ter griffie van deze rechtbank voor 24 augustus 2011, waarna schriftelijk nadere instructies van de rechtbank zullen volgen over de indiening van het definitieve rapport en de declaratie van de deskundige,
3.12. verwijst de zaak naar de rolzitting van vier weken na de datum waarop het definitieve rapport ter griffie is ingeleverd voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiseres],
3.13. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp, mr. C.M.E. Lagarde en mr. S.C.P. Giesen en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2011.
cc:SG