ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6800
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
WOZ-waarde van onroerende zaak met monumentenstatus en ontbreken woonvergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 15 april 2009 uitspraak gedaan over de WOZ-waarde van een onroerende zaak, gelegen aan [a straat 1] te [Z]. Eiser, eigenaar van het object, betwistte de vastgestelde waarde van € 71.000, die door de heffingsambtenaar was vastgesteld per waardepeildatum 1 januari 2007. Eiser stelde dat de WOZ-waarde op nihil zou moeten worden gesteld, omdat het object een monument is dat niet bewoond mag worden en derhalve als bijgebouw bij [a straat 2] moet worden aangemerkt. Ter onderbouwing overhandigde eiser een brief van de gemeente, gedateerd 19 februari 2008, waarin de gevraagde woonvergunning werd geweigerd.
De verweerder, de heffingsambtenaar van de gemeente [P], had een taxatierapport overgelegd, opgesteld door WOZ-taxateur [A], waarin de waarde van het object op € 71.000 werd getaxeerd. De rechtbank oordeelde echter dat de verweerder niet aannemelijk had gemaakt dat het object op de waardepeildatum deze waarde had. De rechtbank vond de vergelijkingsobjecten in het taxatierapport niet vergelijkbaar met het object van eiser, dat veel kleiner was en in een slechtere onderhoudstoestand verkeerde.
De rechtbank concludeerde dat de WOZ-waarde te hoog was vastgesteld en stelde de waarde vast op € 50.000. Eiser had zijn bewering dat de waarde nihil was ook onvoldoende onderbouwd, aangezien zijn dochter met haar gezin in het object woonde. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, en veroordeelde de gemeente [P] tot vergoeding van de proceskosten van eiser en het griffierecht. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.