Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding ex artikel 3:305a BW van 12 september 2023 van SBP, met producties 1 tot en met 321,
- de rolbeslissing van 8 november 2023 waarin het verzoek van SMC tot uitstel voor indienen van een concurrerende dagvaarding is geweigerd,
- de twee dagvaardingen van 12 december 2023 van SMC, met producties 1 tot en met 40,
- de rolbeslissing van 21 januari 2024 waarin is verstaan dat een van de twee dagvaardingen van SMC is ingetrokken vanwege een onjuiste termijn voor stellen van Alphabet Inc, Google LLC en Google Ireland Limited,
- de rolbeslissing van 20 maart 2024,
- de conclusie van antwoord ten aanzien van ontvankelijkheid en summierlijk ondeugdelijkheid in de zaak ingesteld door SBP, met producties 1 tot en met 33,
- de conclusie van antwoord ten aanzien van ontvankelijkheid en summierlijk ondeugdelijkheid in de zaak ingesteld door SMC, met producties 1 tot en met 23,
- het tussenvonnis van 29 mei 2024 waarin een mondelinge behandeling over de eerste fase is gelast,
- de rolbeslissing van 10 juli 2024 over de inhoud van de mondelinge behandeling en nadere informatie over financiering en beslissing over aantonen representativiteit van SBP en SMC,
- de akte uitlaten overleggen financieringsovereenkomst van SBP,
- de akte uitlaten overleggen financieringsovereenkomst van SMC,
- de antwoordakte inzake overleggen financieringsovereenkomst van Google op de akte van SBP,
- de antwoordakte inzake overleggen financieringsovereenkomst van Google op de akte van SMC,
- de rolbeslissing van 18 september 2024 waarin is beslist dat de financieringsovereenkomsten van SBP en SMC moeten worden overlegd,
- de akte overlegging financieringsovereenkomst van SBP,
- de akte overlegging financieringsovereenkomst van SMC met producties (E41 en E42),
- de e-mail van 11 oktober 2024 van de rechtbank met de agenda voor de mondelinge behandeling,
- de akte houdende overlegging aanvullende producties (E322 en E323) van SBP,
- de akte uitlating representativiteit, tevens houdende (aanvullende) producties (E324-E333) en eiswijziging van SBP,
- de akte uitlating representativiteit, met een productie (E43), van SMC,
- de akte overlegging aanvullende producties E334 en E335 van SBP,
- de akte overlegging aanvullende producties (G34-G43) van Google op SBP,
- de akte overlegging aanvullende producties (E44-E50) van SMC,
- de akte overlegging aanvullende producties (G24 en G25) van Google op SMC,
- het proces-verbaal van 22 oktober 2024 van de mondelinge behandeling, en de daarin genoemde stukken,
- de reacties van partijen met aanmerkingen op het proces-verbaal.
2.De feiten die van belang zijn voor de ontvankelijkheid van SBP en SMC
Over SBP
- smartphones (Pixel) met een Android-besturingssysteem en Google Play Services
- Chromebooks,
- Google Nest en Google Home (smart home-productlijnen met WiFi verbinding voor luidsprekers, thermostaten, rookmelders, beveiligingscamera’s, deurbellen, entertainment apparatuur en ook huishoudelijke apparaten als wasmachines),
- Google WiFi (draadloze routers voor thuis),
- Google Fitbit (draagbare technologie zoals fitnesstracker en smartwatches).
3.Het geschil
- het combineren van bovenmatig veel gegevens verkregen uit verschillende producten en diensten,
- de verwerking van locatiegegevens,
- het voortdurend volgen van het onlinegedrag van alle gebruikers van haar diensten,
- het delen van deze persoonsgegevens met derden bij RTB-veilingen,
- de doorgifte van persoonsgegevens naar de VS.
- het beginsel van dataminimalisatie en de vereisten van privacy by design en privacy by default door de wijze waarop zij gegevens verzamelt en verwerkt;
- haar informatieplichten door gebruikers niet of onvoldoende te informeren over de verwerking van hun persoonsgegevens;
- het grondslagvereiste doordat daadwerkelijke toestemming van consumenten voor haar praktijken ontbreekt;
- het verwerkingsverbod door bijzondere persoonsgegevens te verwerken;
- het toepasselijke doorgifteverbod door gegevens op te slaan op servers in de VS.
“de belangen van alle op enig moment in de Relevante Periode in Nederland wonende gebruikers van diensten en producten van Google”en dat naar schatting het gemiddeld aantal gebruikers van de twee grootste diensten (YouTube en Google Search) neerkomt op zo’n 15 miljoen Nederlanders. Tot het moment van dagvaarding hebben tienduizenden personen hun steun uitgesproken voor deze collectieve actie.
“voor alle natuurlijke personen die gewoonlijk in Nederland verblijven en na 25 mei 2018 een Android-smartphone hebben gebruikt”en dat naar schatting ruim 9 miljoen Nederlanders gebruik maken van een Android telefoon.
4.Rechtsmacht van de Nederlandse rechter
5.Toepasselijk collectief actierecht
6.Moment van toetsing aan de ontvankelijkheidseisen van de WAMCA
“waarop voldaan is aan de ontvankelijkheidseisen”van artikel 3:305a eerste tot en met derde lid BW. Daaruit volgt dat de stichtingen ten tijde van de dagvaarding moeten voldoen aan de eisen uit artikel 3:305a lid 1 tot en met lid 3 BW, met name over de representativiteit en de governance en hoe de eisende partijen zijn georganiseerd en hoe het toezicht op het bestuur is geregeld). Dit is bevestigd in het arrest van 11 maart 2022 van de Hoge Raad [7] . Bovendien is in de wetsgeschiedenis hierover vermeld dat
“op voorhand duidelijk moet zijn dat zij[de eisende partij, rb]
kwantitatief gezien voor een voldoende groot deel van de groep getroffen gedupeerden opkomt.” [8] De toets of SBP en SMC voldoen aan die wettelijke vereisten dient dus ex tunc (naar de feiten op het moment van dagvaarding) te worden gedaan, aldus steeds Google.
“op voorhand”in de memorie van toelichting op de WAMCA niet noodzakelijkerwijs dat de eisende partij op het moment van dagvaarden aan alle ontvankelijkheidseisen moet voldoen. Het gebruik van die woorden
“op voorhand”duidt er veeleer op dat de rechter op basis van het tot dan toe gevoerde debat de ontvankelijkheidsbeslissing neemt. Deze uitleg maakt het mogelijk om rekening te houden met de actuele stand van zaken, zodat de beslissing het meest recht doet aan de materiële werkelijkheid.
7.Gelijksoortige belangen (artikel 3:305a lid 1 BW)
- de geauthentiseerde gebruiker (heeft een Google-account en is ingelogd bij Google op moment van gebruik van een dienst of product),
- de niet geauthentiseerde gebruiker (heeft wel een Google-account maar is niet ingelogd bij Google op het moment van gebruik van een dienst of product), en
- de passieve gebruiker (heeft geen Google-account).
- a) Google de persoonsgegevens van gebruikers verwerkt op een wijze die niet in overeenstemming is met de wettelijke regels voor bescherming van de persoonsgegevens,
- b) dat Google dit doet in en met alle producten en diensten,
- c) dat verschillende producten en diensten van Google gebruik kunnen maken van verzamelde persoonsgegevens in andere door die persoon gebruikte producten en diensten van Google en
- d) dat die personen daardoor schade lijden.
8.Waarborgvereiste representativiteit (artikel 3:305a lid 2 BW)
Free ridingis toegestaan. Noodzakelijk, maar tevens voldoende is dat een achterban bestaat, dat wil zeggen dat een niet te verwaarlozen aantal personen behorende tot die (nauw te omschrijven) groep achter deze actie van SBP en SMC staat.
“exports”houdt daarom geen stand.
“een gerespecteerde en bekende organisatie”betreft en dat de
“Consumentenbond (…) onder de Nederlandse bevolking een grote bekendheid en de reputatie van een betrouwbare, onafhankelijke consumentenorganisatie[geniet]
(…)”.
“Hierbij geef ik opdracht aan de STICHTING BESCHERMING PRIVACYBELANGEN (“Stichting”) om mijn belangen in de Google Actie te behartigen.”.
“Door hieronder het vak aan te vinken en op verzenden te klikken ga ik de overeenkomst met de Stichting aan. De Stichting is bij ontvangst van de bevestiging van opdracht eveneens gehouden aan de voorwaarden van deze overeenkomst.”De opdracht aan de Stichting wordt bevestigd als de deelnemer het vakje
“Ik ga akkoord met de voorwaarden en bevestig de opdracht aan Stichting Bescherming Privacy om mijn belangen te behartigen in de Google Actie”aanvinkt.
“Stichting Bescherming Privacybelangen voert de procedure uit in samenwerking met Consumentenbond.”
“op grote schaal gegevens [verzamelt] over het internetgedrag en de fysieke locaties van consumenten”, en dat Google
“deze gegevens, waaronder zeer gevoelige persoonsgegevens over bijvoorbeeld gezondheid, etniciteit en politieke voorkeur, vervolgens met honderden partijen [deelt] via zijn online advertentieplatform”. Dit zijn stellige en onjuiste uitlatingen waarvoor de Consumentenbond geen verantwoording hoeft af te leggen in deze procedure omdat zij geen procespartij is, aldus steeds Google.
9.Gewaarborgde belangen (artikel 3:305a lid 2 onder a tot en met f BW)
governance. Deze vereisten zijn dat de eisende rechtspersoon beschikt over:
- het bepaalde in artikel 3:305a lid 2 onder c BW (SBP en SMC beschikken ieder niet over voldoende middelen voor deze procedure en zeggenschap over de rechtsvordering),
- het bepaalde in artikel 3:305a lid 2 BW onder d (de websites van SBP en van SMC zijn incompleet of incorrect),
- het bepaalde in artikel 3:305a lid 2 onder e BW (SBP beschikt niet over voldoende ervaring en deskundigheid voor deze collectieve actie) en
- het bepaalde in artikel 3:305a lid 2 onder f BW (de financier van SBP is afhankelijk van Google).
- i) Artikel 1.3 van die financieringsovereenkomst beperkt de vrije advocatenkeuze van SBP omdat dit er feitelijk op neerkomt dat LCHB moet instemmen met het inschakelen van een andere advocaat.
- ii) Artikel 1.5 van die financieringsovereenkomst stelt LCHB in de gelegenheid om derden in te schakelen om diensten aan SBP te verlenen.
- iii) In artikel 1.6 van die financieringsovereenkomst is opgenomen dat SBP voldoet aan de Claimcode 2019. Dit is niet te rijmen met de realiteit omdat LCHB ook andere stichtingen in andere collectieve acties financiert en dat die stichtingen dezelfde advocatenkantoren inschakelen en ook de Consumentenbond en CCS voor de publicatie over de collectieve actie en de werving van deelnemers. Dit alles onder de financiering door LCHB. Daarover vermeldt de website van SBP niets, waaruit blijkt dat SBP de Claimcode niet serieus neemt.
- iv) In artikelen 3.3 en 3.5 van de financieringsovereenkomst tussen SBP en LCHB is opgenomen dat indien een schikking wordt bereikt (tussen SBP en Google) een betaling aan LCHB is verplicht, ook als die schikking niet financieel van aard is. Daarmee wordt de zeggenschap van SBP over de rechtsvordering beperkt.
- v) In artikel 6.2 van de financieringsovereenkomst tussen SBP en LCHB is opgenomen dat SBP verplicht is informatie uit deze procedure te verstrekken aan LCHB. In artikel 4.2.1 is opgenomen dat LCHB deze informatie – ook vertrouwelijk – mag gebruiken in
“the Foundation”) en LCHB (
“the Claim Funder”) luidt, voor zover van belang:
“Claims”).
“Agents”), (…) provided that neither the Foundation nor any Aggrieved Party shall be liable for any compensation payable to such Agents. (…).
“Confidential Information”), (…).
“consult with the Claim Funder”. In de aangehaalde jurisprudentie (waarin Google ook gedaagde is) is opgenomen dat een wijziging van advocaat dient te worden
“approved by the Funder”. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, baat de verwijzing naar de recente uitspraak Google niet. Niet is gebleken dat SBP en LCHB de bedoeling hebben gehad dat LCHB toestemming moet geven voor de keuze van de (opvolgend) advocaat door SBP. Dit wordt niet anders door de samenwerking van LCHB met de advocaten van SBP in andere collectieve acties, althans uit dit alles kan niet worden afgeleid dat de belangen van de personen namens wie SBP in deze procedure opkomt onvoldoende zijn gewaarborgd bij SBP.
- i) SMC is niet transparant geweest over de financier. In de dagvaarding heeft SMC verklaard dat een financieringsovereenkomst is ondertekend door SMC. Dit blijkt niet juist te zijn omdat de financieringsovereenkomst tussen SMC en Eaton Hall pas in 2024 is ondertekend.
- ii) SMC heeft de collectieve actie over de Android smartphones voornamelijk gebaseerd op een onderzoek van professor Leith. Dat onderzoek blijkt in opdracht van G&E te zijn uitgevoerd (en door haar gefinancierd), die vervolgens op zoek is gegaan naar een stichting in Nederland om een claim in te stellen.
- iii) Een aandeelhouder, tevens managing director, van G&E is bestuurder van Eaton Hall en G&E is het advocatenkantoor van Eaton Hall.
- iv) Eaton Hall is een special purpose vehicle, onderdeel van Foreign Funding Advisors LLC (verder: FFA), een rechtspersoon gevestigd op hetzelfde adres als G&E en ook Eaton Hall. Eigenlijk betaalt FFA de advocaat- en proceskosten voor deze procedure maar zij is geen partij in de financieringsovereenkomst tussen SMC en Eaton Hall.
- v) Dit alles schuurt omdat SMC ook heeft gesteld dat zij gebruik kan maken van de ervaring van G&E, maar die rol is veel prominenter.
- vi) Die financieringsovereenkomst beperkt op bepaalde punten de zeggenschap van SMC over de door haar ingestelde rechtsvorderingen.
- Gelet op het voorgaande is artikel 3.2
- Uit artikel 6.1 volgt dat SMC alle opbrengsten uit deze procedure moet overmaken op een escrow account van G&E en dat die verantwoordelijk zal zijn voor de distributie van toegekende bedragen. G&E is echter geen partij bij de financieringsovereenkomst of deze procedure en heeft een conflicterend belang (namelijk op de opbrengst van die toegekende bedragen). Dit is onaanvaardbaar;
- Artikelen 7.1 tot en met 7.3 beperken de vrijheid van SMC om zelfstandig een schikking te kunnen treffen.
“Foundation”) en Eaton Hall (
“Funder”) luiden:
“Aggrieved Parties”of
“Group Members”) en Eaton Hall (dus G&E) moet worden gemaakt. Daarover zal dan te zijner tijd nader debat en een nadere beslissing volgen. Het kan op dit moment niet resulteren in de niet-ontvankelijkheid van SMC of de noodzaak tot het wijzigen van de financieringsovereenkomst op dit punt.
“may propose to the Foundation that it explores or pursue a Settlement, and that it seeks advice from its legal counsel to that end”. SMC heeft ter zitting onweersproken betoogd dat daarmee het advocatenkantoor van SMC is bedoeld, niet G&E. Deze uitleg van SMC komt redelijk voor. De woorden
“it”en
“its”in die zinsnede verwijzen namelijk naar SMC (
“the Foundation”). In die zin blijft de zeggenschap over het beproeven van een schikking dan ook geheel bij SMC. Het advocatenkantoor van SMC is overigens sinds 1 november 2024 Rubicon Impact & Litigation B.V., niet meer bureau Brandeis. SMC wordt echter nog wel bijgestaan door dezelfde advocaten als tijdens de mondelinge behandeling.
- i) LCHB zelf ervaring in procedures tegen Google heeft opgedaan, en dat daarom de schijn bestaat dat het advocatenteam van SBP en LCHB informatie met elkaar delen.
- ii) LCHB zonder tegenwerking van SBP derden mag inschakelen om diensten te verlenen aan SBP.
- iii) SBP in strijd met de Claimcode 2019 handelt omdat twee van haar bestuurders ook bestuurder zijn van andere stichtingen die collectieve acties hebben ingesteld en die worden gefinancierd door LCHB.
10.Ontvankelijkheidseisen uit artikel 3:305a lid 3 BW
“heeft getracht het gevorderde door het voeren van overleg met de verweerder te bereiken”strandt daarom. SMC heeft dit verzoek gedaan op 23 november 2023, dus 19 dagen voordat haar dagvaarding in deze collectieve actie moest worden uitgebracht. Anders dan Google heeft betoogd is uit die korte termijn niet af te leiden dat SMC het belang van de door haar beweerde achterban niet voor ogen heeft gehad. SMC heeft dus voldaan aan het overlegvereiste. Dat SMC op dat moment nog geen kenbare achterban had, doet daar niet zonder meer aan af. Op een later moment, toen SMC wél een achterban had, heeft het overleg immers alsnog plaatsgevonden.
11.Tussenconclusie artikel 1018c lid 5 onder a Rv
14.Afsluitende overwegingen en voortgang van de procedure
15.De beslissing
woensdag 26 februari 2025
- voor akte SBP en akte SMC over het vervolg van deze procedure naar aanleiding van de voorgenomen prejudiciële vragen die de rechtbank Rotterdam over artikel 80 AVG gaat stellen aan het Europese Hof van Justitie, waarna Google op een termijn van 4 weken schriftelijk mag reageren, en
- voor akte SBP en akte SMC in reactie op het verweer van Google betreffende artikel 80 AVG,