Op 7 oktober 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Poolse verdachte op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de Sąd Okręgowy W Koninie op 12 juni 2025, verzocht om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Polen is geboren en daar gedetineerd is. De behandeling van het EAB vond plaats op 23 september 2025, waarbij de officier van justitie, mr. W.L.M. van Poll, aanwezig was, evenals de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. S.J. van der Woude.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De overlevering werd verzocht voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van vier jaar en zes maanden, waarvan nog twee jaar, drie maanden en zeven dagen resteerden. De rechtbank heeft de eisen van de Overleveringswet (OLW) beoordeeld en vastgesteld dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat er geen individueel reëel gevaar is van schending van het recht op een eerlijk proces in Polen, ondanks eerder vastgestelde structurele gebreken in de Poolse rechtsorde.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, omdat het EAB voldeed aan de wettelijke eisen en er geen belemmeringen waren. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW.