ECLI:NL:RBARN:2007:BJ2759
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht niet-ontvankelijk verklaard bezwaar tegen aanslag onroerende zaakbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 16 oktober 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de heffingsambtenaar van de gemeente [P] over de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een aanslag onroerende zaakbelasting. De aanslag, gedateerd op 30 november 2006, betrof een bedrag van € 990,88 voor het jaar 2004. Eiser had bezwaar ingediend, maar dit werd door verweerder op 18 april 2007 niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 2 oktober 2007 heeft eiser, bijgestaan door zijn broer [B], verklaard dat hij in maart 2006 een hersenbloeding had gehad en daardoor niet in staat was geweest om zijn belangen adequaat te behartigen. Eiser dacht dat zijn belangen goed werden behartigd door zijn oom, maar deze had verzuimd om de nodige stappen te ondernemen. De rechtbank heeft de omstandigheden van eiser in overweging genomen en geoordeeld dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, zoals bedoeld in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft de uitspraak van verweerder vernietigd en bepaald dat deze opnieuw op het bezwaar van eiser moet beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 10, en moet de gemeente [P] het griffierecht van € 39 aan eiser vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. V.M. van Daalen-Mannaerts, rechter, in aanwezigheid van L.A. Witten, griffier.