ECLI:NL:RBARN:2007:AZ9598
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Benoeming van deskundige in letselschadezaak met whiplashklachten
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem diende, is op 31 januari 2007 een tussenvonnis uitgesproken in een letselschadezaak waarbij de eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.S. Wurfbain, een schadevergoeding vorderde van de gedaagde, de N.V. Schadeverzekeringsmaatschappij Bovemij, vertegenwoordigd door mr. A.E. Klaassen. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 1 februari 2006 een neuroloog benoemd als deskundige om de klachten en beperkingen van de eiseres te onderzoeken. De deskundige diende te rapporteren over de huidige klachten van de eiseres, de omvang daarvan en of er sprake is van een eindtoestand. De rechtbank heeft de deskundige gevraagd om het rapport van een eerdere deskundige als uitgangspunt te nemen.
De deskundige heeft in zijn rapport geconcludeerd dat de eiseres nog steeds pijnklachten in de nekregio ondervindt, die samenhangen met het ongeval. Hij heeft vastgesteld dat er een percentage van 4% functieverlies is en dat er geen aanwijzingen zijn voor pre-existente aandoeningen die de huidige klachten zouden kunnen verklaren. De gedaagde, Bovemij, heeft echter betoogd dat er aanvullende medische informatie over de eiseres opgevraagd moet worden, met name over röntgenfoto's uit 1996. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat de deskundigen al voldoende informatie hadden om tot hun conclusies te komen.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat er geen cognitieve klachten zijn waargenomen door de deskundigen, maar dat de eiseres wel heeft aangegeven dat zij door deze klachten niet in staat is om fulltime te werken. De rechtbank heeft besloten dat er een neuropsychologisch onderzoek moet plaatsvinden om de cognitieve klachten van de eiseres verder te onderzoeken. De kosten van dit onderzoek komen voor rekening van de gedaagde. De zaak is aangehouden voor verdere uitlatingen van beide partijen.