Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
“De opdracht is prijs vast tot einde werk. Start bouw mei 2021”. Het gaat in deze zaak over de vraag of [appellant] de na het aangaan van de overeenkomst (zeer sterk) gestegen staalprijzen aan [geïntimeerde] mag doorbelasten.
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
prijsvast tot einde werk”. Naar aanleiding hiervan heeft [appellant] een nieuw gedachtestreepje toegevoegd met de tekst “
De opdracht is prijs vast tot einde werk. Start bouw mei 2021”. Partijen hebben op 30 oktober 2020 de Opdrachtbevestiging: Fabriek
4.Eerste aanleg
5.De (gewijzigde) vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling
“De opdracht is prijs vast tot einde werk. Start bouw mei 2021”.Partijen twisten over de vraag wat deze afspraak betekent voor de toepasselijkheid van artikel 7 van de Metaalunievoorwaarden. De vraag die beantwoord moet worden is hoe deze afspraak moet worden uitgelegd tussen partijen en of deze afspraak toepassing van artikel 7 uitsluit.
prijs is gebaseerd op de huidige staalprijs” en dat ook “
de overige prijzen zijn gebaseerd op prijspeil heden”. Dat de prijs was gebaseerd op het toenmalige prijspeil / de toenmalige staalprijs, wordt niet meer vermeld in de opdrachtbevestiging van 24 september 2020 en daarna. Op de opdrachtbevestiging van 24 september 2020 heeft [geïntimeerde] vervolgens handgeschreven de door haar gewenste (verdere) aanpassingen weergegeven, waaronder de hiervoor al genoemde vermelding “
prijsvast tot einde werk”. Deze aanpassingen zijn door [appellant] vervolgens verwerkt in de derde en laatste opdrachtbevestiging van 2 oktober 2020, en is voorzien van de toevoeging: “
Start bouw mei 2021”. Deze versie is vervolgens door partijen ondertekend.
Start bouw mei 2021” toe te voegen. Daaruit blijkt genoegzaam dat het prijsvastbeding niet alleen betrekking had op de “scope” van het werk, zoals [appellant] in deze procedure betoogt.
Start bouw mei 2021” kan (zonder genoegzame toelichting, welke ontbreekt) niet de betekenis worden toegekend dat die vergaande bevoegdheid zou herleven in het geval de beoogde startdatum niet zou worden gehaald. Welke betekenis die clausule wel had, komt hierna nog aan de orde.
Start bouw mei 2021”. Dat heeft [geïntimeerde] niet gedaan. In plaats daarvan is [geïntimeerde] (direct) overgegaan tot ondertekening van de opdrachtbevestiging. Omdat [geïntimeerde] geen stellingen ingenomen heeft waaruit kan volgen dat zij uit de toevoeging “
Start bouw mei 2021” iets anders heeft mogen begrijpen dan dat het prijsvastbeding was gekoppeld aan het (eerst en tijdig) verkrijgen van de benodigde vergunning en vervolgens starten met de bouw in mei 2021, bestaat voor het leveren van (tegen)bewijs door [geïntimeerde] geen aanleiding.
Prijsstijgingen [geïntimeerde] Chocolade”) gewaarschuwd voor de noodzaak van een prijsverhoging. [geïntimeerde] stelt terecht dat deze waarschuwing niet tijdig genoeg was om de prijsstijgingen zoals die voor die dag al waren opgetreden te kunnen doorberekenen. Pas vanaf 19 mei 2021 had [geïntimeerde] aanleiding om gebruik te maken van de mogelijkheid tot opzegging of beperking dan wel vereenvoudiging van het werk of om [appellant] toe te staan alvast in te kopen in afwachting van de vergunning teneinde zo verdere prijsverhoging te voorkomen.
+30 ton” maar ook gewezen op de gevolgen die dat heeft voor de prijs.
(€ 485.203,13 + € 433.013,74 =) € 918.216,87).