Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 oktober 2025 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , uit [woonplaats] , eisers
de besloten vennootschap [naam 1] en Zonen B.V. uit [vestigingsplaats] , vergunninghouder
Samenvatting
.Eisers krijgen hiermee deels gelijk en het beroep is dus gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Procesverloop
Overgangsrecht
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover daarin de drempelwaarde op 5% is vastgesteld en het verzoek van eisers om tegemoetkoming in planschade is afgewezen;
- laat het bestreden besluit voor het overige in stand;
- bepaalt dat de drempelwaarde op 4% moet worden vastgesteld, waardoor het college aan eisers als tegemoetkoming in planschade een bedrag van € 2.600,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van ontvangst van de aanvraag tot aan de dag van algehele voldoening, dient te vergoeden;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het bestreden besluit;
- veroordeelt het college tot vergoeding van de door eisers gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 1.814,-;
- draagt het college op het door eisers betaalde griffierecht van € 187,- te vergoeden.