Op 14 oktober 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Poolse autoriteiten. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1991, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 30 september 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. E. Kolokatsi, en een tolk in de Poolse taal. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.
Het EAB is gebaseerd op twee vonnissen van de Poolse rechtbanken, die vrijheidsstraffen van respectievelijk 1 jaar en 1 jaar en 6 maanden opleggen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook onder Nederlands recht strafbaar zijn. De rechtbank heeft ook overwogen of er sprake is van een reëel gevaar voor schending van het recht op een eerlijk proces in Polen, maar heeft geconcludeerd dat er geen individuele elementen zijn die dit gevaar aantonen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft daarom de overlevering van de opgeëiste persoon aan Polen toegestaan. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.