ECLI:NL:RBARN:2006:AV7720
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van fosfaatsaldo na beëindiging varkensbedrijf in het kader van de Meststoffenwet
In deze zaak, uitgesproken op 24 januari 2006 door de Rechtbank Arnhem, staat de vraag centraal of het in 2002 opgebouwde fosfaatsaldo, voortvloeiend uit de afvoer van mest na de beëindiging van een varkensbedrijf in 2001, kan worden verrekend met de belastbare hoeveelheden fosfaat van eerdere jaren. De eiser, die zijn varkensbedrijf in 2001 heeft beëindigd, heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen fosfaatheffing voor de jaren 1999 en 2000, opgelegd door de inspecteur van de Dienst regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De rechtbank oordeelt dat de toepassing van artikel 18 van de Regeling uitvoering heffingen en verrekening Meststoffenwet in dit geval in strijd is met artikel 43 van de Meststoffenwet. Dit artikel stelt dat negatieve gevolgen voor de mineralenbalans, zoals die voortkomen uit weersomstandigheden of een eenmalig feit, kunnen worden opgevangen door verrekening over meerdere jaren. De rechtbank concludeert dat de eiser voldoende fosfaatsaldo heeft om te verrekenen met de belastbare hoeveelheden van 1999 en 2000, en dat er feitelijk geen milieubelasting is. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar, herroept de naheffingsaanslagen en stelt deze vast op nihil. Tevens wordt de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eiser.