ECLI:NL:RBAMS:2025:3376
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een kinderrechter in Amsterdam
Op 21 mei 2025 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van mr. C.M. Mellema, kinderrechter te Amsterdam. Het verzoek was ingediend door een verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M. Aynan, en was gericht tegen een beslissing van de rechter om een uitstelverzoek af te wijzen. De verzoekster stelde dat zij niet goed op de hoogte was gehouden van de voortgang van de procedure en dat er sprake was van vooringenomenheid.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de wraking was gericht tegen een rechterlijke beslissing, wat volgens de Hoge Raad geen grond voor wraking kan zijn. De rechtbank benadrukte dat een rechter op grond van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij het tegendeel bewezen is. De stelling van de verzoekster dat zij niet goed op de hoogte was gehouden, werd niet onderbouwd en er waren geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die een wraking zouden rechtvaardigen.
De beslissing werd genomen zonder mondelinge behandeling, omdat het verzoek kennelijk ongegrond was. De Wrakingskamer heeft de beslissing op 21 mei 2025 openbaar uitgesproken, waarbij de oudste rechter de beslissing heeft ondertekend, aangezien de voorzitter daartoe niet in staat was. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.