ECLI:NL:RBARN:2008:BH0294
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van tegenbewijsopdracht in medische aansprakelijkheidszaak
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem diende, gaat het om een geschil tussen een eiseres en de Interconfessionele Stichting Gezondheidszorg Rivierenland, naar aanleiding van een oogoperatie die op 2 december 1998 heeft plaatsgevonden. De eiseres stelt dat zij als gevolg van deze operatie oogletsel heeft opgelopen door het gebruik van onvoldoende gesteriliseerde instrumenten. De rechtbank heeft eerder, in een tussenvonnis van 22 maart 2006, het ziekenhuis de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over deze stelling. In de daaropvolgende akten heeft het ziekenhuis betoogd dat de infectie niet het gevolg kan zijn van onvoldoende sterilisatie, omdat er uitsluitend met disposables is gewerkt en bacteriën niet 'tegen de stroom op kunnen zwemmen'. De rechtbank heeft deze argumenten als prematuur beoordeeld en heeft besloten de rechtsoverwegingen van het tussenvonnis te heroverwegen.
De rechtbank benadrukt dat de eiseres de stelplicht en bewijslast heeft met betrekking tot haar claim. Het ziekenhuis moet echter voldoende feitelijke gegevens aanleveren om haar betwisting te onderbouwen. De zaak is verwezen naar de rol voor een akte aan de zijde van het ziekenhuis, zodat het ziekenhuis zijn stellingen kan verduidelijken. Daarnaast is er aandacht voor de onbereikbaarheid van de oogartsen in het weekend van de operatie, wat mogelijk heeft bijgedragen aan het oogletsel van de eiseres. De rechtbank heeft de partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten over het causaal verband tussen de onbereikbaarheid en het opgetreden oogletsel te verduidelijken. De verdere beslissing is aangehouden, en de zaak is naar de rol van 7 januari 2009 verwezen voor verdere uitlatingen.