ECLI:NL:RBARN:2009:BL1032
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Vrijstellingsregeling voor fosfaatheffing en verrekening van niet benutte vrijstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 21 april 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder. Eiser had voor het heffingsjaar 2005 een aanvraag ingediend voor vrijstelling van fosfaatheffing op basis van de Vrijstellingsregeling gestarte en uitgebreide bedrijven. Na controle bleek dat eiser in aanmerking kwam voor een vrijstelling van 1541.60 kg fosfaat, waardoor hij geen fosfaatheffing hoefde te betalen voor dat jaar. Echter, eiser stelde dat het resterende deel van de vrijstelling kon worden verrekend met fosfaatoverschotten uit eerdere jaren, omdat hij geen gebruik had gemaakt van de volledige vrijstelling.
Verweerder was van mening dat het niet mogelijk was om door middel van vrijstelling een saldo op te bouwen, aangezien de vrijstelling alleen kon worden gebruikt om een heffing te voorkomen in het jaar waarvoor deze was verleend. De rechtbank oordeelde dat de door eiser gewenste verrekening geen steun vond in het recht. De rechtbank volgde daarmee het standpunt van verweerder en verklaarde het beroep ongegrond.
De rechtbank benadrukte dat bij het instellen van hoger beroep een afschrift van de uitspraak overgelegd moest worden en dat het beroepschrift aan bepaalde voorwaarden moest voldoen. De uitspraak werd openbaar gemaakt door mr. drs. L.B.M. Klein Tank, rechter, in tegenwoordigheid van drs. R.P.M. Lemmen, griffier. De griffier en de rechter ondertekenden de uitspraak, die op dezelfde dag aan de partijen werd verzonden. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Arnhem.