Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
5.De weigeringsgrond van artikel 11 OLW
Ter beantwoording van het verzoek om een individuele detentiegarantie uitgaande van Arrondissementsparket Amsterdam (dd.14 april 2025) betreffende de detentieomstandigheden waaraan [opgeëiste persoon] (°19 juni 2005) zal worden onderworpen na overlevering ingevolge het Europees aanhoudingsbevel (dd. 05 maart 2025, ref. 2024/154/1) met oog op strafvervolging uitgaande de Belgische gerechtelijke autoriteiten, verstrek ik u de volgende informatie.
De opgeëiste persoon zal niet worden opgesloten in een cel met minder dan 3 m2 individuele levensruimte. Dit geldt zowel indien de opgeëiste persoon in een eenpersoons- als in een meerpersoonscel zou worden opgesloten.
De gemiddelde minimum leefruimte van elke cel is 9 m2 inclusief vast meubilair.
De sanitair blokken omvatten een wasbak en een toilet dat is afgescheiden van de rest van de cel door een muur of scherm
Het vast meubilair omvat onder andere een tafel, kast, bed en bureau.
De opgeëiste persoon zal een bed ter beschikking hebben en zal bijgevolg niet op grond hoeven te slapen.
Er worden verschillende dagactiviteiten buiten de cel voorzien. Deze activiteiten omvatten in ieder geval regelmatige wandelingen in een open koer en familiebezoeken alsook toegang tot gemeenschappelijke ruimtes. Aanvullende activiteiten zoals sport en arbeid zijn onderhevig aan aanzienlijke wachtlijsten.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsartikelen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, België, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.