ECLI:NL:RBAMS:2025:538

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
13/997003-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan een criminele organisatie gericht op drugshandel en het voorhanden hebben van cocaïne

Op 27 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie gericht op drugshandel en het voorhanden hebben van 63 kilo cocaïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met zijn broer, de voorraadlocatie beheerde en de in- en uitgaande stromen van verdovende middelen controleerde. De zaak kwam voort uit het onderzoek Velp, dat in april 2020 begon na de analyse van gekraakte communicatie via Encrochat. De verdachte werd op 9 februari 2021 aangehouden, en bij doorzoekingen werden aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en andere bewijsstukken aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging voldoende specifiek was en dat de verdachte wist dat hij deel uitmaakte van een organisatie die zich bezighield met de handel in harddrugs. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn en de rol van de verdachte binnen de organisatie. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van bepaalde in beslag genomen goederen bevolen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/997003-21 (Promis)
Datum uitspraak: 27 januari 2025
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
wonende op het adres [woonadres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 18, 19 en 21 november 2024. Verdachte was daarbij aanwezig. Op 27 januari 2025 heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mrs. J.G. Louman en M. Kok (hierna gezamenlijk aangeduid als: de officier van justitie), en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.J.R. Roethof, naar voren hebben gebracht.
De zaak is gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] (13/997002-21), [medeverdachte 2] (13/995035-20), [medeverdachte 3] (13/997008-21) en [medeverdachte 4] (13/997010-21). [1]

2.Inleiding: het onderzoek Velp

In april 2020 is het onderzoek Velp gestart naar aanleiding van de analyse van het berichtenverkeer van de gekraakte server van Encrochat. Uit de inhoud van de ontsleutelde communicatie tussen de gebruikers van de accounts [account 1] , [account 2] en [account 3] is de verdenking gerezen dat zij leiding gaven aan een groep personen in de omgeving van Eindhoven die zich bezig hield met de handel in verdovende middelen. De gebruikers van de Encrochat-accounts [account 4] , [account 5] , [account 6] , [account 7] en [account 8] zouden deel uitmaken van deze zogenaamde ‘Eindhoven-groep’ en zijn door de politie geïdentificeerd als [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] . De gebruikers van de genoemde Encrochat-accounts zouden ook met elkaar hebben gecommuniceerd via de server van SkyECC.
Uit de inhoud van het onderlinge berichtenverkeer, waargenomen reisbewegingen en andere onderzoeksbevindingen leidt de politie af dat [medeverdachte 1] en [verdachte] verantwoordelijk waren voor het beheer van de voorraadlocatie van geld en verdovende middelen in de garagebox behorende bij het appartement aan de [adres 1] in Eindhoven . Zij zouden een administratie van inkomende en uitgaande transacties hebben bijgehouden, de kwaliteit van de ontvangen blokken verdovende middelen hebben gecontroleerd en hadden contact met de koeriers over het ophalen en/of afleveren van geld of verdovende middelen. [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] zouden binnen de groep de rol van koerier hebben vervuld door in de verborgen ruimtes van hun voertuigen geld en verdovende middelen van en naar de voorraadlocatie te vervoeren. Ook zouden zij verdovende middelen vanuit België hebben ingevoerd en naar het Verenigd Koninkrijk hebben uitgevoerd. Bij deze grensoverschrijdende transporten zou telkens gebruik zijn gemaakt van een voorverkenner die vooruit reed en de grensovergangen controleerde op aanwezigheid van politie.
Op 9 februari 2021 is [medeverdachte 2] aangehouden in de parkeergarage van het appartementencomplex aan de [adres 1] , terwijl hij twee gevulde bigshoppers vanuit zijn auto naar de garagebox van nummer 191 bracht. Bij zijn fouillering werd een kluissleutel aangetroffen. In een kluis in de garagebox – die met de onder [medeverdachte 2] aangetroffen kluissleutel kon worden geopend – lagen 34 losse blokken en twee bigshoppers met respectievelijk 14 en 15 blokken. In de achterbak van zijn auto werden nog 15 blokken gevonden. Uit forensisch onderzoek is gebleken dat deze blokken cocaïne bevatten.
Kort daarna zijn ook [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] aangehouden. Bij doorzoekingen van woningen en voertuigen van de verdachten zijn onder andere geldtelmachines, vacumeermachines, een drukpers en (crypto)telefoons aangetroffen.

3.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij
1
in of omstreeks de periode van 28 maart 2020 tot en met 9 februari 2021 in Nederland en/of België heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en een of meer andere personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, 10a eerste lid, van de Opiumwet;
2
op of omstreeks 9 februari 2021 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 63 kilo, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze in de verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

4.Geldigheid van de dagvaarding

De raadsvrouw heeft met verwijzing naar haar preliminair verweer bij pleidooi opnieuw bepleit dat de dagvaarding nietig moet worden verklaard, omdat de onder 1 vermelde beschuldiging onvoldoende specifiek is omschreven.
Gelet op de omvang van het dossier, de lengte van de tenlastegelegde periode, de hoeveelheid aan chatgesprekken, het aantal deelnemers dat daarin voorkomt, de verschillende mogelijke samenwerkingsverbanden en de diverse soorten verdovende middelen waarover lijkt te worden gesproken, is het op basis van deze algemene beschrijving onvoldoende duidelijk tegen welke concrete verdenking verdachte zich moet verdedigen. Het is onduidelijk aan welk samenwerkingsverband verdachte zou hebben deelgenomen, op welke drugsdelicten het oogmerk van deze organisatie zou zijn gericht en waar in Nederland deze delicten dan zouden hebben plaatsgevonden.
De rechtbank stelt vast dat de tenlastelegging een omschrijving van de verdenking omvat waarbij in ieder geval de pleegperiode en de plaats van het strafbare feit zijn vermeld, alsmede de namen van de anderen personen met wie verdachte zou hebben deelgenomen aan een criminele organisatie gericht op het plegen van harddrugsdelicten. Daarmee is op zichzelf voldaan aan de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
De tenlastelegging heeft echter als functie de verdachte te informeren van welk concreet strafbaar feit hij wordt verdacht, zodat hij weet waartegen hij zich moet verdedigen. De rechtbank overweegt dat de beschuldiging vrij algemeen is omschreven, maar dat dit in het onderhavige geval niet aan de geldigheid van de dagvaarding in de weg staat. Immers biedt de opbouw en de inhoud van het dossier voldoende inzicht in het concrete samenwerkingsverband dat aan de verdenking ten grondslag ligt, waar deze samenwerking op zou zijn gericht en welke rol verdachte daarbij zou hebben gehad.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verdenking voldoende duidelijk is omschreven, zodat verdachte wist waartegen hij zich moest verdedigen en daarmee niet in zijn verdedigingsbelangen is geschaad. De dagvaarding is geldig.

5.Overige voorvragen

Deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

6.Waardering van het bewijs

6.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft – overeenkomstig het op schrift gestelde requisitoir – gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich – overeenkomstig haar pleitnota – op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Zij heeft daartoe kort gezegd aangevoerd dat verdachte niet kan worden geïdentificeerd als de (enige) gebruiker van het Encrochat-account [account 5] en het Sky-ID [account 9] en dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte een bijdrage van zekere duur en intensiteit heeft geleverd aan een criminele organisatie met het oogmerk van het plegen van harddrugsmisdrijven. Ook kan niet worden bewezen dat verdachte wetenschap en beschikkingsmacht had over de blokken cocaïne die op 9 februari 2021 in de garagebox zijn aangetroffen.
De rechtbank gaat hierna in haar oordeel, voor zover nodig, nader in op de verweren die de raadsvrouw heeft gevoerd.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
6.3.1.
De gevorderde zendmastgegevens
Onder verwijzing naar het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 2 maart 2021 (ECLI:EU:C:2021:152, hierna: het Prokuratuur-arrest) heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de zendmastgegevens op grond van artikel 359a Sv moeten worden uitgesloten van het bewijs, omdat deze zijn verkregen zonder dat een rechter daarvoor vooraf toestemming heeft gegeven. Dat is een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek waardoor het recht op eerbiediging van persoonlijke levenssfeer (artikel 8 EVRM) en het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM) zijn geschonden.
De rechtbank merkt op dat de raadsvrouw niet concreet heeft benoemd op welke zendmastgegevens haar verweer betrekking heeft. Voor zover het verweer ziet op de zendmastgegevens van de telefoontoestellen die zijn gekoppeld aan het Encrochat-account [account 5] en het Sky-ID [account 9] , stelt de rechtbank vast dat deze afkomstig zijn uit de metadata die zijn verkregen in de onderzoeken Lemont en Argus en dat deze informatie door de officieren van justitie overeenkomstig artikel 126dd Sv is overgedragen aan het onderzoek Velp. Daarom is ten aanzien van deze zendmastgegevens geen sprake van een vormverzuim in het voorbereidend onderzoek in de zaak van verdachte.
Voor zover het verweer ziet op de zendmastgegevens van de sociale telefoon van verdachte met het telefoonnummer eindigend op *787, stelt de rechtbank vast dat de officier van justitie op 25 januari 2021 op grond van artikel 126n Sv de historische verkeersgegevens van dit telefoonnummer heeft gevorderd. [2] Gelet op het Prokuratuur-arrest had voorafgaand aan de toepassing van deze bevoegdheid een rechterlijke toetsing moeten plaatsvinden. Dat is in deze zaak niet gebeurd. Dit levert een vormverzuim op dat moet worden beoordeeld op grond van het bepaalde in artikel 359a Sv.
Met die constatering rijst de vraag of aan het vormverzuim een rechtsgevolg dient te worden verbonden en, zo ja, welk rechtsgevolg. Bij de beantwoording van die vraag houdt de rechtbank rekening met het belang dat het geschonden voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daarmee wordt veroorzaakt.
Bewijsuitsluiting kan in de eerste plaats als rechtsgevolg aan het vormverzuim worden verbonden als dit noodzakelijk is om een schending van het recht op een eerlijk proces, zoals gewaarborgd door artikel 6 EVRM, te voorkomen. Daarnaast kan bewijsuitsluiting volgen indien, in geval van een ernstige schending van een strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel, dit noodzakelijk is als rechtstatelijke waarborg en als middel om met de opsporing en de vervolging belaste ambtenaren te weerhouden van onrechtmatig optreden en daarmee te voorkomen dat vergelijkbare vormverzuimen in de toekomst plaatsvinden.
Bij die beoordeling stelt de rechtbank voorop dat uit het dossier niet blijkt dat naar aanleiding van deze vordering daadwerkelijk zendmastgegevens van dit telefoonnummer zijn verkregen, althans niet is gebleken dat deze op enige wijze ten grondslag zijn gelegd aan de identificatie van de aan verdachte toegeschreven Encrochat- en Sky-accounts en/of anderszins zijn gebruikt om de betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde feiten te onderbouwen. Het is dus niet gebleken dat verdachte door het verzuim in zijn verdediging is geschaad en daarmee dat sprake is van een schending van artikel 6 EVRM.
Gelet op bovenstaande is evenmin gebleken dat een inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van verdachte, zoals beschermd in artikel 8 EVRM, en dat dit verzuim daadwerkelijk nadeel voor verdachte heeft veroorzaakt. Daarom is de rechtbank – in overeenstemming met de jurisprudentie op dit punt – van oordeel dat kan worden volstaan met een constatering van het vormverzuim zonder daaraan een rechtsgevolg te verbinden.
Ook het subsidiaire verweer van de raadsvrouw, dat de zendmastgegevens niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt omdat de betrouwbaarheid en de juistheid van de in het dossier weergegeven bevindingen niet kunnen worden getoetst, wordt verworpen. Immers zijn er geen bevindingen met betrekking tot zendmastgegevens van het telefoonnummer van verdachte in het dossier gevoegd en heeft de raadsvrouw niet aannemelijk gemaakt dat de verkregen zendmastgegevens van telefoons van medeverdachten niet betrouwbaar en/of niet accuraat zijn, zodat niet van de beperkte weergave daarvan in het dossier kan worden uitgegaan.
6.3.2.
De gebruiker van het Encrochat-account [account 5] en het Sky-ID [account 9]
Het bewijs bestaat in deze zaak voornamelijk uit chatberichten die zijn verstuurd en ontvangen door de gebruikers van de diensten Encrochat en SkyECC. Om die reden moet, alvorens de vraag kan worden beantwoord of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit, worden bezien of hij kan worden geïdentificeerd als de gebruiker van de aan hem toegeschreven accounts die de belastende chatberichten hebben verstuurd en/of ontvangen.
Daarbij merkt de rechtbank op dat in de processen-verbaal waarin de inhoud van Encrochat- en Sky-ECC-gesprekken is opgenomen, de tijdstippen van de berichten in UTC zijn weergegeven. In het vonnis zijn deze tijdstippen gecorrigeerd en is het werkelijke Nederlandse tijdstip vermeld (UTC+1 bij wintertijd en UTC+2 bij zomertijd).
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen het volgende vast met betrekking tot de identiteit van de gebruiker van het Encrochat-account [account 5] en het Sky-ID [account 9] . [3]
Op 9 februari 2021 is in de garagebox in de ondergrondse parkeergarage [naam parkeergarage] behorende bij het appartement aan de [adres 1] in Eindhoven een kluis aangetroffen met daarin twee bigshoppers met in totaal 29 blokken cocaïne en 34 losse blokken cocaïne. [4] [verdachte] stond destijds ingeschreven op dit adres.
In de nacht van 6 op 7 juni 2020 heeft [account 5] een chatgesprek met de gebruiker van het Encrochat-account [account 10] over het inpakken en ophalen van ‘40’ bij de ‘stash’ achterin in de garage van de [adres 1] . [5] Op 11 en 12 juni 2020 voert [account 9] chatgesprekken met de gebruiker van het Sky-ID [account 11] over meerdere leveringen van verschillende hoeveelheden ‘stuks’ bij een deur rechts achterin, op een locatie die ondergronds is en waarvoor [account 9] naar beneden moet komen, maar het soms niet redt omdat hij (
de rechtbank begrijpt: [account 9]) dan niet thuis is. [6]
De telefoon waarmee gebruik wordt gemaakt van het account [account 5] straalde het meest aan op een zendmast op het adres [adres 2] . [7] De telefoon in gebruik bij het Sky-ID [account 9] straalde tijdens de nachtelijke uren voornamelijk aan op een zendmast op de [adres 3] . [8] Beide zendmasten bevinden zich in de directe omgeving van de [adres 1] in Eindhoven .
Ook blijkt uit die metadata van de onderzoeken Lemont en Argus dat zowel het Encrochat-account [account 5] als het Sky-ID [account 9] door andere gebruikers van deze communicatiediensten werd opgeslagen onder de (bij)naam ‘ [naam 9] ’. [9] Dat de gebruiker van deze accounts daadwerkelijk ‘ [naam 9] ’ als bijnaam hanteerde, blijkt uit de inhoud van een chatgesprek tussen [account 5] en de gebruiker van het Encrochat-account [account 20] , waarin [account 5] zichzelf tegenover deze persoon bekend maakt als ‘ [naam 9] ’ (“slm broer, [naam 9] hier”). [10]
Verder is bij de doorzoeking van de garagebox behorende bij het adres [adres 1] boven de kluis een camera aangetroffen. In deze camera zat een simkaart. Deze simkaart is op 5 april 2020 om 01:30 uur geactiveerd door een Lebara-account waaraan het e-mailadres [e-mailadres] was gekoppeld. [11] Deze simkaart is meermalen opgewaardeerd met beltegoed, voor het eerst op 5 april 2020 om 01:31 uur. De betalingen geschiedden door het Paypal-account van [e-mailadres 2] . [12] Bij het opwaarderen is gebruik gemaakt van twee verschillende IP-adressen. Beide IP-adressen zijn meermalen gebruikt bij het bestellen van maaltijden via Thuisbezorgd.nl bestemd voor het adres [adres 1] in Eindhoven . [13]
De beelden van deze camera kunnen worden bekeken via de applicatie ‘
anyscene’. Deze applicatie is op 4 april 2020 om 13:29 uur middels het Apple ID van [verdachte] geïnstalleerd op de iPhone 12 die bij zijn aanhouding onder hem is aangetroffen. [14] De applicatie is niet aangetroffen op een andere in het onderzoek inbeslaggenomen telefoons. [15]
Op 4 en 5 april 2020 vindt er een chatgesprek plaats tussen de gebruikers van de Encrochat-accounts [account 4] en [account 3] . Op 4 april 2020 om 11:18 uur vraagt [account 3] aan [account 4] of er al een ‘cammi’ (
de rechtbank begrijp: camera) is geïnstalleerd in de schuur bij [naam 9] . [account 4] antwoordt om 14:28 uur dat de ‘cammi nu wordt geïnstalleerd’. Op 5 april 2020 om 23:46 uur bevestigt [account 4] dat de ‘cammie bij [naam 9] ’ is geïnstalleerd. [16]
Ten slotte heeft [account 4] op 20 april 2020 een chatgesprek met de gebruiker van het Encrochat-account [account 8] waarin [account 8] aan hem vraagt: ‘is je brada fit? Geef is zn mail’. [account 4] geeft vervolgens het account [account 5] door. [17]
Zoals de rechtbank hierna onder 6.3.3 concludeert, was het account [account 4] (en het Sky-ID [account 12] ) in gebruik bij [medeverdachte 1] . [verdachte] is de enige broer van [medeverdachte 1] .
Conclusie
Op basis van het voorgaande in onderlinge samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] de enige gebruiker is geweest van het Encrochat-account [account 5] en het Sky-ID [account 9] . De gebruiker van deze accounts bediende zich van de (bij)naam ‘ [naam 9] ’ en had directe bemoeienis met het ophalen en het afleveren van goederen bij de garagebox aan de [adres 1] waarvoor hij telkens ‘naar beneden’ moest komen. Vervolgens wordt in de garagebox behorende bij nummer 191, het adres waar [verdachte] op dat moment stond ingeschreven, een voorraad verdovende middelen aangetroffen. Ook zijn het Lebara- en Paypal-account van [verdachte] gebruikt om de simkaart van de camera in de garagebox te activeren en op te waarderen. Gelet op de overeenkomst in datum en tijd van deze handelingen en het chatgesprek tussen [account 4] en [account 3] over het installeren van een camera bij ‘ [naam 9] ’, gaat de rechtbank ervan uit dat met die ‘ [naam 9] ’ [verdachte] werd bedoeld. Bovendien is er het chatgesprek waarin [account 4] – oftewel: [medeverdachte 1] – het account van [account 5] doorstuurt als [account 8] hem vraagt om de contactgegevens van zijn ‘brada’ (
de rechtbank begrijpt: broer).
De rechtbank is het met de raadsvrouw eens dat de termen
broer, bro of bradadie worden genoemd in chatberichten in beginsel onvoldoende onderscheidend zijn om daar op zichzelf conclusies aan te verbinden over de identiteit van de gebruiker van een account. In de hedendaagse straattaal wordt immers vaak een (verbastering van) het woord ‘broer’ gebruikt zonder dat daarbij sprake hoeft te zijn van een familieband tussen de betreffende personen. Desalniettemin wordt de inhoud van het chatgesprek waarin [account 4] ( [medeverdachte 1] ) de contactgegevens van zijn ‘brada’ doorstuurt, dusdanig ondersteund door andere bewijsmiddelen met betrekking tot de identificatie van [account 5] , dat de rechtbank er in dit geval vanuit gaat dat daarmee zijn echte broer, te weten [verdachte] , wordt bedoeld.
Ten slotte heeft de raadsvrouw, behalve de algemene stelling dat het niet ongebruikelijk is dat één account door meerdere personen wordt gebruikt, niet concreet onderbouwd dat naast [verdachte] ook anderen van de aan hem toegeschreven accounts gebruik hebben gemaakt.
Met verwijzing naar de inhoud van de bewijsmiddelen en de nadere overwegingen daaromtrent, worden alle verweren van de raadsvrouw ten aanzien van de identificatie van [verdachte] als de gebruiker van de accounts [account 5] en [account 9] dan ook verworpen.
6.3.3.
De gebruikers van andere Encrochat-accounts en Sky-ID’s
Hierna volgen – voor zover relevant bij de beoordeling van het aan verdachte ten laste gelegde feit – de bewijsmiddelen, overwegingen en conclusies van de rechtbank met betrekking tot de identificatie van de gebruikers van andere in het dossier vermelde Encrochat-accounts en Sky-ID’s.
[medeverdachte 1] als gebruiker van [account 4] @encrochat en Sky-ID [account 12]
Uit chatgesprekken die door [account 4] zijn gevoerd blijkt dat de gebruiker van dit account een man is die in Eindhoven woont, onder andere de bijnamen “Fort” en “Fortnite pap eindho” heeft en op 1 maart 2020 van Schiphol naar Amerika is gevlogen. [18] Daarnaast straalt de telefoon van de gebruiker van het account [account 4] veelal aan op de zendmast (de ‘thuismast’) op de [adres 3] . [19] Uit analyse van de passagierslijsten van de vier vluchten die op 1 maart 2020 van Schiphol naar Amerika zijn vertrokken, blijkt dat [medeverdachte 1] op die datum met [medeverdachte 4] (later geïdentificeerd als de gebruiker van de Encrochat-account [account 13] en één van de gesprekpartners van [account 4] ) en [naam 1] . naar New York is gereisd. [20] De woning van de ouders van [medeverdachte 1] , op de [adres 4] , valt binnen het dekkingsgebied van de ‘thuismast’ van [account 4] aan de [adres 3] . [21]
De gebruiker van het Encrochat-account [account 4] heeft in een statusbericht vermeld: “sky: [account 12] ”. Volgens de politie heeft dat als doel om de contacten van dit account te informeren dat (ook) gebruik wordt gemaakt dat dit Sky-ID. [22] Uit de metadata van het onderzoek Argus blijkt dat de telefoon die wordt gebruikt door Sky-ID [account 12] is voorzien van het IMEI-nummer eindigend op *5232(6) en dat deze telefoon – net als de telefoon van de gebruiker van het Encrochat-account [account 4] – in de nachtelijke uren het meest aanstraalt op zendmast in de nabije omgeving van de [adres 4] . [23]
Daarnaast volgt uit het dossier dat de gebruiker van het Sky-ID [account 12] – net als de gebruiker van het Encrochat-account [account 4] – onder andere de bijnamen “Fort” en “Fortnite” heeft. [24] Op 4 maart 2020 wordt [medeverdachte 2] via Whatsapp benaderd door de gebruiker van het telefoonnummer eindigend op *453. Op de vraag van [medeverdachte 2] met wie hij aan het chatten is, antwoordt *453: ‘ [medeverdachte 1] ’ / ‘Fort’. [25] Het telefoonnummer eindigend op *453 staat sinds januari 2018 op naam van [medeverdachte 1] , [adres 4] . [26]
Ook blijkt uit de metadata van onderzoek Argus dat de gebruiker van het Sky-ID [account 12] op 21 juni 2020 tussen 14:47 uur en 16:37 uur vanuit Nederland via België naar Frankrijk beweegt en in de nacht van 23 op 24 juni 2020 tussen 23:08 uur en 00:51 uur via België terug naar Nederland is gereisd. [27]
Bij de doorzoeking in de woning op de [adres 4] is in de slaapkamer die in gebruik was bij [medeverdachte 1] een iPhone 10 (X) aangetroffen en in beslag genomen. [28] Het laatst gebruikte nummer van deze telefoon eindigt op *453. [29] De iPhone 10 (X) was geregistreerd onder de naam ‘iPhone [medeverdachte 1] ’ en er was ingelogd met het Apple ID: [e-mailadres 3] . [30] Op 21 juni 2020 ontving deze telefoon sms-berichten waaruit volgt dat om 14:51 uur de landsgrens met België werd gepasseerd en om 16:21 de landsgrens met Frankrijk. [31] Op 23 juni 2020 om 22:16 uur straalde de iPhone X aan op een zendmast in Frankrijk en op 24 juni 2020 om 00:00 uur in België en om 00:52 uur in Nederland. [32] In de tussentijd straalde deze telefoon niet meer aan op een zendmast in Nederland. [33]
Verder is de inhoud van een aantal chatgesprekken tussen [account 12] en andere Sky-ID’s vergeleken met de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer eindigend op *453 (het sociale telefoonnummer van [medeverdachte 1] ). Hieruit blijkt dat [account 12] op 7 juli 2020 om 22:49 uur in een groepsgesprek aangeeft dat hij in een witte Polo op de parkeerplaats van de Mcdonald’s bij de Geldredome staat. [34] Het telefoonnummer eindigend op *453 bevond zich op 7 juli 2020 om 22:58 uur in de omgeving van het stadion Geldredome [35] en [medeverdachte 1] had op dat moment een witte Volkswagen Polo op zijn naam staan. [36]
Op 11 juli 2020 is er een groepsgesprek waarin [account 12] om 19:31 uur aangeeft dat hij geparkeerd staat bij het adres [adres 5] [37] en om 18:50 uur straalt de telefoon die gebruik maakt van het telefoonnummer eindigend op *453 aan op een zendmast in die omgeving. [38] Om 19:46 uur wordt [account 12] naar een adres in ‘Hellevoet’ gestuurd en om 22:15 uur naar de [adres 6] . [39] De telefoon met het nummer eindigend op *453 straalt om 21:28 uur aan op een zendmast in de omgeving van [adres 7] en om 22:38 uur bij het [adres 8] . [40]
Gelet op de overeenkomsten in de bijnamen (Fort en Fortnite), de locatie van de thuismast (in de omgeving van de [adres 4] ) en de verwijzing naar het Sky-ID [account 12] in het statusbericht van [account 4] , stelt de rechtbank vast dat deze twee accounts door dezelfde persoon werden gebruikt. Op basis van de overeenkomsten in de reisbewegingen van de telefoons van deze accounts en de sociale telefoon van [medeverdachte 1] (*453), de vluchtgegevens naar Amerika en het Whatsappbericht naar [medeverdachte 2] waarin [medeverdachte 1] zichzelf “Fort” noemt, concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 1] de gebruiker van deze twee accounts is geweest. Dat hij niet stond ingeschreven op het adres van zijn ouders aan de [adres 4] , maakt dat niet anders. Immers is bij de doorzoeking van deze woning op 9 februari 2021 een slaapkamer aangetroffen die bij hem in gebruik was. In die slaapkamer werden mobiele telefoons en informatiedragers van [medeverdachte 1] gevonden, alsmede een vacumeermachine die zeer gelijkend is op het voorwerp dat [medeverdachte 2] op 9 november 2020 op dit adres aan [medeverdachte 1] heeft overgedragen. [41] Hieruit leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 1] (ook voor zijn aanhouding) feitelijk op dit adres verbleef en dat de [adres 9] slechts zijn inschrijvingsadres betrof. Daarbij betrekt de rechtbank ook de verklaring van de verhuurder van de [adres 9] in Eindhoven dat [medeverdachte 1] zelden bij deze woning kwam. [42]
[medeverdachte 2] als gebruiker van [account 6] @encrochat en Sky-ID’s [account 14] en [account 15]
De rechtbank concludeert op grond van de volgende bewijsmiddelen dat [medeverdachte 2] de gebruiker is geweest van het Encrochat-account [account 6] en de Sky-ID’s [account 14] en [account 15] .
Het Encrochat-account [account 6] is door andere gebruikers van de communicatiedienst Encrochat onder andere opgeslagen onder de (bij)namen ‘Vos’ en ‘Chauff caddy wit’. [43] Uit de chatgesprekken die door de gebruiker van het account [account 6] worden gevoerd, blijkt dat deze persoon in een witte Volkswagen rijdt en op de [adres 10] woont. Ook straalt de telefoon waarvan het account [account 6] gebruikt maakt aan op een zendmast aan het [adres 11] . [44]
Het Encrochat-account [account 6] verwijst in zijn statusbericht naar het Sky-ID [account 15] . [45] Volgens de politie beoogt de gebruiker van dit account daarmee zijn contacten op de hoogte te stellen dat (ook) gebruik wordt gemaakt van het daarin vermelde Sky-ID. De gebruiker het Sky-ID [account 15] wordt door andere Sky-gebruikers in chatberichten aangesproken met de (bij)namen ‘ [naam 2] ’ en ‘Gimp’ en rijdt in een witte Volkswagen Caddy. [46] De telefoon waarvan het Sky-ID [account 15] gebruikt maakt, straalt in de nachtelijke uren het meest aan op de zendmast op het [adres 11] . [47]
De zendmast aan het [adres 11] bevindt zich in de nabije omgeving van de [adres 10] . [48] [medeverdachte 2] staat sinds 2014 als enige bewoner ingeschreven op het adres [adres 10] en had van 3 juli 2019 tot 10 oktober 2020 een witte Volkswagen Caddy op zijn naam staan. [49] Er kunnen geen andere bewoners van de [adres 10] worden gekoppeld aan een witte Volkswagen Caddy. Daarnaast blijkt uit de historische verkeersgegevens van het privé nummer van [medeverdachte 2] (eindigend op *340) dat ook dit nummer in de nachtelijke uren het vaakst verbinding maakt met de ‘thuismast’ van de gebruiker van het Encrochat-account [account 6] en het Sky-ID [account 15] aan het [adres 11] . [50] Dit privé telefoonnummer van [medeverdachte 2] (*340) staat in de telefoon van medeverdachten opgeslagen onder de naam ‘Vos’. [51] [medeverdachte 2] heeft deze bijnaam in een telefoongesprek ook zelf gebruikt om zijn identiteit kenbaar te maken. [52] Daarnaast heeft [medeverdachte 2] in een opgenomen gesprek verteld dat hij gebruik maakt van een Sky-ID met de naam ‘ [naam 2] ’ als verwijzing naar [naam 2] (
de rechtbank begrijpt: een voormalige Duitse profvoetballer/trainer). [53]
Verder is bij de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 2] aan de [adres 10] een iPhone aangetroffen met een IMEI-nummer dat blijkens de metadata van het onderzoek Argus is gekoppeld aan het Sky-ID [account 15] . [54] Uit het politieonderzoek is gebleken dat de telefoon waarvan met dit account gebruik wordt gemaakt op 13 november 2020 aanstraalt op de luchthaven Schiphol en daarna tot 5 december 2020 alleen verbinding maakt met zendmasten in de Verenigde Arabische Emiraten. [medeverdachte 2] is op 13 november 2020 vanaf Schiphol naar Dubai gevlogen en op 4 december 2020 weer terug naar Nederland gereisd. [55]
Ten slotte is bij de aanhouding van [medeverdachte 2] een iPhone aangetroffen met een IMEI-nummer dat is gekoppeld aan het Sky-ID [account 14] . Dit Sky-ID maakte onder andere gebruik van de (bij)namen ‘ [naam 2] ’ en ‘ [naam 2] new’ [56] en straalt – net als de telefoon van het Encrochat-account [account 6] , het Sky-ID [account 15] en het privénummer van [medeverdachte 2] – ‘s nachts het meest aan op de zendmast op het [adres 11] . [57] De gebruiker van dit Sky-ID geeft in de chatberichten aan dat hij rijdt in een ‘witte Opel bus’ en ‘de Vivaro’. [medeverdachte 2] had destijds een witte Opel Vivaro met kenteken [kenteken 1] op zijn naam staan. De reisbewegingen die de gebruiker van het account [account 14] volgens de chatberichten maakt, komen op meerdere momenten overeen met de reisbewegingen van de Opel Vivaro met kenteken [kenteken 1] én de reisbewegingen van het privénummer van [medeverdachte 2] (*340). [58]
[medeverdachte 3] als gebruiker van [account 7] @encrochat en Sky-ID’s [account 11] en [account 16]
De rechtbank is concludeert op grond van de volgende bewijsmiddelen dat [medeverdachte 3] de gebruiker is geweest van het Encrochat-account [account 7] en de Sky-ID’s [account 11] en [account 16] .
Uit de chatgesprekken die door het Encrochat-account [account 7] zijn gevoerd, blijkt dat de gebruiker van dit account een man is, in Eindhoven woont, en in een Toyota Aygo en een bruine Peugeot Partner met blauwe kentekenplaten rijdt. [59] Ook de gebruiker van het Sky-ID [account 11] geeft in een door hem gevoerd chatgesprek aan dat hij in een ‘bruine Peugeot met blauwe platen’ komt. [60] Er staat in Nederland één bruine Peugeot Partner met blauwe kentekenplaten geregistreerd. Het betreft een taxi-voertuig met kenteken [kenteken 2] op naam van [medeverdachte 3] . [61] [medeverdachte 3] had van 29 augustus 2018 tot 5 juni 2020 ook een Toyota Aygo op zijn naam staan. [62]
De telefoon waarmee gebruik wordt gemaakt van het account [account 7] staat voornamelijk in verbinding met een zendmast in de wijk Woensel-Zuid in Eindhoven. [63] [medeverdachte 3] staat sinds 2018 ingeschreven op het adres [adres 12] . Dit adres bevindt zich in de wijk Woensel-Zuid. [64]
Naar aanleiding van deze bevindingen zijn de telecomgegevens van het privé telefoonnummer van [medeverdachte 3] (eindigend op *389) opgevraagd en is de Peugeot Partner met kenteken [kenteken 2] voorzien van een peilbaken. Uit vergelijkend onderzoek is gebleken dat de Peugeot Partner tussen 13 november 2020 en 9 februari 2021 dezelfde reisbewegingen maakt als het telefoonnummer eindigend op *389. [65]
Bij de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 3] aan de [adres 12] is een laptop met de rittenadministratie aangetroffen van de als taxi ingerichte Peugeot Partner met kenteken [kenteken 2] over de periode 1 augustus 2020 tot en met 26 januari 2021. [66] Uit deze rittenregistratie blijkt dat de taxiritten van dit voertuig telkens door dezelfde chauffeur werden gereden. De in deze administratie vermelde ritten komen op meerdere momenten overeen met de reisbewegingen van het voertuig. Ook komt de rittenadministratie meerdere malen overeen met de door het Sky-ID [account 11] gecommuniceerde locaties en aankomsttijden en de telecomgegevens van het privé telefoonnummer van [medeverdachte 3] . [67]
Uit de chatberichten die op 26 november 2020 door [account 11] worden verstuurd volgt dat deze gebruiker een nieuw Sky-ID heeft. [68] Volgens de politie is dat het Sky-ID [account 16] . Dit Sky-ID is vanaf 30 november 2020 actief en gebruiker van dit account wordt net als [account 11] aangesproken met de (bij)naam ‘Roberto’. [69] De reisbewegingen en de aankomsttijdstippen waarover de gebruiker van het Sky-ID [account 16] in verschillende groepsgesprekken communiceert, komen overeen met de reisbewegingen van de Peugeot Partner met kenteken [kenteken 2] en de telecomgegevens van het privé nummer van [medeverdachte 3] . [70]
[medeverdachte 4] als gebruiker van Sky-ID’s [account 17] en [account 18] en Encrochat-accounts [account 8] en [account 13]
De rechtbank komt op grond van het volgende tot de conclusie dat [medeverdachte 4] de gebruiker is geweest van de Sky-ID’s [account 17] en [account 18] en de Encrochat-accounts [account 8] en [account 13] .
[medeverdachte 4] is op 9 februari 2021 aangehouden. Bij de aanhouding werd in zijn auto een iPhone aangetroffen met het IMEI-nummer eindigend op *3808
.In de fouillering van [medeverdachte 4] werd een iPhone aangetroffen met een IMEI-nummer eindigend op *8084. Blijkens de metadata van het onderzoek Argus zijn beide IMEI-nummers gekoppeld (geweest) aan de Sky-ID’s [account 17] en [account 18] . [71] Het Sky-ID [account 17] was actief vanaf 13 juni 2020 tot en met 14 december 2020. Het Sky-ID [account 18] was actief vanaf 14 december 2020 tot en met 11 februari 2021. [72]
De gebruiker van deze Sky-ID’s wordt door andere Sky-gebruikers aangesproken met de (bij)naam ‘Juve’. [73] Ook de gebruiker van het Encrochat-account [account 8] wordt in chatgesprekken ‘Juve’ genoemd. [74] De gebruiker van dit account had op enig moment in zijn statusbericht vermeld: “nieuw [account 13] ”. [75] Hieruit kan worden afgeleid dat [account 8] aan zijn contacten kenbaar maakte dat [account 13] zijn nieuwe Encrochat-account was. Dat wordt bevestigd door de opvolgende actieve periodes van beide accounts. Het account [account 8] was actief van 30 maart 2020 tot en met 9 mei 2020 en het account [account 13] van 9 mei 2020 tot en met 12 juni 2020. [76]
De telefoon die werd gebruikt door de Encrochat-accounts [account 8] en [account 13] én de iPhone waarmee gebruik gemaakt werd van de Sky-ID’s [account 17] en [account 18] (die bij de aanhouding onder [medeverdachte 4] is aangetroffen), straalden het vaakst en voornamelijk in de nachtelijke uren aan op de zendmast op het [adres 13] . [77] Uit onderzoek naar de historische verkeersgegevens van het privé telefoonnummer van [medeverdachte 4] (eindigend op *809) is gebleken dat deze telefoon op verschillende momenten verbinding maakt met dezelfde zendmasten in Eindhoven, Best en Amsterdam als de telefoon van het Encrochat-account [account 13] . [78] Verder maakt de sociale telefoon van [medeverdachte 4] over het algemeen het vaakst en/of ’s nachts gebruikt van de (thuis)mast aan de [adres 14] . [79] [medeverdachte 4] stond van 2007 tot 2023 ingeschreven op de [adres 15] . [80] Zowel de [adres 13] als de [adres 14] bevinden zich in de nabije omgeving van het inschrijvingsadres van [medeverdachte 4] . [81]
Uit onderzoek naar reisbewegingen van de accounts en [medeverdachte 4] is gebleken dat de telefoon van het Encrochat-account [account 8] zich op 1 maart 2020 om 09:57 uur in de omgeving van Schiphol bevond en dat [medeverdachte 4] die ochtend (met [medeverdachte 1] ) naar Amerika is gevlogen. [82] Daarnaast bericht de gebruiker van het Sky-ID [account 17] op 7 september 2020 in een chatgesprek dat hij op vakantie gaat en op 17 september 2020 dat hij zondag (
de rechtbank begrijpt: zondag 20 september) weer terug is. De telefoon waarmee dit account gebruikt werd, maakte tussen 7 september 2020 en 19 september 2020 verbinding met het netwerk in Dubai. [medeverdachte 4] is op 7 september 2020 naar Dubai gereisd en op 20 september 2020 weer naar Nederland teruggekeerd. [83]
6.3.4.
Deelneming aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet (Ow) (feit 1)
Dan komt de rechtbank nu toe aan vraag of [verdachte] heeft deelgenomen aan een samenwerkingsverband met [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en een of meer anderen, dat als oogmerk had het plegen van misdrijven met betrekking tot verdovende middelen van lijst 1 Ow (hierna: harddrugsmisdrijven).
Juridisch kader
De strafbaarstelling in artikel 11b Ow is een gekwalificeerde specialis van de algemene strafbaarstelling van deelneming aan een criminele organisatie zoals opgenomen in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht. Daarom moet bij de beoordeling van het bewijs worden aangesloten bij de uitleg die in dat kader aan de verschillende bestanddelen van de delictsomschrijving wordt gegeven. Voor een bewezenverklaring van deelneming aan een criminele organisatie moet de rechtbank vaststellen dat sprake is geweest van 1) een organisatie, 2) die tot oogmerk had het plegen van misdrijven en 3) dat verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen. [84]
Het bestanddeel ‘organisatie’ ziet op een samenwerkingsverband tussen de verdachte en tenminste één andere persoon, waarbij sprake is van een zekere duurzaamheid en structuur (Hoge Raad 5 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:969). Duurzaamheid en structuur werken als communicerende vaten. Zowel een minder duurzaam verband van personen die voor langere duur met elkaar samenwerken als een zeer gestructureerde groep personen die pas sinds kort met elkaar samenwerken, kan worden aangemerkt als een organisatie in de zin van artikel 140 Sr. Het is niet vereist dat een samenwerkingsverband wordt gekenmerkt door hiërarchische verhoudingen. De aanwezigheid van een gelaagde rolverdeling tussen de deelnemers kan echter wel worden meegewogen bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een organisatie (Hoge Raad 11 april 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9130, NJ 2006/393).
Het oogmerk van de organisatie moet zijn gericht op het plegen van misdrijven. Voor een bewezenverklaring is het niet vereist dat deze misdrijven daadwerkelijk zijn gepleegd. Het gaat om het doel van de organisatie om de misdrijven te plegen. Bovendien gaat het om het oogmerk van de organisatie als geheel en niet van één of meer individuen.
In deze zaak ziet de verdenking op het deelnemen aan een organisatie met het oogmerk op het plegen van harddrugsmisdrijven. In de tenlastelegging zijn de volgende specifieke misdrijven opgenomen:
  • het aanwezig hebben van harddrugs (artikel 10, derde lid, Opiumwet);
  • het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren of vervaardigen van harddrugs (artikel 10, vierde lid, Opiumwet);
  • het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van harddrugs (artikel 10, vijfde lid, Opiumwet), en
  • het voorbereiden en/of bevorderen van de productie en/of handel in harddrugs (artikel 10a Opiumwet).
Het oogmerk van de organisatie op het plegen van deze misdrijven moet uit de bewijsmiddelen blijken. Voor het bewijs van dit bestanddeel kan onder meer betekenis toekomen aan de misdrijven die in het kader van de organisatie zijn gepleegd, het meer duurzame of gestructureerde karakter van de samenwerking – zoals blijkt uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden en/of de onderlinge afstemming van activiteiten van de deelnemers met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie – en de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van de deelnemers binnen de organisatie (Hoge Raad 5 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:969).
Voor deelneming aan de organisatie is van belang dat de verdachte behoort tot de organisatie en dat hij een aandeel heeft in de gedragingen, dan wel de gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Om als deelnemer van de organisatie te kunnen worden aangemerkt is het niet vereist dat verdachte moet hebben samengewerkt, althans bekend moet zijn geweest, met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie (o.a. Hoge Raad 22 januari 2008, NJ 2008/72). De vraag of verdachte aan de organisatie heeft deelgenomen moet zelfstandig worden beantwoord. Het is bij die beoordeling niet relevant of andere personen meer werkzaamheden hebben verricht of een belangrijkere rol vervulden dan verdachte (Hoge Raad 5 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:969). Ook is het niet vereist dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte vanaf de in de tenlastelegging opgenomen aanvangsdatum aan de organisatie heeft deelgenomen (Hoge Raad 28 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1399).
Het opzet van de verdachte moet zijn gericht op het deelnemen aan de organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van (i.c. harddrugs)misdrijven. Daartoe is het voldoende dat verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk het plegen van (i.c. harddrugs)misdrijven heeft. Niet is vereist dat de verdachte wetenschap heeft van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd of dat zijn opzet op het plegen van deze concrete misdrijven is gericht (o.a. Hoge Raad 5 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV4122, NJ 2007/336).
Indien uit de bewijsvoering volgt dat verdachte een aan de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie bijdragende of ondersteunende handeling heeft verricht, dan ligt zijn wetenschap met betrekking tot het oogmerk van de organisatie daarin besloten. Volgt uit de bewijsvoering echter slechts dat verdachte voor de deelnemers van de criminele organisatie hand- en spandiensten heeft verricht zonder dat daaruit kan worden afgeleid dat hij daarbij handelde in de wetenschap dat de organisatie het plegen van (i.c. harddrugs)misdrijven tot oogmerk had, dan levert het handelen van verdachte geen deelneming aan die organisatie op (Hoge Raad 8 februari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9814).
Feiten en omstandigheden van de zaak
De rechtbank gaat bij de beantwoording van de bewijsvraag uit van de volgende feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Daarbij wordt opnieuw vermeld dat de tijdstippen van Encrochat- en Sky-ECC-berichten in de processen-verbaal in UTC zijn weergegeven en dat de rechtbank deze tijdstippen in het vonnis heeft gecorrigeerd (UTC+1 bij wintertijd en UTC+2 bij zomertijd).
Berichtenverkeer via Encrochat
Op 28 maart 2020 stuurt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) berichten naar de gebruiker van het account [account 19] ( [medeverdachte 3] ) waaruit volgt dat de ‘tellies klaar zijn’ en dat [account 7] ( [medeverdachte 3] ) deze moet ophalen en naar Nieuwegein moet brengen. [85]
Op 30 maart 2020 krijgt [account 7] ( [medeverdachte 3] ) van de gebruiker van het Encrochat-account [account 3] de opdracht om morgenochtend (
de rechtbank begrijpt: 31 maart 2020) spullen op te halen in Antwerpen, België. Ook krijgt [account 19] ( [medeverdachte 3] ) verdere instructies over het transport, wat hij moet doen in geval van een grenscontrole en uitleg over een token. [86]
Op 31 maart 2020 om 10:33 uur geeft [account 7] ( [medeverdachte 3] ) aan [account 3] door dat de overdracht gelukt is. [account 3] zegt dat hij 5 stuks in de auto moet laten en die later naar Nieuwegein moet brengen. [87]
Op dat moment heeft [account 3] ook contact met [account 4] ( [medeverdachte 1] ) en stuurt om 11:10 uur dat ‘Turk online is en dat hij spullen gaat halen in België’. Hij vraagt of [account 4] ( [medeverdachte 1] ) straks ‘de bus kan aannemen’ bij ‘wcw’ en ‘het spul’ bij ‘ [naam 9] ’ kan ‘stashen’; er moeten ‘5’ achterblijven in de stash zodat ‘taxi’ deze kan wegbrengen. [88]
Om 11:14 uur neemt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) contact op met [account 7] ( [medeverdachte 3] ) en vraagt of hij ‘blokken’ heeft. [account 7] ( [medeverdachte 3] ) antwoordt bevestigend. Om 11:47 uur ontmoeten zij elkaar ‘bij de Jumbo bij wcw’. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) neemt de auto van [account 7] ( [medeverdachte 3] ) over en opent kort daarna de verborgen ruimte van het voertuig. [89]
Om 11:49 uur geeft [account 4] ( [medeverdachte 1] ) aan [account 3] door dat hij ‘nu naar de stash rijdt’. [account 3] geeft [account 4] ( [medeverdachte 1] ) opdracht één van de blokken te openen en daar foto’s van te maken. [90]
Uit onderzoek naar de parkeertransacties van parkeergarage [naam parkeergarage] blijkt dat [medeverdachte 1] om 12:33 uur € 1,- aan parkeerkosten heeft betaald. Aangezien de parkeergarage een tarief van € 0,50 per 22 minuten hanteert, betekent dit dat [medeverdachte 1] tussen de 22 en 44 minuten in de garage heeft geparkeerd. [91]
Om 12:39 uur stuurt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) naar [account 3] een foto van een rechthoekig in zwart folie verpakt wit blok met een afdruk van een Audi-logo [92] . Om 13:49 uur bevestigt [account 7] ( [medeverdachte 3] ) naar [account 3] dat de overdracht in Nieuwegein gelukt is. [93]
Op 1 april 2020 geeft [account 3] aan [account 4] ( [medeverdachte 1] ) de opdracht om 5 ‘boli’s’ aan ‘taxi’ af te geven. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) mag de levering niet zelf doen, omdat hij geen klanten mag zien. [94]
Op 2 april 2020 vraagt de gebruiker van het account [account 20] aan [account 6] ( [medeverdachte 2] ) hoe laat hij ‘4 stuks’ kan brengen. Hierop vraagt [account 6] ( [medeverdachte 2] ) aan [account 3] waar hij 4 stuks kan ophalen. [account 3] antwoordt dat hij daarvoor ‘fort’ moet mailen. [95] Vervolgens hebben [account 4] ( [medeverdachte 1] ) en [account 6] ( [medeverdachte 2] ) contact over hoe laat en waar de 4 stuks kunnen worden opgehaald. Uiteindelijk worden deze overgedragen aan [account 20] . [96]
Op 3 april 2020 om 13:35 uur geeft [account 3] aan [account 6] ( [medeverdachte 2] ) opdracht om 10 stuks op te halen in Rotterdam. Om 15:43 uur meldt [account 6] ( [medeverdachte 2] ) dat het gelukt is. [97] Om 17:11 uur vragen de gebruikers van het Encrochat-account [account 2] en [account 3] aan [account 6] ( [medeverdachte 2] ) om foto’s te sturen van ‘het spul’. Hierop stuurt [account 6] ( [medeverdachte 2] ) foto’s van een rechthoekig in zwart folie verpakt wit blok met de afdruk van een kroon. [98]
Op 3 april 2020 om 15:49 uur stuurt [account 3] naar [account 8] ( [medeverdachte 4] ): ‘Nifo heb bolis voor je, 27’. [account 3] stuurt vervolgens op verzoek van [account 8] ( [medeverdachte 4] ) een foto van een rechthoekig wit blok met daarop een kroon afgedrukt. [99] Diezelfde dag heeft [account 3] ook contact met [account 4] ( [medeverdachte 1] ) en zegt dat hij ‘boli en colo’ heeft; ‘boli 27,5 en colo 28’. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) moet de ‘boli voor 28’ aanbieden en ‘de colo voor 28,5’. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) reageert bevestigend. [100] Direct daarna, om 16:02 uur, heeft [account 4] ( [medeverdachte 1] ) contact met de gebruiker van het Encrochat-account [account 21] waarin hij blokken ‘colo’ en ‘boli’ met een ‘givenchy stempel’ aanbiedt voor de prijzen zoals door [account 3] zijn doorgegeven. [101]
Op 4 april 2020 om 12:50 uur vraagt de gebruiker van het Encrochat-account [account 1] aan [account 7] ( [medeverdachte 3] ) om 25 stuks op te halen in Breda. Hij moet daarvan 20 aan ‘Fort’ geven, 5 ‘in de stash’ laten en daarna doorrijden naar Nieuwegein. [102] [account 7] ( [medeverdachte 3] ) rijdt in de Peugeot taxi. Om 15:03 uur bevestigt [account 7] ( [medeverdachte 3] ) dat ‘20’ zijn overgedragen aan Fort en om 16:07 uur dat de rest is afgegeven in Nieuwegein. [103]
Om 13:22 uur is er ook contact tussen [account 4] ( [medeverdachte 1] ) en [account 3] waarin berichten van [account 1] worden doorgestuurd. [account 3] stuurt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) het volgende bericht: ‘taxi 25stks pakt en het beste dat fort aanpakt zoals altijd maar echt 1-2 straten verder’. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) antwoordt bevestigend. Om 14:57 uur stuurt [account 3] het bericht door dat ‘taxi bijna bij fort is’ en dat hij ( [account 4] = [medeverdachte 1] ) het direct moet openmaken en checken. [104]
Ondertussen is er ook contact tussen [account 4] ( [medeverdachte 1] ) en [account 1] . Om 14:56 uur vraagt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) aan [account 1] of hij 1 blok moet checken of dat hij ze alle 25 open moet maken. [account 1] reageert dat één genoeg is en wijst [account 4] ( [medeverdachte 1] ) er op dat hij altijd handschoenen aan moet doen en als hij met tassen naar de stash gaat altijd de ‘cam’ (
de rechtbank begrijpt: camera) uit moet doen. Om 15:18 uur laat [account 4] ( [medeverdachte 1] ) weten dat alles is gelukt en stuurt hij foto’s van een rechthoekig in zwart folie verpakt wit blok met GVY-stempel en het bericht: “zijn echt goede blokken. Ruikt goed en sterk”. [105]
Om 16:28 uur bevestigt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) bij [account 3] dat ‘de vrouwen zijn gelukt’. Later op de avond geeft [account 4] ( [medeverdachte 1] ) aan de ‘cammie’ is geïnstalleerd. [106]
Op 5 april 2020 heeft [account 4] ( [medeverdachte 1] ) contact met [account 1] en [account 3] over geld. Om 16:51 uur stuurt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) naar [account 1] dat hij ‘pap’ heeft aangenomen en dat hij het vanavond zal tellen. Om 23:26 uur stuurt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) een foto van stapels geld in coupures van 20 en 50 euro met het bericht: “119.185”. [107]
Net na middernacht stuurt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) naar [account 3] dat hij alle ‘pap’ morgen opnieuw gaat tellen en dat hij voortaan ‘ [naam 9] laat tellen en hij het aannemen en brengen’ doet. [account 3] is het daar niet mee eens en reageert dat ‘ [naam 9] enkel vrouwen’ moet doen en dat ‘ieder zijn eigen verantwoordelijkheid’ heeft. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) klaagt dat ‘deze pap tellen koppijn is’ en dat hij ‘net pap heeft geteld en geseald en bij andere pap heeft gelegd, maar dat het bedrag blijkbaar niet klopt’. [account 3] spreekt ‘fort’ aan op zijn verantwoordelijkheid en zegt dat hij goed moet tellen en netjes moet werken’. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) geeft aan dat hij opnieuw gaat tellen en stuurt [account 3] daarna een foto van gesealde zakken met coupures van 20 en 50 euro. Ook vraagt [account 3] aan [account 4] ( [medeverdachte 1] ) hoe hij werkt als hij ‘een waggie aanneemt of spullen moet pakken’. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) antwoordt dat hij bij aannemen de auto overneemt, naar de garage rijdt, kijkt of niemand hem volgt, dan helemaal naar achter rijdt, vijf minuten wacht en dat uitstapt en naar de stash gaat. [108]
Eveneens is op 5 april 2020 contact tussen [account 2] en de gebruiker van het Encrochat-account [account 22] . [account 2] stuurt: “50kg 8 am / My driver will contact u / [account 6] ”. [109] Vervolgens vraagt [account 2] aan [account 6] ( [medeverdachte 2] ) of hij morgen ‘50 stuks’ kan ophalen in Amsterdam en deelt het token dat [account 22] met hem had gedeeld. [account 6] ( [medeverdachte 2] ) reageert bevestigend. [110] Op 6 april 2020 om 07:24 uur stuurt [account 6] ( [medeverdachte 2] ) dat het gelukt is. [111] [account 22] stuurt naar [account 2] een foto van 5 stapels van 10 in bruin tape verpakte rechthoekige blokken. Op verzoek van [account 2] stuurt hij later een foto van een geopende verpakking. Het betreft een rechthoekig wit blok met een afdruk RM35. [112]
Op 6 april 2020 om 17:15 uur vraagt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) aan [account 6] ( [medeverdachte 2] ) om ‘2 tassen vol pap’ naar de geldtelmachine te brengen, ‘seals’ met een stift op te halen bij ‘ [naam 9] ’ en ‘pap’ bij de ouders van ‘pharma’. [113]
Om 17:40 uur meldt [account 8] ( [medeverdachte 4] ) bij [account 4] ( [medeverdachte 1] ) dat hij nog ‘pap heeft van fish van gister die er nog bij moet’. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) antwoordt dat [account 8] ( [medeverdachte 4] ) naar ‘appa’ moet komen en ‘seals’ mee moet nemen, zodat hij ( [account 4] ; [medeverdachte 1] ) alles kan tellen en het naar de ‘stash’ kan brengen. [114]
Om 21:29 uur stuurt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) naar [account 1] een foto van een geldtelmachine waarop een totaalbedrag van 824.165 staat weergegeven en stuurt een overzicht van de hoeveelheden ‘pap’ die sinds 27 januari zijn aangenomen en weggebracht via [account 1] en [account 23] . [115]
Op 7 april 2020 om 12:31 uur geeft [account 3] aan [account 6] ( [medeverdachte 2] ) de opdracht om boli’s voor ‘ [account 24] ’ naar Beverwijk te brengen. [account 3] heeft deze voor 28 verkocht en [account 6] ( [medeverdachte 2] ) krijgt 500 voor deze rit. Om 12:55 uur neemt de gebruiker van het Encrochat-account [account 24] contact op met [account 6] ( [medeverdachte 2] ) over het tijdstip van de overdracht. [account 24] vraagt welke stempel het is. [account 6] ( [medeverdachte 2] ) vraagt dat op zijn beurt aan [account 3] . [account 3] reageert met ‘Rm’. Om 17:23 uur bevestigt [account 6] ( [medeverdachte 2] ) bij [account 3] dat het gelukt is en dat ze ‘3 hebben gepakt’. Daarvoor is ‘90’ betaald. [116]
Op 12 april 2020 vraagt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) aan [account 8] ( [medeverdachte 4] ) of hij 26.5k heeft; ‘Pharma’ had hem gemaild en zei dat ‘juve’ hem ‘26k’ moest geven. [117]
Op 14 april 2020 vraagt [account 3] aan [account 5] ( [verdachte] ) wat hij van de ‘gvy’ vindt. [account 5] ( [verdachte] ) antwoordt: “Die ik niet goed vond ruiken goed. De harde zijn niet echt hard, maar poederachtig. Zitten wel steenharde tussen voor zover ik weet”. [118]
Op 20 april 2020 stuurt [account 3] naar [account 4] ( [medeverdachte 1] ): “En juve geeft je straks of morgen 27,000 + ik nog 27,000. Je moet gewoon rekenen 27,00 per blok. Hebben nu 8 blokken zijn weg. Turk 4 renault 3 juve 1”. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) stuurt dat het klopt en geeft aan dat hij ‘hier nog echt veel geld heeft, bijna 1 mil’. [119]
Op 23 april 2020 stuurt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) een foto naar [account 21] van een rechthoekig wit blok met een afdruk van de letters GVY met het aanbod ‘Givenchy blok 27. 10 stuks 26.5’. Op de vraag van [account 21] of het ‘colo’ is, reageert [account 4] met ‘Boli’. [120]
Op 24 april 2020 is er contact tussen [account 4] ( [medeverdachte 1] ) en [account 5] ( [verdachte] ) over ‘het aannemen en in de kluis zetten van 20 stuks’ van ‘Vos’. [account 5] ( [verdachte] ) geeft aan dat hij denkt dat Vos het bij hem boven komt brengen, maar vindt het bij nader inzien toch beter als hij naar de garage komt. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) is het daarmee eens en zegt tegen [account 5] ( [verdachte] ) dat hij beneden in de garage moet aannemen, moet wachten tot hij weg is en dan pas de berging in moet lopen. Kort daarna bevestigt [account 5] ( [verdachte] ) dat de overdracht is gelukt, dat het 50 stuks waren. [121]
Op 26 april 2020 vraagt [account 3] aan [account 5] ( [verdachte] ) hoeveel ‘GIVENCHY’ er nog ligt. [account 5] ( [verdachte] ) reageert: ‘ik geloof 10 givenchy, zal straks natellen’. [account 5] ( [verdachte] ) vraagt [account 3] of het mogelijk is het checken van de blokken ergens anders te doen, omdat het ‘hier’ geen goede plek is vanwege de geur beneden. [122]
Op 3 mei 2020 hebben [account 3] en [account 5] ( [verdachte] ) contact over de huidige voorraad. [account 5] ( [verdachte] ) laat weten dat er nog 6 gvy boven liggen, dat hij vandaag alles uit de kluis heeft gehaald, 100 stuks heeft geteld, dat de kluis nu leeg is en dat hij alles netjes ordent en erg zorgvuldig is na een eerdere fout. Er moet er volgens [account 3] nog één liggen, maar [account 5] ( [verdachte] ) weet niet waar die is en zegt dat hij er voortaan bij is als er iets komt of weggaat. [account 5] ( [verdachte] ) zegt tegen [account 3] dat hij zijn ‘pap’ maar moet inhouden tot ‘de waarde van die blok is afbetaald’. [123]
Op 1 mei 2020 vraagt [account 3] aan [account 5] ( [verdachte] ) of hij een goede foto van de GVY kan maken voor de klanten. [124]
Op 8 mei 2020 stuurt [account 5] ( [verdachte] ) een gesprek tussen hemzelf en [account 3] over het verdelen van ‘pap van die 150 stuks’ en ‘van die gvy’ door aan [account 4] ( [medeverdachte 1] ). [account 4] ( [medeverdachte 1] ) zegt dat hij benieuwd is hoeveel iedereen krijgt. [125]
Op 11 en 13 mei 2020 vraagt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) aan [account 7] ( [medeverdachte 3] ) om naar hem toe te komen om ‘6’ op te halen en ‘pap’ moet aannemen dan wel een tas met ‘pap’ weg te brengen. [126]
Op 14 mei en 19 mei 2020 houdt [account 5] ( [verdachte] ) [account 3] op de hoogte van de hoeveelheden die door ‘gimp’ (= [account 6] = [medeverdachte 2] ) worden gebracht en gehaald met bijbehorende stempels. Ook vraagt hij aan [account 3] wanneer ze hun ‘pap’ krijgen en zegt dat het voor hem en ‘fort’ (= [account 4] = [medeverdachte 1] ) onduidelijk is hoe het wordt verdeeld. [127]
Op 18 mei 2020 heeft [account 4] ( [medeverdachte 1] ) een chatgesprek met [account 3] over het uitbetalen van de beheerders van de stash en de koeriers van ‘pap’ en ‘VR’:
[account 3] 964.525 %0,05 = 4,822€ ///// 35*250=8,750€ maakt totaal 13,572€
[account 3] Stash VR 2,250 Ryder VR 6,500 Pap ST 3,250 Ryder Pap 1,572
[account 4] Is goed.
Dan geef ik morgen iedereen zn pap.
Ooh pap st ben ik.
Alleen vr ryder denk wel iets meer
Hijs paar keer grens over gegaan drm
[account 3] 1x. Hij heb 1x die audis opgehaald. [128]
Op 19 mei 2020 legt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) deze berekening voor aan [account 1] en vraagt of hij dit morgen kan uitbetalen. [account 1] is akkoord. [129]
Op 27 mei 2020 vraagt [account 1] aan [account 4] ( [medeverdachte 1] ) om de ‘rekening van gvy’ en de ‘papstanden cash zoals elke zondag’. Vervolgens stuurt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) een overzicht van aangenomen en afgegeven ‘pap’ van 14 april tot 26 mei met de tekst: ‘dit is de gvy rek’. Het betreft een totaal van 510.540. Ook stuurt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) een overzicht van 27 januari tot 22 mei met het bericht: ‘dat is excl gvy rek’. Het betreft een totaal bedrag van 952.310. [account 1] vraagt of [account 4] ( [medeverdachte 1] ) een foto van de 900k kan maken zodat hij het kan laten ophalen. [130] Op 30 mei 2020 worden foto’s verstuurd van stapels geld in een bigshopper een token voor 900k. Na deze overdracht stuurt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) aan [account 1] de nieuwe ‘papstand’ door van 50.850. [131]
Op 28 mei 2020 vraagt [account 4] ( [medeverdachte 1] ) aan [account 5] ( [verdachte] ) of hij ‘aan taxi kan geven’ omdat [account 4] ( [medeverdachte 1] ) zelf ‘pap moet tellen, klaarleggen en afgeven’. [account 5] ( [verdachte] ) antwoordt bevestigend en vraagt een paar uur later aan [account 4] ( [medeverdachte 1] ) of hij dan ‘20 aan gimp kan geven’; deze liggen ‘in de kloezoe’. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) laat weten dat het gelukt is. [132]
Op 5 juni 2020 informeert de gebruiker van het Encrochat-account [account 10] bij [account 4] ( [medeverdachte 1] ) hoeveel ‘pap’ er nog van hem er ligt en in welke coupures. [account 4] ( [medeverdachte 1] ) reageert dat er nog 173.500 ligt in biljetten van 100, 200 en 500. [133]
In de nacht van 6 op 7 juni 2020 vraagt [account 10] aan [account 5] ( [verdachte] ) of hij al ’40 heeft ingepakt’ en zegt dat een jongen uit België het komt ophalen. [account 5] ( [verdachte] ) vraagt aan [account 10] of hij ‘gimp’ (= [account 6] = [medeverdachte 2] ) kan sturen, omdat hij weet hoe hij moet aanpakken en ‘interactie bij de stash minimaal moet blijven’. [account 10] vraagt het adres en [account 5] ( [verdachte] ) stuurt: “ [adres 1] garage achterin. Nummer heeft hij niet nodig”. [134]
Op 8 juni 2020 laat [account 10] aan [account 5] ( [verdachte] ) weten dat ‘gimp’ (= [account 6] = [medeverdachte 2] ) 8 kg komt brengen en dat hij dat moet inpakken, zodat het morgen in Eindhoven kan worden afgegeven. [135]
Berichtenverkeer via Whatsapp
Op 30 juni 2020 vraagt [medeverdachte 4] (*809) aan [medeverdachte 1] (*453) of hij thuis is omdat hij wat wil ‘droppen’. [medeverdachte 1] vraagt of het om ‘pap’ gaat. [medeverdachte 4] antwoordt bevestigend. [medeverdachte 1] laat weten dat [medeverdachte 4] langs kan komen. [136] Later neemt [medeverdachte 1] contact op met [medeverdachte 4] omdat ‘1 stack niet klopt’. Het is 24.135 en 1 bundel van 50 mist. [medeverdachte 4] zegt dat hij het later geeft en dat hij ‘nog 27,75 moet droppen’. [137]
Berichtenverkeer via Sky-ECC
Op 4 juni 2020 geeft de gebruiker van het Sky-ID [account 25] aan [account 15] ( [medeverdachte 2] ) de opdracht om ‘470 van fort’, ‘320€ van Amsterdam’ en ‘247€ van Den Haag’ naar Breda te brengen. [account 15] ( [medeverdachte 2] ) is akkoord. [138]
Op 10 juni 2020 geeft de gebruiker van het Sky-ID [account 26] aan [account 15] ( [medeverdachte 2] ) de opdracht om de ‘pap’ die bij ‘fort’ ligt de volgende dag naar Nieuw-Vennep te brengen en dat hij onderweg het blok dat hij nog heeft liggen moet afleveren in Hilversum. [account 12] (‘Fort’ = [medeverdachte 1] ) laat weten dat de ‘pap’ klaar ligt in een boodschappentas. Het gaat om 125.000. [account 26] wil dat [account 15] ( [medeverdachte 2] ) en [account 12] ( [medeverdachte 1] ) ergens anders afspreken voor de overdracht omdat de auto van [account 15] ( [medeverdachte 2] ) al een tijd niet is ‘geswiped’. [139]
Op 11, 12, 14 en 29 juni 2020 hebben [account 9] ( [verdachte] ) en [account 11] ( [medeverdachte 3] ) contact over het droppen en ophalen van verschillende aantallen stuks ‘beneden’ bij de deur rechts achterin. [140]
Op 13 juli 2020 krijgt [account 15] ( [medeverdachte 2] ) een foto toegestuurd van een adres in Eibergen met de instructie ‘7.30 / 50 bits / Token: NA489384045’. Op 14 juni 2020 laat [account 15] ( [medeverdachte 2] ) weten dat hij onderweg is en stuurt om 07:53 uur een foto van een eurobiljet met nummer: NA481984045. De overdracht wordt bevestigd. [141]
Op 20 juli 2020 krijgt [account 15] ( [medeverdachte 2] ) weer een foto toegestuurd met een adres in Haaksbergen en de instructie ‘50 bits marked with XYZ / Eta: 06:30 am / Token: VB4328929945’. Op 21 juli 2020 om 06:26 uur laat [account 15] ( [medeverdachte 2] ) weten dat hij op locatie is en om 06:35 uur stuurt hij een foto van een eurobiljet met nummer VB4328989945 ter bevestiging van de overdracht. [142]
Op 26 juli 2020 om 18:26 uur wordt in de groepschat een adres van een autogarage in Rotterdam gedeeld. Onder andere [account 15] ( [medeverdachte 2] ) geeft aan dat hij daar naartoe komt. Er wordt gesproken over ‘11 nazi en 22 kip’; ‘nazi is een groen pak en kip een bruin pak’; ‘het is 11 kg en 22 kg poeder en dat moet worden gemixt met verhouding 850-150’. In de groepschat worden foto’s gedeeld van witte rechthoekige blokken in een kartonnen doos met de afdruk van een kip en in donkerfolie verpakte rechthoekige blokken met een sticker van een hakenkruis. Naar verwachting zijn ‘ze’ om 05:00 uur klaar en kan de chauffeur het ophalen. [143]
Op 27 juli 2020 om 06:09 uur laat [account 11] ( [medeverdachte 3] ) in de groepschat weten dat hij om 07:20 uur op locatie is. [account 25] laat weten dat het ‘13 nazi’ en ‘26 kippen’ zijn. De gebruiker van het Sky-ID [account 27] laat weten dat ze even moeten rusten maar dat er dan weer een nieuwe lading kan worden gestuurd. Om 23:02 uur neemt [account 12] ( [medeverdachte 1] ) deel aan de groepschat, stuurt het adres “ [adres 16] (
na een zoekslag op Google Maps begrijpt de rechtbank: in Eindhoven, in de nabije omgeving van de [adres 1]) en zegt dat de ‘pap al klaar ligt’. Net na middernacht vindt de overdracht plaats en [account 12] ( [medeverdachte 1] ) bedankt de deelnemers. [144]
Op 2 en 9 augustus 2020 heeft [account 12] ( [medeverdachte 1] ) contact met andere gebruikers van Sky-ECC over het afgeven van geldbedragen en de administratie die hij daarvan bijhoudt. [145]
Op 9 december 2020 hebben [account 16] ( [medeverdachte 3] ), [account 17] ( [medeverdachte 4] ) en de gebruiker van het Sky-ID [account 28] in een groepschat contact over een rit naar Antwerpen en het controleren van de grens op aanwezigheid van politie en marechaussee. [account 28] geeft door in welke volgorde ‘Juve, Roberto en Ghost’ moeten rijden en dat ‘het meeste gelijk in Antwerpen wordt verkocht en dat ze maar een klein deel mee terug nemen’. [146] Terug in Nederland vraagt [account 28] welke stempels het zijn. [account 17] ( [medeverdachte 4] ) zegt dat hij naar ‘de flatjes komt’ en ‘ff tassen moet pakken bij de berging’. [147]
Op 19 december 2020 om 19:11 uur vraagt de gebruiker van het Sky-ID [account 29] in een groepschat aan [account 14] (‘ [naam 2] ’ = [medeverdachte 2] ) of hij het adres heeft waar hij morgenochtend de 50kg moet ophalen. Ook wordt om een token gevraagd. Op 20 december om 10:16 uur wordt in de chatgroep het adres ‘avenue de l’energie 8, 4432 alleur’
(in België)gedeeld. Om 12:47 uur laat de gebruiker van het Sky-ID [account 30] weten dat ‘de klus is geklaard / 50 stuks’. [148]
Op 5 januari 2021 neemt [account 29] contact op met [account 14] ( [medeverdachte 2] ) en vraagt hem hoe laat hij er is. [account 14] ( [medeverdachte 2] ) stuurt het serienummer van een vijfeurobiljet als token. [account 29] reageert met: ‘150 100 166 150 now left 90’. Om 15:29 uur laat [account 14] ( [medeverdachte 2] ) weten dat hij geladen is. [149]
Uit de telecomgegevens van het telefoonnummer van [medeverdachte 2] (*340), de gegevens van het peilbaken onder de Opel Vivaro met kenteken [kenteken 1] en de bevindingen van het observatieteam blijkt dat [medeverdachte 2] op 5 januari 2021 vanuit Eindhoven via Rotterdam naar een loods in Ridderkerk is gegaan en dat hij daarna vanuit die loods meermalen op en neer is gereden naar een terrein aan de [adres 17] . Gezien wordt dat [medeverdachte 2] daarbij een oranje Post-NL jas draagt. [150] Uit opgenomen gesprekken tussen [medeverdachte 2] en onbekend gebleven personen blijkt dat [medeverdachte 2] altijd een TNT/Post NL-jasje aan doet als hij ‘spul rondbrengt’, zodat hij minder risico loopt en dat hij werkpasjes bij zich heeft om bij controles te kunnen laten zien. [151]
Op 25 januari 2021 stuurt [account 29] in een groepschat met onder andere [account 14] ( [medeverdachte 2] ) en [account 18] ( [medeverdachte 4] ) een foto van de plaats Diest in België en bericht dat ‘er 165 in het busje moeten en 23 in de auto’. [account 29] vraagt een token voor ieder voertuig. [152] [account 29] zegt dat ze het totaal moeten tellen, dat ze het aantal per stempel moeten tellen en dat ze van elke stempel één moeten openmaken, moeten controleren en goede foto’s moeten maken. Ook moeten ze van elke stempel controleren of het niet zacht is, het goed ruikt en ‘conf Colo’. [153] [account 18] bevestigt dat er in totaal 145 in het busje gaan en 18 in de auto (
de rechtbank begrijpt: in totaal 163 stuks). [154]
Uit de telecomgegevens van de telefoons van [medeverdachte 2] (*340) en [medeverdachte 4] (*4800) en de gegevens van de peilbakens onder de Opel Vivaro met kenteken [kenteken 1] en de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 3] , blijkt dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] op 25 januari 2021 ’s ochtends kort na elkaar (met [medeverdachte 4] voorop) vanuit Eindhoven naar Diest (België) zijn gereden en later achter elkaar terug naar Eindhoven zijn gegaan. Gezien wordt dat [medeverdachte 2] was gekleed in een Post-NL jas. [155] Om 12:35 uur peilen beide voertuigen uit bij de ondergrondse parkeergarage [naam parkeergarage] [156] en stralen beide telefoons aan op een zendmast aan de [adres 1] . [157] Gezien wordt dat de voertuigen rechtsachter in de parkeergarage parkeren, dat de bestuurders van de voertuigen ( [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] ) naar de toegangsdeur van de berging lopen en dat zij met een steekwagen de garage weer binnen komen. Vervolgens worden meerdere dozen vanuit de Opel Vivaro met de steekwagen naar de berging gebracht. [158]
Op 26 januari 2021 zoekt [account 29] opnieuw contact met onder andere [account 14] ( [medeverdachte 2] ) en [account 18] ( [medeverdachte 4] ) omdat de 163 stuks naar Utrecht moeten worden gebracht. ‘Verstappen’ ( [medeverdachte 4] ) en ‘ [naam 2] ’ ( [medeverdachte 2] ) krijgen de opdracht om te laden. Er wordt weer gebruik gemaakt van een busje en een auto en er worden tokens verstuurd. De verwachte aankomsttijd is 14:30 uur. Om 15:05 uur worden de deelnemers van de chatgroep door [account 29] bedankt. [159] Daaruit leidt de rechtbank af dat de overdracht gelukt is.
Uit de peilbakengegevens van de Opel Vivaro met kenteken [kenteken 1] en de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 3] in combinatie met de historische verkeersgegevens van de telefoon van [medeverdachte 2] (*340) en de telefoon van [medeverdachte 4] (*4800), blijkt dat [medeverdachte 2] en El Foulone op 26 januari 2021 om 13:38 uur vanaf de [adres 18] (waaraan de ondergrondse parkeergarage [naam parkeergarage] zich bevindt) op en neer naar de [adres 17] zijn gereden. [160] [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] hebben op 26 januari 2021 allebei om 13:37 uur parkeerkosten betaald bij de parkeergarage [naam parkeergarage] . [161]
Op 1 februari 2021 wordt in de groepschat [account 31] gesproken over het ophalen van 336 stuks, waarna foto’s worden gedeeld van rechthoekige in zwart folie verpakt witte blokken met de afdrukken BEBE en valentino [162] en het bericht: ‘al is col’. De levering moet voor morgen (
2 februari 2021) plaatsvinden en zal in twee delen worden gedaan; 2x 168. [account 29] vraagt ‘ [naam 2] ’ om te reageren. [account 14] ( [medeverdachte 2] ) bevestigt dat het voor hem geen probleem is. De eerste levering zal om 09:00 uur zijn en ‘ [naam 2] ’ ( [medeverdachte 2] ) krijgt kort daarvoor het adres. [163]
Op 2 februari 2021 om 10:07 uur wordt in de groepschat een adres in Rotterdam gedeeld en een foto van het serienummer van een vijfeurobiljet. [account 14] ( [medeverdachte 2] ) laat weten dat hij er over vijf minuten is en in een ‘White Opel van’ rijdt. Om 12:02 uur wordt het busje geladen en om 12:12 uur rijdt deze weg met ‘157’. Hij komt later terug voor de overige 131 van ‘Bebe en Valentino’. Ook wordt een nieuwe token verstuurd. [164] De resterende 48 bevinden zich op een andere voorraadlocatie; daarvoor wordt een nieuwe afspraak gemaakt nadat de 288 zijn afgerond. [165] [account 14] (‘ [naam 2] ’ = [medeverdachte 2] ) bericht om 17:34 uur dat hij onderweg is voor de 48. Er worden foto’s gedeeld van rechthoekige in folie verpakte witte blokken met stempels en uiteindelijk 37 overgedragen. [account 29] bevestigt dat het totaal ‘157+131+37=325’ is. [166]
Uit de gegevens van de peilbakens onder de Opel Vivaro met kenteken [kenteken 1] en de Peugeot Partner met kenteken [kenteken 2] in combinatie met de telecomgegevens van het telefoonnummer van [medeverdachte 2] (*340) en [medeverdachte 3] (*389) is gebleken dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] op 2 februari 2021 vanuit Eindhoven naar Rotterdam en Ridderkerk zijn gereden. Vanuit daar is [medeverdachte 2] naar de [adres 17] gereden waar hij om 12:40 uur is aangekomen en waarna hij via Ridderkerk terug naar Eindhoven is gegaan. Gezien is dat [medeverdachte 2] daarbij een oranje Post-NL jas draagt. Om 15:40 uur worden de Opel Vivaro met kenteken [kenteken 1] en de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 3] gezien bij de parkeergarage [naam parkeergarage] . Op de camerabeelden is te zien dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] om 16:47 uur de toegangsdeur naar de berging uitlopen. [167] Om 17:15 uur rijden zij beiden de parkeergarage uit. [168] De Opel Vivaro beweegt zich dan opnieuw naar Ridderkerk en komt om 19:30 uur weer terug in Eindhoven. [169]
In de avond van 2 februari 2021 is ook contact in de groepschat [account 29] :94 met onder andere [account 14] ( [medeverdachte 2] ), [account 16] ( [medeverdachte 3] ) en [account 18] ( [medeverdachte 4] ). Om 20:11 uur stuurt [account 29] naar alle deelnemers: ‘We moeten er om 09:30 zijn met 168kg, dus ik neem aan dat beide auto’s nodig zijn’. [account 14] ( [medeverdachte 2] ) bevestigt: ‘168 stuks 09:30 Utrecht.’ [account 18] ( [medeverdachte 4] ) moet ‘ [naam 2] helpen met laden en een oogje in het zeil houden’. [170]
Op 3 februari 2021 geeft [account 18] ( [medeverdachte 4] ) om 08:13 uur door aan ‘ [naam 2] ’ dat hij er over tien minuten is. Ook [account 16] ( [medeverdachte 3] ) is onderweg. Er wordt geladen en om 09:00 uur laat [account 18] ( [medeverdachte 4] ) weten dat ze verwachten over 45 minuten aan te komen op de afgesproken locatie met ‘38 bits in de taxi en 131 in het busje’. [171] Er worden tokens gedeeld en om 09:36 uur worden ‘ [naam 2] ’ ( [account 14] = [medeverdachte 2] ), ‘verstappen’ ( [account 16] = [medeverdachte 3] ) en [account 18] ( [medeverdachte 4] ) bedankt voor hun werk. [172]
Uit de baken- en telecomgegevens blijkt dat de Opel Vivaro met kenteken [kenteken 1] en de telefoon van [medeverdachte 2] zich op 3 februari 2021 om 08:13 uur bij de parkeergarage [naam parkeergarage] bevinden. Om 08:34 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 3] aan op een zendmast bij de parkeergarage en maakt zijn Peugeot Partner een stop in de nabije omgeving. Om 08:40 uur straalt ook de telefoon van [medeverdachte 4] aan in de omgeving van de parkeergarage. [173] Op de camerabeelden van de parkeergarage worden [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] om 08:30 uur bij de uitgang van de bergingen gezien. Om 08:42 uur is te zien dat [medeverdachte 3] de toegangsdeur naar de bergingen met een stapel verhuisdozen op een steekwagen verlaat. [174] Vervolgens rijden [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] tussen 09:03 uur en 09:07 uur achtereenvolgens de parkeergarage uit. [175] De Opel Vivaro en de Peugeot Partner bewegen daarna (samen met de telefoons van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] ) via Rotterdam naar de [adres 17] . [176]
De garagebox [adres 1] in Eindhoven
Op 9 februari 2021 ziet de politie dat [medeverdachte 2] in de Opel Vivaro met kenteken [kenteken 1] vanuit Eindhoven naar België rijdt en om 10:32 uur weer naar Nederland terugkeert. De politie ziet dat [medeverdachte 2] 5 bigshoppers vanuit de Opel Vivaro in de Peugeot 208 zet en daarmee naar de parkeergarage van het complex [naam parkeergarage] rijdt. [medeverdachte 2] parkeert de auto achterin de ondergrondse parkeergarage ter hoogte van de bergingen die bij de bovengelegen woningen behoren. [177] Gezien wordt dat [medeverdachte 2] uit de kofferbak van de Peugeot 208 een rode en een witte bigshopper pakt en met deze tassen naar de berging loopt. Vervolgens plaatst [medeverdachte 2] zijn muts tussen de toegangsdeur naar de bergingen, zodat deze niet in het slot kan vallen en loopt terug naar zijn auto. Op het moment dat [medeverdachte 2] voorover bukt om opnieuw iets uit zijn kofferbak te pakken, wordt hij aangehouden. [178] In de Peugeot 208 liggen een Post NL-jas, een tas met acht blokken (7980 gram), een tas met zeven blokken (7000 gram) en een tas met één los blok (1000 gram). Alle blokken zijn onderzocht en bleken cocaïne te bevatten. [179] Bij de doorzoeking van de Opel Vivaro met kenteken [kenteken 1] is op de bijrijdersstoel een TNT post-jas aangetroffen en in een verborgen ruimte één los blok. Dit blok woog 1010 gram en bleek cocaïne te bevatten. [180]
Tijdens de insluitingsfouillering wordt onder [medeverdachte 2] een langwerpige kluissleutel inbeslaggenomen. [181] Bij de doorzoeking van zijn woning aan de [adres 10] is een identieke langwerpige kluissleutel gevonden. [182]
Op 22 december 2020 hadden [medeverdachte 2] (*340) en [verdachte] (*787) contact via Whatsapp waarin [medeverdachte 2] aangeeft dat hij langskomt. [verdachte] zegt dat hij beneden een levering moet ophalen, maar dat hij ook kan vragen of ze het boven afgeven. [medeverdachte 2] reageert met: ‘Safe zou top zijn’. [medeverdachte 2] moet ervoor moet zorgen dat ‘die reserve ergens veilig staat’ of hem bij [verdachte] brengt zodat hij hem bij zich kan houden. [medeverdachte 2] laat weten dat hij ‘die’ komende dagen bij [verdachte] brengt. [183] Op 31 december 2020 sprak [medeverdachte 2] in zijn auto met [medeverdachte 1] over de reservesleutel van een kluis die hij in de komende dagen bij de broer van [medeverdachte 1] zal afgeven. [184]
Kort na [medeverdachte 2] is [verdachte] aangehouden in zijn woning aan de [adres 1] in Eindhoven . Daarbij is een sleutel aangetroffen die toegang verschaft tot de garagebox behorende bij zijn woning in de ondergrondse parkeergarage [naam parkeergarage] . In deze garagebox bevond zich een kluis die met de bij [medeverdachte 2] aangetroffen langwerpige sleutel kon worden geopend. In de kluis lagen 34 losse blokken (34180 gram), een witte bigshopper met 15 blokken (15020 gram) en een rode bigshopper met 14 blokken (14040 gram). [185] De blokken bleken cocaïne te bevatten. [186]
In de woning van [medeverdachte 2] is handgeschreven administratie aangetroffen waarin data, locaties en ontvangen/overgedragen hoeveelheden ‘bits’, ‘kg’ en ‘k’ worden genoemd. Ook worden daarin de woorden ‘pap’ en ‘poeder’ en (bij)namen zoals Fort/Fortnite, Roberto, Turk, [naam 2] gebruikt. [187]
Op 9 februari 2021 zijn ook [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] aangehouden. Bij de doorzoeking van de Peugeot Partner van [medeverdachte 3] onder de achterbank een verborgen ruimte aangetroffen. [188]
In de woning op de [adres 4] wordt in de slaapkamer van [medeverdachte 1] een laptop aangetroffen met daarop een kladbloknotitie. Deze notitie is aangemaakt op 11 december 2020 en bevat de volgende tekst:
“600.000 aangenomen van tAxi
50.000 afgegeven Juve
47.500 afgegeven [naam 2]
50.000 afgegeven grijze auto choco
300.000 afgegeven Taxi
5.000 afgegeven Juve
21.500 afgegeven via Pharma” [189]
Conclusie
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat in de ten laste gelegde periode sprake is geweest van een duurzaam en structureel samenwerkingsverband tussen [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en anderen personen, waaronder de gebruikers van de Encrochat-accounts [account 1] , [account 3] , [account 2] en [account 10] en de gebruikers van de Sky-ID’s [account 25] , [account 26] en [account 29] . Dit leidt de rechtbank af uit het intensieve chatcontact tussen de verdachten en de gebruikers van de andere accounts, waarin van eind maart 2020 tot februari 2021 veelvuldig wordt gesproken over wie waar een bepaalde hoeveelheid geld (‘pap’) of blokken/stuks moet ophalen of wegbrengen, wat de huidige stand van de voorraden is en waarin overzichten van de in- en uitgaande geldstromen worden gedeeld. Ook wordt dit samenwerkingsverband – dat zich concentreert rondom de garagebox in de parkeergarage [naam parkeergarage] aan de [adres 1] – gekenmerkt door een zekere hiërarchische structuur, waarbij de daadwerkelijke uitvoerders van de transporten en overdrachten, worden aangestuurd door degenen met een meer coördinerende en/of leidinggevende rol binnen de organisatie.
Uit de inhoud van de chatgesprekken blijkt voldoende duidelijk dat het oogmerk van deze organisatie was gericht op de handel in cocaïne. Zo werden berichten verstuurd over het aankopen en verkopen van blokken ‘boli’ en ‘colo’ – waarvan het de rechtbank ambtshalve bekend is dat daarmee Boliviaanse en Colombiaanse cocaïne wordt bedoeld – met prijzen die overeenkomen met de toenmalige straatwaarde van één kilogram cocaïne (‘27 per blok’). Ook werden in (groeps)gesprekken foto’s gedeeld van rechthoekige in folie verpakte witte blokken met afdrukken van verschillende logo’s en berichten verstuurd over de kwaliteit van de blokken; dat ze hard zijn en ‘goed en sterk ruiken’. Dat leden van de organisatie zijdelings ook gesprekken voerden over de verkoop van andere verdovende middelen, zoals cannabis en heroïne, doet niet af aan het feit dat het samenwerkingsverband primair was gericht op cocaïnehandel. Daarbij betrekt de rechtbank ook dat [medeverdachte 2] – kort nadat hij (zoals hij meermalen eerder had gedaan) vanuit Eindhoven op en neer naar België was gereden – in de parkeergarage [naam parkeergarage] werd aangehouden, terwijl hij 29 blokken cocaïne vanuit zijn auto naar de garagebox behorende bij huisnummer 191 had gebracht, en dat in de kluis in deze garagebox een verdere voorraad van 34 blokken cocaïne met verschillende logo’s is aangetroffen.
Verder blijkt uit het berichtenverkeer dat de verschillende leden van de organisatie ieder een eigen taak en verantwoordelijkheid hadden met betrekking tot de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Daarbij vervulden [account 1] , [account 3] en [account 2] een leidinggevende en coördinerende rol. Onder leiding en toezicht van de gebruikers van deze accounts waren de broers [naam verdachte en medeverdachte 1] verantwoordelijk voor het beheer van de voorraad in de garagebox behorende bij het appartement aan de [adres 1] . [medeverdachte 1] telde het geld, hield de administratie van de in- en uitgaande geldstromen bij en bracht onder andere [account 1] op te hoogte van het saldo. [verdachte] hield de voorraad blokken in de kluis in de gaten. Daarnaast hadden de broers contact met elkaar en met de koeriers over het ophalen en wegbrengen van geld en/of cocaïne van en naar de garagebox en controleerden zij de kwaliteit van de binnenkomende blokken. Tevens was [medeverdachte 1] , als beheerder van het geld, in opdracht van [account 3] en met goedkeuring van [account 1] , belast met het uitbetalen van de koeriers en zijn broer en zichzelf als beheerders van de voorraad.
Ook [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] hadden een dusdanig aandeel in de handel in cocaïne dat zij als deelnemer van de organisatie kunnen worden aangemerkt. Als koeriers stonden zij in contact met de verkopers en/of de afnemers van de organisatie en vervoerden zij – in opdracht van [account 1] , [account 3] , [account 2] en/of [account 29] – het geld en/of de verdovende middelen voor de organisatie. De overdrachten vonden zowel in Nederland als in België plaats. De koeriers werkten vanuit de voorraadlocatie in de kluis in de garagebox aan de [adres 1] en hadden daarover ook contact met [medeverdachte 1] en [verdachte] over het ophalen of langsbrengen van geld of verdovende middelen. In de parkeergarage of in de nabije omgeving daarvan gaven [medeverdachte 1] en [verdachte] de koeriers de over te dragen goederen mee of namen inkomende leveringen van hen aan en brachten deze dan naar de kluis.
Ten aanzien van het opzet van de verdachten op het deelnemen aan een organisatie met het oogmerk op het plegen van harddrugsmisdrijven weegt de rechtbank mee dat de deelnemers van de organisatie met elkaar communiceerden via versleutelde berichten waarin werd gesproken over ophalen/wegbrengen van (tassen vol) geld, prijzen rond de €27.000, blokken, stuks, spul, poeder en mixen en waarin foto’s werden gedeeld van rechthoekige witte blokken. Ook wijst de rechtbank op het heimelijke karakter van de gedragingen binnen de organisatie. Zo werden bij de overdracht van geld en/of blokken de rijroutes door middel van voorverkenningen gecontroleerd op de aanwezigheid van (grens)politie, werden de goederen vervoerd in voertuigen met verborgen ruimtes, vond verificatie van de koper/verkoper plaats door middel van tokens en werden uniformen van postbezorgers gedragen als dekmantel. Aangezien alle verdachten op enig moment aan gesprekken over de handel deelnamen en/of bij de overdrachten betrokken waren, acht de rechtbank bewezen dat alle verdachten in zijn algemeenheid wisten dat de organisatie het invoeren, vervoeren, verkopen, verstrekken en aanwezig hebben van cocaïne als oogmerk had.
6.3.5.
De inhoud van de kluis in de garagebox op 9 februari 2021 (feit 2)
De rechtbank heeft geconcludeerd dat verdachte binnen de criminele organisatie verantwoordelijk was voor het beheer van de voorraad blokken cocaïne. Deze voorraad bevond zich in de garagebox van zijn woning in het appartementencomplex aan de [adres 1] . Uit de weergegeven chatberichten blijkt dat verdachte met de leidinggevende figuren binnen de organisatie veelvuldig contact had over de omvang van de voorraad, dat hij deze regelmatig telde, de kwaliteit daarvan controleerde, dat hij blokken klaarzette voor vervoer, blokken aan koeriers meegaf en dat hij blokken van koeriers in de garage in ontvangst nam. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte wetenschap en beschikkingsmacht had over de in- en uitgaande hoeveelheden blokken en precies wist wat [medeverdachte 2] op 9 februari 2021 kwam brengen en hoeveel er al in de kluis lag. Dat hij op het moment van zijn aanhouding niet in het bezit was van de sleutel van de kluis, doet daar niet aan af. Immers beschikte verdachte, anders dan [medeverdachte 2] , wel over een sleutel van de berging en is het – gelet op de chatberichten waaruit blijkt dat verdachte eerder wel toegang had tot de kluis – niet uitgesloten dat hij kort daarvoor de berging voor [medeverdachte 2] heeft geopend en hem de kluissleutel heeft gegeven, zodat hij de blokken in de kluis kon zetten.
Daarom acht de rechtbank bewezen dat verdachte op 9 februari 2021 samen met [medeverdachte 2] en anderen de blokken cocaïne in de bigshoppers (29.060 gram) en de blokken cocaïne in de kluis (34.180 gram), opzettelijk aanwezig heeft gehad.

7.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 6 vervatte bewijsmiddelen en overwegingen bewezen dat verdachte
1
in de periode van 28 maart 2020 tot en met 9 februari 2021 in Nederland en België heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en andere personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en vijfde lid, van de Opiumwet;
en
2
op 9 februari 2021 te Eindhoven, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 63 kilo van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1.

8.De strafbaarheid van het feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

9.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

10.Motivering van de straf

10.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht jaar, met aftrek van voorarrest.
10.2.
Het strafmaatverweer van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de redelijke termijn waarbinnen de behandeling van een strafzaak moet zijn afgerond, in deze zaak fors is overschreden en dat daarvoor de maximale strafvermindering van zes maanden moet worden toegepast.
Daarnaast heeft de raadsvrouw de rechtbank verzocht bij de strafmaat rekening te houden met de kleine rol van verdachte binnen de organisatie, de beperkte pleegperiode, het feit dat geen sprake was van vuurwapens of geweld en de straffen die in andere zaken bij een veroordeling voor deelneming aan een criminele organisatie worden opgelegd. Mede gelet op het strafblad van verdachte, zijn persoonlijke omstandigheden en het tijdsverloop, is de strafeis van de officier van justitie niet passend.
10.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van het feit
Verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die zich bezig hield met de handel in cocaïne. Binnen deze organisatie zijn honderden kilo’s verdovende middelen ingevoerd, verkocht, vervoerd en/of afgeleverd en grote hoeveelheden contant geld overgedragen. Verdachte vervulde een belangrijke rol binnen deze organisatie. Samen met zijn broer beheerde hij de voorraad verdovende middelen. Ook onderhield hij contact met afnemers en stuurde hij de koeriers aan. Met zijn handelen heeft verdachte concreet bijgedragen aan het voortbestaan van de illegale afzetmarkt voor harddrugs. Hij heeft daarbij geen oog gehad voor de negatieve gevolgen van deze middelen voor de volksgezondheid en heeft zijn eigen financiële gewin laten prevaleren boven de risico’s die georganiseerde drugshandel (en de daarmee verband houdende ondermijnende criminaliteit) meebrengt voor de openbare orde en veiligheid, en het reguliere economisch verkeer. Dat er in deze zaak geen aanwijzingen zijn dat het handelen van de criminele organisatie op enig moment gepaard is gegaan met ernstige vormen van geweld en/of liquidaties, doet niet af aan de ernst van de feiten zoals die uit de bewijsmiddelen blijken.
De ernst van deze feiten komt ook tot uitdrukking in de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht voor georganiseerde handel in harddrugs. Die hanteren bij een hoeveelheid van twintig kilo een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van ten minste 72 maanden als uitgangspunt. Voor meer dan twintig kilo is er geen oriëntatiepunt vastgesteld, maar uit de jurisprudentie blijkt dat voor georganiseerde handel in grote hoeveelheden harddrugs doorgaans jarenlange gevangenisstraffen worden opgelegd.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 24 oktober 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Op de zitting heeft verdachte verklaard dat hij werkzaam is in de IT en daarmee voldoende verdient om in zijn levensonderhoud te voorzien. Ten tijde van de zitting woont verdachte samen met zijn vrouw in Dubai, maar hij zal begin 2025 weer terugkeren naar Nederland. Verdachte heeft de oproepen van de reclassering wel ontvangen, maar geeft aan dat door een miscommunicatie geen gesprek heeft plaatsgevonden. Daarom heeft de reclassering ook geen advies over de afdoening in deze zaak kunnen geven.
Redelijke termijn
Verder stelt de rechtbank vast dat de redelijke termijn in deze zaak fors is overschreden. Verdachte is op 9 februari 2021 aangehouden en daarmee is de redelijke termijn waarbinnen een strafprocedure moet worden afgerond, aangevangen. Verdachte heeft daarna drie maanden in voorarrest doorgebracht. Gelet op deze relatief korte detentieperiode sluit de rechtbank aan bij het uitgangspunt dat de rechtbank in beginsel binnen twee jaar uitspraak moet doen. Nu de rechtbank uitspraak doet op 27 januari 2025, bijna vier jaar na de aanhouding, is de redelijke termijn met bijna twee jaar overschreden.
De reden van de overschrijding is in de eerste plaats gelegen in het afwachten van de beantwoording van prejudiciële vragen door de Hoge Raad met betrekking tot de verkregen Encrochat- en Sky-ECC-data, waartoe de rechtbank op verzoek van de verdediging heeft besloten. Vervolgens bleek het – nadat de Hoge Raad in de prejudiciële procedure in juni 2023 arrest had gewezen - in het zittingsrooster van de rechtbank niet mogelijk de inhoudelijke behandeling van de zaak eerder te laten plaatsvinden. Nu beide oorzaken van het tijdsverloop niet aan de verdediging kunnen worden toegerekend, zal de rechtbank de gehele overschrijding van de redelijke termijn in de strafmaat verdisconteren en zes maanden strafvermindering toepassen.
Op te leggen straf
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de grote hoeveelheden harddrugs en geld die binnen de criminele organisatie in omloop zijn geweest, de duur van de periode waarbinnen de organisatie actief in verdovende middelen heeft gehandeld, de rol van verdachte en de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Ook weegt de rechtbank mee dat sprake is van samenloop tussen de bewezenverklaarde feiten. Immers ligt het aanwezig hebben van de cocaïne die zich op het moment van de aanhouding in de kluis in de garagebox van verdachte bevonden, besloten in de rol die hij als beheerder van de voorraad binnen de criminele organisatie vervulde. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om verdachte daarvoor een hogere straf op te leggen dan zijn broer [medeverdachte 1] .
De rechtbank is zich ervan bewust dat de feiten jaren geleden hebben plaatsgevonden, dat verdachte inmiddels zijn leven heeft vormgegeven en een gevangenisstraf dus een grote impact zal hebben. Anderzijds heeft de rechtbank ook een verantwoordelijkheid tegenover de maatschappij en moet een straf recht doen aan de ernst van de feiten.
Alles overwegend en rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

11.Beslag

Onder verdachte zijn – blijkens de belastlijst – de volgende voorwerpen in beslag genomen:
STK Motorfiets 13-MK-ZZ (Omschrijving: IBN-code: WI191.04.03.001);
1 STK Sealapparaat (Omschrijving: IBN-code: WI191.05.02.001);
9. 1 1 STK USB-stick (memorykaart) (Omschrijving: IBN-code: WI191.03.02.004);
9. 1 1 STK Computer (Omschrijving: IBN-code: WI191.03.02.005);
9. 1 1 STK Niet te definiëren goederen (Omschrijving: IBN-code: WI191.05.02.002, camerasysteem WAYHANG);
9. 1 1 STK Computer (Omschrijving: IBN-code: WI191.02.01.001, SONY laptop);
9. 1 1 STK GSM (Omschrijving: IBN-code: WI191.03.01.001, iPhone 5);
9. 1 1 STK GSM (Omschrijving: IBN-code: WI191.04.01.001, iPhone 12 pro max);
9. 1 1 STK Spelcomputer (Omschrijving: IBN-code: WI191.04.02.002, Playstation);
9. 1 1 STK Spelcomputer (Omschrijving: IBN-code: WI191.04.02.003, Playstation 5).
11.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de motorfiets vermeld onder itemnummer 1 verbeurd moet worden verklaard, dat de onder itemnummer 9 vermelde USB-stick kan worden teruggegeven aan [verdachte] en dat de overige voorwerpen moeten worden onttrokken aan het verkeer.
11.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht de teruggave aan verdachte te gelasten van de motorfiets (nr. 1), de spelcomputer (de rechtbank neemt aan dat zowel itemnummer 15 als 16 is bedoeld) en de iPhones (nr. 13 en 14).
11.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat de onder 1, 9, 10, 12, 13, 15 en 16 vermelde goederen vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer. De officier van justitie heeft dat ook niet onderbouwd. Daarom zal de rechtbank van deze goederen de teruggave aan [verdachte] gelasten.
Het sealapparaat (nr.3), het camerasysteem (nr. 11) en de iPhone 12 pro max (nr. 14) zullen wel verbeurd worden verklaard, omdat met behulp van deze goederen de strafbare feiten zijn begaan.

12.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en bijkomende straf zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 47, 55 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 11b van de Opiumwet.

13.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 7 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 en 2:
eendaadse samenloop van:
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, van de Opiumwet, en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
  • 1 STK Sealapparaat (Omschrijving: IBN-code: WI191.05.02.001);
  • 1 STK Niet te definieren goederen (Omschrijving: IBN-code: WI191.05.02.002, camerasysteem WAYHANG);
  • 1 STK GSM (Omschrijving: IBN-code: WI191.04.01.001, iPhone 12 pro max).
Gelast de teruggaveaan [verdachte] van:
  • 1 STK Motorfiets 13-MK-ZZ (Omschrijving: IBN-code: WI191.04.03.001);
  • 1 STK USB-stick (memorykaart) (Omschrijving: IBN-code: WI191.03.02.004);
  • 1 STK Computer (Omschrijving: IBN-code: WI191.03.02.005);
  • 1 STK Computer (Omschrijving: IBN-code: WI191.02.01.001, SONY laptop);
  • 1 STK GSM (Omschrijving: IBN-code: WI191.03.01.001, iPhone 5);
  • 1 STK Spelcomputer (Omschrijving: IBN-code: WI191.04.02.002, Playstation);
  • 1 STK Spelcomputer (Omschrijving: IBN-code: WI191.04.02.003, Playstation 5).
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J.R.M. Vermolen, voorzitter,
mrs. G.M. Beunk en B. van Galen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. van Heusden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 januari 2025.

Voetnoten

1.Ten behoeve van de leesbaarheid van dit vonnis, worden verdachte en medeverdachten telkens bij hun (achter)naam genoemd.
2.Combi vordering medewerking aan een bevel opnemen van (tele)communicatie (art. 126m Sv) en vordering verstrekking verkeersgegevens (art. 126n Sv) van 25 januari 2021, p. D 439-440.
3.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
4.Een proces-verbaal van bevindingen m.b.t. aanhouding [medeverdachte 2] van 10 februari 2021, p. 126-127; Een proces-verbaal forensisch onderzoek bij doorzoeking [adres 1] in Eindhoven van 19 februari 2021, p. C01 1227; Een geschrift, inhoudende rapportages van het Nederlands Forensisch Instituut van 12 maart, 15 maart en 16 maart 2021, betreffende forensische drugsanalyse, p. C01 1178-221.
5.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende stash locatie [adres 1] te Eindhoven van 16 januari 2021, p. C01 658-659.
6.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Sky-ID [account 9] i.g.b. [verdachte] van 17 mei 2021, p. C01 1410.
7.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie [account 5] @encrochat.com is [verdachte] , van 3 november 2020, p. C01 228.
8.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende SKY id [account 9] in gebruik bij [verdachte] van 22 april 2021, p. C01 321.
9.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende SKY id [account 9] in gebruik bij [verdachte] van 22 april 2021, p. C01 320.
10.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende rol [verdachte] in crimineel samenwerkingsverband van 9 december 2020, p. C01 1141.
11.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende opwaarderen Lebara simkaart afkomstig uit camerasysteem WI191.05.02.002 van 24 juni 2021, p. C01 1238-1239.
12.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende opwaarderen Lebara simkaart afkomstig uit camerasysteem WI191.05.02.002 van 24 juni 2021, p. C01 1238-1239.
13.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende opwaarderen Lebara simkaart afkomstig uit camerasysteem WI191.05.02.002 van 24 juni 2021, p. C01 1239-1240.
14.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende mobiele app bij camera kluis berging [adres 1] van 1 juli 2021, p. C01 1247.
15.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende mobiele app bij camera kluis berging [adres 1] van 1 juli 2021, p. C01 1246.
16.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek naar [medeverdachte 1] m.b.t. handel in verdovende middelen van 16 juni 2021, p. C01 635.
17.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie [account 5] @encrochat.com is [verdachte] , van 3 november 2020, p. C01 226.
18.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie [account 4] @encrochat.com is [medeverdachte 1] , van 27 oktober 2020, p. C01 217-218.
19.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie [account 4] @encrochat.com is [medeverdachte 1] , van 27 oktober 2020, p. C01 218.
20.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie [account 4] @encrochat.com is [medeverdachte 1] , van 27 oktober 2020, p. C01 217-218.
21.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie [account 4] @encrochat.com is [medeverdachte 1] , van 27 oktober 2020, p. C01 218.
22.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 286
23.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 286.
24.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 286.
25.Een proces-verbaal van bevindingen tactisch onderzoek inbeslaggenomen Samsung Galaxy S7 [medeverdachte 2] , inclusief bijlagen, van 18 mei 2021, p. C01 1701-1702.
26.Een geschrift, inhoudende een afdrukrapport van het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT-bevraging) van 20 oktober 2020, p. D 813.
27.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 287.
28.Een proces-verbaal van bevindingen doorzoeking [adres 4] van 24 februari 2021, p. C01 717; Een geschrift, inhoudende een kennisgeving van inbeslagneming artikel 94 en 94a Wetboek van Strafvordering, van 9 februari 2021, p. E 123.
29.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende eerste bevindingen iPhone X [medeverdachte 1] van 22 april 2021, p. C01 822
30.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende eerste bevindingen iPhone X [medeverdachte 1] van 22 april 2021, p. C01 822.
31.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 288.
32.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 288.
33.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 292.
34.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 290;
35.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 292.
36.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 290.
37.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 291;
38.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 292.
39.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 291;
40.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ) van 22 april 2021, p. C01 292-293.
41.Een proces-verbaal van bevindingen doorzoeking [adres 4] van 24 februari 2021, p. C01 716; Een proces-verbaal van bevindingen vacumeermachine [adres 4] van 11 mei 2021, p. C01 670-672.
42.Een proces-verbaal van verhoor getuige [naam getuige] van 11 februari 2021, p. C01 1102.
43.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende de identificatie [account 6] @encrochat.com, opgemaakt op 19 oktober 2020 en ondertekend op 10 februari 2021, p. C01 229.
44.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende de identificatie [account 6] @encrochat.com, opgemaakt op 19 oktober 2020 en ondertekend op 10 februari 2021, p. C01 231.
45.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 15] van 21 april 2021, p. C01 277.
46.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 15] van 21 april 2021, p. C01 278-279; p. C01 280; p. C01 284; Een proces-verbaal van bevindingen betreffende bevindingen [account 15] van 15 juni 2021, p. C01 1748 en p. C01 1752-1753.
47.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 15] van 21 april 2021, p. C01 277.
48.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende de identificatie [account 6] @encrochat.com, opgemaakt op 19 oktober 2020 en ondertekend op 10 februari 2021, p. C01 231.
49.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende de identificatie [account 6] @encrochat.com, opgemaakt op 19 oktober 2020 en ondertekend op 10 februari 2021, p. C01 230.
50.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 15] van 21 april 2021, p. C01 277.
51.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende digitaal tactisch onderzoek iphone 12 pro max van 20 mei 2021, p. C01 788.
52.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende uitgelezen telefoon Samsung GT-C3550 Xcover 2 ( [adres 10] te Eindhoven), van 17 maart 2021, p. 847.
53.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende opnemen vertrouwelijke communicatie (OVC) van [medeverdachte 2] d.d. 31 januari 2021, van 23 maart 2021, p. 1437.
54.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende tactisch onderzoek iphone 6S [medeverdachte 2] , van 19 mei 2021, p. C01 1722.
55.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID [account 15] van 21 april 2021, p. C01 277.
56.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-account [account 14] (in gebruik bij [medeverdachte 2] ), opgemaakt op 20 april 2021 en ondertekend op 1 juni 2021, p. C01 260.
57.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-account [account 14] (in gebruik bij [medeverdachte 2] ), opgemaakt op 20 april 2021 en ondertekend op 1 juni 2021, p. C01 266.
58.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-account [account 14] (in gebruik bij [medeverdachte 2] ), opgemaakt op 20 april 2021 en ondertekend op 1 juni 2021, p. C01 261-265.
59.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie [account 7] @encrochat.com = [medeverdachte 3] , opgemaakt op 3 november 2020 en ondertekend op 16 januari 2021, p. C01 232.
60.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende vervolg Sky berichten over transporten van cocaïne naar Engeland, van 11 juni 2021, p. C01 1897.
61.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie [account 7] @encrochat.com = [medeverdachte 3] , opgemaakt op 3 november 2020 en ondertekend op 16 januari 2021, p. C01 233.
62.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie [account 7] @encrochat.com = [medeverdachte 3] , opgemaakt op 3 november 2020 en ondertekend op 16 januari 2021, p. C01 233.
63.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie [account 7] @encrochat.com = [medeverdachte 3] , opgemaakt op 3 november 2020 en ondertekend op 16 januari 2021, p. C01 232.
64.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie [account 7] @encrochat.com = [medeverdachte 3] , opgemaakt op 3 november 2020 en ondertekend op 16 januari 2021, p. C01 233.
65.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Sky-id [account 11] in gebruik bij [medeverdachte 3] , van 22 april 2021, C01 296.
66.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende digitaal beslag [medeverdachte 3] , van 22 april 2021, p. C01 1915.
67.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Sky-id [account 11] in gebruik bij [medeverdachte 3] , van 22 april 2021, p. C01 297-304.
68.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Sky-id [account 11] in gebruik bij [medeverdachte 3] , van 22 april 2021, p. 481.
69.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Sky id [account 16] in gebruik bij [medeverdachte 3] , van 20 mei 2021, p. C01 317.
70.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Sky ID [account 16] in gebruik bij [medeverdachte 3] , van 20 mei 2021, p. C01 317-319.
71.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID’s [account 17] en [account 18] van [medeverdachte 4] , van 24 april 2021, p. C01 257, en een proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek naar Sky id’s, van 2 april 2021, p. 439;
72.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID’s [account 17] en [account 18] van [medeverdachte 4] , van 24 april 2021, p. C01 258.
73.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID’s [account 17] en [account 18] van [medeverdachte 4] , van 24 april 2021, p. C01 257.
74.Een aanvullend proces-verbaal van bevindingen betreffende rol [medeverdachte 4] , van 31 maart 2021, p. C01 1835.
75.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende [account 8] @encrochat.com gebruiker [medeverdachte 4] , van 21 januari 2021, p. C01 236.
76.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende [account 8] @encrochat.com gebruiker [medeverdachte 4] , van 21 januari 2021, p. C01 235.
77.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID’s [account 17] en [account 18] van [medeverdachte 4] , van 24 april 2021, p. C01 258; Een proces-verbaal van bevindingen betreffende [medeverdachte 4] gebruikt [account 13] @encrochat.com en [account 8] @encrochat.com, van 17 februari 2021, p. C01 1833.
78.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende [medeverdachte 4] gebruikt [account 13] @encrochat.com en [account 8] @encrochat.com, van 17 februari 2021, p. C01 1832.
79.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende [medeverdachte 4] gebruikt [account 13] @encrochat.com en [account 8] @encrochat.com, van 17 februari 2021, p. C01 1833.
80.Een geschrift, inhoudende de Informatiestaat SKDB-persoon van 2 maart 2024, pagina’s ongenummerd.
81.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID’s [account 17] en [account 18] van [medeverdachte 4] , van 24 april 2021, p. C01 258; Een proces-verbaal van bevindingen betreffende [medeverdachte 4] gebruikt [account 13] @encrochat.com en [account 8] @encrochat.com, van 17 februari 2021, p. C01 1833.
82.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende [medeverdachte 4] gebruikt [account 13] @encrochat.com en [account 8] @encrochat.com, van 17 februari 2021, p. C01 1833.
83.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende identificatie Sky-ID’s [account 17] en [account 18] van [medeverdachte 4] , van 24 april 2021, p. C01 258.
84.Zie Tekst & Commentaar bij artikel 11b van de Opiumwet en artikel 140 Wetboek van Strafrecht.
85.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Rol beschrijving [medeverdachte 3] binnen het criminele samenwerkingsverband, van 11 februari 2021, p. C01 563.
86.Idem, p. C01 561.
87.Idem, p. C01 562.
88.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek naar [medeverdachte 1] m.b.t. handel in verdovende middelen, van 16 juni 2021, p. C01 639.
89.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Rol beschrijving [medeverdachte 3] binnen het criminele samenwerkingsverband, van 11 februari 2021, p. C01 563.
90.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek naar [medeverdachte 1] m.b.t. handel in verdovende middelen, van 16 juni 2021, p. C01 639.
91.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende overeenkomsten bankrekeningen verdachten, van 12 april 2021, p. C01 2007-2008 en p. C01 2014.
92.Idem, p. C01 639-640.
93.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Rol beschrijving [medeverdachte 3] binnen het criminele samenwerkingsverband, van 11 februari 2021, p. C01 561.
94.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek naar [medeverdachte 1] m.b.t. handel in verdovende middelen, van 16 juni 2021, p. C01 640-641.
95.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende de rol van [medeverdachte 2] in het CSV, van 10 februari 2021, p. C01 1414-1415.
96.Idem, p. C01 1415-1417.
97.Idem, p. C01 1417-1418.
98.Idem, p. C01 1419.
99.Een proces-verbaal van bevindingen m.b.t. de rol [medeverdachte 4] , p. C01 1824-1825.
100.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek naar [medeverdachte 1] m.b.t. handel in verdovende middelen, van 16 juni 2021, p. C01 635.
101.Idem, p. C01 637.
102.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Rol beschrijving [medeverdachte 3] binnen het criminele samenwerkingsverband, van 11 februari 2021, p. C01 556.
103.Idem, p. C01 557-558.
104.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek naar [medeverdachte 1] m.b.t. handel in verdovende middelen, van 16 juni 2021, p. C01 635.
105.Idem, p. C01 643-644.
106.Idem, p. C01 635.
107.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Rol van [medeverdachte 1] mb.t. het witwassen, van 16 juni 2021, p. C01 618-619.
108.Idem, p. C01 606-608.
109.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende [naam 3] handelt in verdovende middelen, van 25 februari 2021, p. C01 545.
110.Idem, p. C01 547
111.Een proces-verbaal van verdenking van handel in hard- en softdrugs in georganiseerd verband, strafbaar gesteld in artikel 11b van de Opiumwet, van 13 juli 2021, p. C01 052.
112.Idem, p. C01 545-546.
113.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende de rol van [medeverdachte 2] in het CSV, van 10 februari 2021, p. C01 1420-1421.
114.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende aanvullend proces-verbaal rol [medeverdachte 4] , van 31 maart 2021, p. C01 1834.
115.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Rol van [medeverdachte 1] mb.t. het witwassen, van 16 juni 2021, p. C01 619-620.
116.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende de rol van [medeverdachte 2] in het CSV, van 10 februari 2021, p. C01 1421-1425.
117.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende aanvullend proces-verbaal rol [medeverdachte 4] , van 31 maart 2021, p. C01 1835.
118.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Rol [verdachte] in crimineel samenwerkingsverband, van 9 december 2020, p. C01 1134.
119.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek naar [medeverdachte 1] m.b.t. handel in verdovende middelen, van 16 juni 2021, p. C01 642.
120.Idem, p. C01 637-638.
121.Idem, p. C01 646.
122.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Rol [verdachte] in crimineel samenwerkingsverband, van 9 december 2020, p. C01 1138-1139.
123.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende [naam 4] handelt in verdovende middelen, van 12 januari 2021, p. C01 438; Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Rol [verdachte] in crimineel samenwerkingsverband, van 9 december 2020, p. C01 1140.
124.Idem, p. C01 1139.
125.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek naar [medeverdachte 1] m.b.t. handel in verdovende middelen, van 16 juni 2021, p. C01 646-647.
126.Idem, p. C01 648.
127.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Rol [verdachte] in crimineel samenwerkingsverband, van 9 december 2020, p. C01 1140.
128.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende [naam 4] handelt in verdovende middelen, van 12 januari 2021, p. C01 438.
129.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Rol van [medeverdachte 1] mb.t. het witwassen, van 16 juni 2021, p. C01 620
130.Idem, p. C01 620-621.
131.Idem, p. C01 625.
132.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende stash locatie [adres 1] te Eindhoven, van 16 januari 2021, p. C01 657.
133.Idem, p. C01 657.
134.Idem, p. C01 658-659.
135.Een proces-verbaal van verdenking van handel in hard- en softdrugs in georganiseerd verband, strafbaar gesteld in artikel 11b van de Opiumwet, van 13 juli 2021, p. C01 086-087.
136.Een proces-verbaal van bevindingen, inclusief bijlagen, betreffende bevindingen tactisch onderzoek Iphone XS [medeverdachte 1] (ATTII96.01.001), van 26 mei 2021, p. C01 1020-1022.
137.Idem, p. C01 1025-1028.
138.Een proces-verbaal van verdenking van handel in hard- en softdrugs in georganiseerd verband, strafbaar gesteld in artikel 11b van de Opiumwet, van 13 juli 2021, p. C01 057.
139.Idem, p. C01 080-081.
140.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende bevindingen Sky-ID [account 9] in gebruik bij [verdachte] , van 17 mei 2021, p. C01 1408 en p. C01 1410.
141.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende bevindingen [account 15] van 23 april 2021, p. C01 1731-1734.
142.Idem, p. C01 1736-1741.
143.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende aanvullende gesprekken Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ), van 11 juni 2021, p. C01 1122-1125.
144.Idem, p. C01 1126-1128.
145.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende bevindingen onderzoek SKY communicatie Sky-ID [account 12] – [medeverdachte 1] , van 21 april 2021, p. C01 1108-1109; Een proces-verbaal van bevindingen betreffende aanvullende gesprekken Sky-ID [account 12] ( [medeverdachte 1] ), van 11 juni 2021, p. C01 1129.
146.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende berichten die zijn verstuurd en ontvangen met het Sky-ID [account 16] , van 23 juni 2021, p. C01 1918-1920
147.Idem, p. C01 1922.
148.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende bevindingen m.b.t. inhoud berichten Sky-ID [account 14] ( [medeverdachte 2] ), van 10 juni 2021, p. C01 1773-1775.
149.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende Sky-berichten van Sky-account [account 14] in gebruik bij [medeverdachte 2] van 4 en 5 januari 2021, opgemaakt op 22 april 2021 en ondertekend op 1 juni 2021, p. C01 1758-1759.
150.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende de rit van [medeverdachte 2] van Eindhoven naar Ridderkerk en Hoornaar d.d. 04/05 januari 2021, van 18 februari 2021, p. 428-430.
151.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende gesprek (OVC) tussen [medeverdachte 2] en [naam 5] , van 5 januari 2021, p. C01 570; Een proces-verbaal van bevindingen betreffende opnemen vertrouwelijke communicatie (OVC) van [medeverdachte 2] d.d. 31 januari 2021, van 23 maart 2021, p. 1433.
152.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende bevindingen m.b.t. inhoud berichten Sky-ID [account 14] ( [medeverdachte 2] ), van 10 juni 2021, p. C01 1777.
153.Idem, p. C01 1778-1779.
154.Idem, p. C01 1779.
155.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende reisbewegingen [medeverdachte 2] op 25 januari 2021, van 15 februari 2021, p. C01 1901.
156.Idem, p. C01 1901.
157.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende bevindingen m.b.t. inhoud berichten Sky-ID [account 14] ( [medeverdachte 2] ), van 10 juni 2021, p. C01 1780-1781.
158.Een proces-verbaal van observatie maandag 25 januari 2021, van 8 februari 2021, p. C01 1478-1480.
159.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende bevindingen m.b.t. inhoud berichten Sky-ID [account 14] ( [medeverdachte 2] ), van 10 juni 2021, p. C01 1782-1783.
160.Idem, p. C01 1783-1784.
161.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende overeenkomsten bankrekeningen verdachten, van 12 april 2021, p. C01 2007-2008 en p. C01 2012.
162.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende bevindingen m.b.t. inhoud berichten Sky-ID [account 14] ( [medeverdachte 2] ), van 10 juni 2021, p. C01 1793-1794.
163.Idem, p. C01 1797-1799.
164.Idem, p. C01 1801.
165.Idem, p. C01 1802.
166.Idem, p. C01 1804-1805.
167.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende samenwerkingsverband [medeverdachte 2] / [medeverdachte 4] / [medeverdachte 3] , van 30 maart 2021, p. C01 1501-1503.
168.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende analyse reisbewegingen, van 29 april 2021, p. C01 1513.
169.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende samenwerkingsverband [medeverdachte 2] / [medeverdachte 4] / [medeverdachte 3] , van 30 maart 2021, p. C01 1506.
170.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende bevindingen m.b.t. inhoud berichten Sky-ID [account 14] ( [medeverdachte 2] ), van 10 juni 2021, p. C01 1807-1808.
171.Idem, p. C01 1808
172.Idem, p. C01 1809-1810.
173.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende analyse reisbewegingen, van 29 april 2021, p. C01 1513-1514.
174.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende samenwerkingsverband [medeverdachte 2] / [medeverdachte 4] / [medeverdachte 3] , van 30 maart 2021, p. C01 1509-1510.
175.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende analyse reisbewegingen, van 29 april 2021, p. C01 1513-1514.
176.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende bevindingen m.b.t. inhoud berichten Sky-ID [account 14] ( [medeverdachte 2] ), van 10 juni 2021, p. C01 1810.
177.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende aanhouding [medeverdachte 2] , van 10 februari 2021, p. C01 1515-1516.
178.Idem, p. C01 1516; Een proces-verbaal van observatie dinsdag 9 februari 2021, van 2 maart 2021, p. C01 1518-1522.
179.Een geschrift, inhoudende een kennisgeving van inbeslagneming, van 9 februari 2021, p. E 376; Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, van 11 maart 2021, p. C01 1523-1529; Geschriften, inhoudende rapport NFiDENT van het Nederlands Forensisch Instituut opgesteld door [naam 6] , van 5 maart en 12 maart 2021, p. C01 1534-1549.
180.Een geschrift, inhoudende een kennisgeving van inbeslagneming, van 11 februari 2021, p. E 364; Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, van 18 maart 2021, p. C01 1552-1553; Een geschrift, inhoudende rapport NFiDENT van het Nederlands Forensisch Instituut opgesteld door [naam 8] , van 16 maart 2021, p. C01 1555.
181.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende aanhouding [medeverdachte 2] , van 10 februari 2021, p. C01 1516.
182.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van10 februari 2021, p. E 147; Een proces-verbaal van bevindingen m.b.t. aangetroffen kluissleutel bij insluitingsfouillering [medeverdachte 2] en aangetroffen kluissleutel tijdens doorzoeking woning [medeverdachte 2] , van 11 maart 2021, p. 1313-1314.
183.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek inbeslaggenomen Iphone 7 [medeverdachte 2] (1ZXB.01.07.001), inclusief bijlagen, van 9 april 2021, p. C01 1584-1590.
184.Een geschrift, inhoudende het uitwerkte OVC-gesprek vanuit de Peugeot met kenteken 1-XZB-84 van 31 december 2020, p. C01 1269.
185.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende aanhouding [medeverdachte 2] , van 10 februari 2021, p. C01 1516-1517.
186.Een proces-verbaal forensisch onderzoek bij doorzoeking [adres 1] Eindhoven, van 19 februari 2021, p. C01 1226-1228; Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, van 17 maart 2021, p. C01 1155, 1165 en 1171; Geschriften, inhoudende rapport NFiDENT van het Nederlands Forensisch Instituut opgesteld door [naam 6] op 12 maart 2021, [naam 7] op 15 maart 2021, en [naam 8] op 16 maart 2021, p. C01 1178-1221.
187.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende handgeschreven administratie, inclusief bijlagen, van 1 maart 2021, p. C01 1557-1568.
188.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende doorzoeking Peugeot Partner [kenteken 2] , van 11 februari 2021, p. C01 1959-1960.
189.Een proces-verbaal van bevindingen betreffende tactisch digitaal onderzoek van een desktop computer, van 29 april 2021, p. C01 719-720.