ECLI:NL:RBAMS:2024:5972

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
26 september 2024
Zaaknummer
C/13/724268 / HA ZA 23-1
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over ontvankelijkheidseisen van belangenorganisatie in civiele procedure tegen Google

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 25 september 2024, wordt de ontvankelijkheid van de Stichting App Stores Claims (ASC) in een civiele procedure tegen verschillende Google-entiteiten besproken. De rechtbank heeft ASC opgedragen om aanvullende informatie te verstrekken over haar representativiteit en financiering. ASC moet een nieuwe verklaring van de registeraccountant indienen, die gebaseerd is op de administratie van ASC, en niet op een door ASC aangeleverde lijst van deelnemers. De rechtbank heeft ook opmerkingen gemaakt over de financieringsovereenkomst tussen ASC en haar financier, CF Tipan. Belangrijke punten zijn de vrije advocaatkeuze, de vrijheid om een schikking aan te gaan, en de mogelijkheid van voortijdige opzegging van de financieringsovereenkomst. De rechtbank oordeelt dat de huidige bepalingen in de financieringsovereenkomst niet voldoen aan de vereisten van artikel 3:305a lid 2 onder c BW, en geeft ASC de gelegenheid om deze aan te passen. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor het nemen van een akte door ASC over de gevraagde aanpassingen, waarna Google c.s. een antwoordakte kan indienen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot dat moment.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/724268 / HA ZA 23-1
Vonnis van 25 september 2024
in de zaak van
STICHTING APP STORES CLAIMS,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: ASC,
advocaat: mr. S. Timmerman te Amsterdam,
tegen
1. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ALPHABET INC.,
gevestigd te Mountain View, Californië (Verenigde Staten van Amerika),
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GOOGLE LLC,
gevestigd te Mountain View, Californië (Verenigde Staten van Amerika),
3. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GOOGLE IRELAND LIMITED,
gevestigd te Dublin (Ierland),
4. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GOOGLE COMMERCE LIMITED,
gevestigd te Dublin (Ierland),
5. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GOOGLE PAYMENT IRELAND LIMITED,
gevestigd te Dublin (Ierland),
6. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GOOGLE PAYMENT LIMITED,
gevestigd te Londen (Verenigd Koninkrijk),
7.
GOOGLE NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
8.
GOOGLE NETHERLANDS HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: Google c.s. (
in enkelvoud),
advocaat: mr. H.J. Pot te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 december 2023 (hierna: het tussenvonnis), met de daarin genoemde stukken en gebruikte definities,
- de akte van ASC, met producties,
- de akte van Google c.s.
1.2.
Daarna is een datum voor het vonnis bepaald over de in deze fase aan de orde zijnde onderwerpen: representativiteit van ASC en de financiering van ASC.

2.Dit vonnis in het kort

2.1.
In het tussenvonnis is bepaald dat ASC extra informatie moet geven over haar achterban in het kader van de representativiteit van ASC, en over haar financiering. ASC heeft bij akte informatie gegeven en documenten overgelegd, waaronder de financieringsovereenkomst (met een zwart gelakte versie voor Google c.s. en de rechtbank en voor de rechtbank ook een ongelakte/schone versie).
2.2.
De rechtbank beslist in dit vonnis dat ASC zich nogmaals bij akte moet uitlaten over haar representativiteit. De verstrekte verklaring van de registeraccountant voldoet niet. ASC zal de registeraccount een verklaring moeten laten opstellen op basis van de administratie van ASC en niet op basis van een door ASC aangeleverde lijst van deelnemers. De rechtbank heeft verder enkele opmerkingen over de financieringsovereenkomst, met name met betrekking tot de vrije advocaatkeuze, de vrijheid tot het aangaan van een schikking, de mogelijkheden tot het voortijdig opzeggen van de financieringsovereenkomst en het beschikken over de niet-geclaimde schadevergoeding. ASC krijgt de gelegenheid om de financieringsovereenkomst aan te passen en de aangepaste overeenkomst te delen met Google c.s. en de rechtbank.

3.De verdere beoordeling

3.1.
In het tussenvonnis (ECLI:NL:RBAMS:2023:8425) is bepaald dat ASC nadere duiding moet verschaffen over de aanmelding, haar achterban nader moet specificeren (dit alles in het kader van de representativiteit van ASC), en de financieringsovereenkomst moet overleggen met een toelichting op de financieringsstructuur van ASC. ASC heeft een akte (met producties) genomen en Google c.s. heeft hierop met een akte gereageerd.
Representativiteit
3.2.
Het doel van verkrijgen van nadere inlichtingen van ASC was het verifiëren van de gestelde achterban van ASC (zie tussenvonnis r.o. 7.12). In dit verband was ASC opgedragen om op te geven (zie tussenvonnis r.o. 9.2):
- het aantal beweerdelijk gedupeerden dat bij ASC is aangesloten per 1 juli 2023,
- op welke wijze beweerdelijk gedupeerden zich hebben aangemeld en op welke wijze de bevestiging/verificatie heeft plaatsgevonden,
- welke contactgegevens zij hebben opgegeven.
3.3.
De rechtbank stelt voorop dat er voor representativiteit geen getalsmatig criterium geldt en dat ook niet noodzakelijk is dat vastgesteld kan worden wie precies de achterban van de eiser vormt. De ratio van het representativiteitvereiste is met name of de stichting een achterban heeft, dat wil zeggen een niet te verwaarlozen aantal personen behorende tot die (nauw te omschrijven) groep die achter de collectieve actie staat. Dat neemt niet weg dat het gestelde aantal deelnemers wel verifieerbaar moet zijn en daaraan is nog niet voldaan. Dit is in lijn met een recente uitspraak van het Hof Amsterdam (Oracle). [1] Ter toelichting geldt het volgende.
3.4.
ASC heeft bij akte gesteld dat er (na een hernieuwde check op dubbeltellingen) 7.053 aanmeldingen zijn. ASC heeft daarbij een verklaring van een registeraccount overgelegd die de gestelde aanmeldingen heeft gecontroleerd op dubbeltellingen, foutieve e-mailadressen en dubbele IP-adressen. De registeraccountant heeft echter niet zelf geverifieerd of het aantal aanmeldingen volgt uit de administratie van ASC, maar heeft zich gebaseerd op een door ASC aangeleverde lijst. Dit is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende. Uit de verklaring van de registeraccountant moet volgen dat (i) hij of zij zelf heeft geverifieerd dat het aantal aanmeldingen volgt uit de administratie van ASC en (ii) bij die aanmeldingen de daartoe aangeven optie is aangevinkt dat aankopen zijn gedaan in de Google Play Store en/of binnen een Android app. ASC zal de gelegenheid worden gegeven om zich hierover bij akte alsnog uit te laten. En Google c.s. zal daarop mogen reageren.
3.5.
De controle of iemand die zich bij ASC heeft gemeld daadwerkelijk een Relevante Aankoop heeft gedaan komt pas aan bod – indien daaraan toe wordt gekomen – bij het vaststellen van een schadevergoeding.
Financieringsovereenkomst
3.6.
ASC heeft in haar akte het volgende toegelicht met betrekking tot de financiering. Op 1 november 2021 is tussen ASC en CF Tipan, de financier, een ‘Litigation Funding Agreement’ (hierna: de financieringsovereenkomst) tot stand gekomen, die is overgelegd. CF Tipan is uitsluitend opgericht om deze collectieve actie te financieren. CF Tipan maakt onderdeel uit van Fortress (zie r.o. 3.3 van het tussenvonnis). ASC heeft bij haar akte ook een gecertificeerde lijst overgelegd met de ‘ultimate parent funds’ van de financier, door haar zelf aangeduid als Uiteindelijke Moedermaatschappijen van de financier die op hun beurt worden gefinancierd door kapitaaltoezeggingen van derde investeerders
3.7.
Allereerst geldt dat de rechtbank van oordeel is dat ASC over voldoende middelen beschikt om de kosten van haar zaak, in eerste aanleg, te dragen. Hierdoor is aan het eerste deel van het vereiste van artikel 3:305a lid 2 onder c BW voldaan.
3.8.
Zoals al is overwogen in het tussenvonnis ziet het (tweede deel van het) vereiste van artikel 3:305a lid 2 onder c BW er op dat de stichting zelf voldoende zeggenschap moet hebben over de rechtsvordering. De rechtbank heeft bij lezing van de financieringsovereenkomst – mede gelet op de bezwaren van Google c.s. – een aantal punten opgemerkt dat niet verenigbaar is met dit vereiste. De rechtbank zal deze punten nu aflopen.
vrije advocaatkeuze
3.9.
Google c.s. heeft aangevoerd dat de volgende twee bepalingen uit de financieringsovereenkomst het recht op een vrije advocaatkeuze beperken:
“1.15 “Counsel” means Hausfeld Advocaten having its office at [adres] , retained by the Claimant in relation to the Action or any successor firm approved by the Funder from time to time if applicable.”
“21.1 The Claimant will retain Counsel, on the terms of the Hausfeld Engagement Letter, as lawyers (
advocaten) to act for the Claimant on its behalf in the Action.”
Volgens Google c.s. volgt hieruit dat ASC verplicht is om Hausfeld Advocaten als haar advocaat te instrueren en alleen bevoegd is om een andere advocaat als opvolgend advocaat te instrueren als de financier daarmee instemt.
3.10.
De rechtbank volgt het standpunt van Google c.s. dat de vrije advocaatkeuze in het geding is als de financier bepaalt wie de opvolgend advocaat wordt. ASC moet zelf de vrijheid hebben om van advocaat te veranderen. Zoals het nu is verwoord in de financieringsovereenkomst is dit niet te verenigen met het vereiste dat de zeggenschap over de rechtsvordering in voldoende mate bij ASC ligt. ASC krijgt de gelegenheid om de financieringsovereenkomst zodanig aan te passen dat zij vrij is in haar keuze voor een opvolgend advocaat en de financier daar dus geen beslissende stem in heeft.
succes fee advocaat
3.11.
Google c.s. heeft ook aangevoerd dat de bepalingen in de financieringsovereenkomst over een ‘succes fee’ die de advocaat kan verkrijgen ervoor kunnen zorgen dat de belangen van de achterban onvoldoende zijn behartigd. In artikel 4.1.1 en in Appendix 3 bij de financieringsovereenkomst staat:
“4.1.1 (…) It is also agreed that if either a Phase Costs Limit amount or the Costs
Limit amount would otherwise be exceeded, Counsel shall assume the risk of a budget overrun to the extent such overrun concerns Counsel’s own fees and it is not possible to transfer unused sums from another Phase Costs Limit in accordance with Clause 5.7 (“
Counsel Overrun”). Any Counsel Overrun will only be compensated in the event of Success and payable on a pro rata pari passu basis with the Funder’s First Return. This will be reflected in the Hausfeld Engagement Letter. The Hausfeld Engagement Letter will also provide that the Funder is not liable to pay for any increase of Counsel’s hourly rate;”
Appendix 3 onder 1:

Deferred Fees: means all fees, excluding Success Fees, payable pursuant to the Hausfeld Engagement Letter, other than those fees which have been funded by the Funder pursuant to the LFA.
Success Fees: means all fees payable pursuant to the Hausfeld Engagement Letter, upon success other than those fees which are Deferred Fees.”
3.12.
Volgens Google c.s. volgt uit deze artikelen dat de advocaat het risico draagt dat haar kosten het door de financier ter beschikking gestelde budget overschrijden (‘Counsel Overrun’) en dat de advocaat vervolgens alleen deze kosten vergoed krijgt door de financier als er sprake is van ‘Succes’. In het geval van ‘Succes’ heeft de advocaat bovendien ook recht op een ‘Succes Fee’, wat dus een resultaatsafhankelijke beloning is. Deze resultaatsafhankelijke beloning voor de advocaat maakt dat ASC en de advocaat in schikkingsonderhandelingen mogelijk tegengestelde belangen hebben, aldus Google c.s.
3.13.
Dit standpunt wordt niet gevolgd. Uitgangspunt is dat de advocaat zoals gebruikelijk voor zijn werk betaald krijgt per uur. Dat daarnaast een beloningsafhankelijke vergoeding wordt overeenkomen, is in beginsel toegestaan. Het overeenkomen van een succes fee leidt niet automatisch tot de conclusie dat de belangen van de benadeelden daardoor worden geschaad. Daarbij speelt verder mee dat de succes fee ook is verschuldigd bij het aangaan van een schikking, zodat de succes fee het aangaan van een schikking niet in de weg staat en dus ook niet leidt tot onvoldoende zeggenschap van ASC over de rechtsvordering.
vrijheid aangaan schikking
3.14.
Het is in het kader van voldoende zeggenschap over de rechtsvordering van essentieel belang dat ASC volledig vrij is om een schikking aan te gaan. Google c.s. heeft terecht aangevoerd dat sommige bepalingen in strijd zijn met dit uitgangspunt. Google c.s. heeft daarbij gewezen op artikel 15.1 en 3.2.10 van de financieringsovereenkomst:
“15.1 The Claimant shall not make, accept or reject an offer of partial or full settlement in the Action, or discontinue or make any material concession in the Action, whether through Counsel or otherwise, without:
15.1.1
providing the Funder with prior notification of the intention to take such a step;
15.1.2
having received advice from Counsel that it is reasonable to take such a step;
15.1.3
providing a copy, or summary of such advice (if any) to the Funder; and
15.1.4
having provided reasonable notice to the Funder.”
“3.2.10 [to pursue the Action, the Claimant will,
rechtbank] comply with the reasonable advice of Counsel and assist their conduct of the Action, including without limitation whether it would be appropriate to make or accept any offer to settle the Action;”
3.15.
ASC mag dus alleen een schikking aangaan als de advocaat het redelijk vindt om die stap te nemen (15.1.2). ASC is daarnaast verplicht om het (redelijke) advies van de advocaat op te volgen over de te nemen stappen in de procedure, waaronder het wel of niet aangaan van een schikking (3.2.10). Om aan het vereiste van voldoende zeggenschap over de rechtsvordering te voldoen moet ASC, in samenspraak met de benadeelden voor wie zij opkomt, geheel zelfstandig en zelfs tegen het advies van haar advocaat in kunnen beslissen over welke stappen worden genomen in de procedure en over het onderhandelen en aangaan van een schikking. ASC krijgt de gelegenheid om de financieringsovereenkomst zodanig aan te passen dat zij vrij is aldus te kunnen handelen.
aanvullende financiering voor eerste aanleg en financiering hoger beroep
3.16.
Google c.s. heeft aangevoerd dat ASC onvoldoende zeggenschap heeft over de rechtsvordering omdat de financier ‘absolute discretion’ heeft in het al dan niet verlenen van aanvullende financiering tijdens de eerste aanleg (artikel 5.8 financieringsovereenkomst) en omdat het ter beschikking gestelde budget door de financier alleen de procedure in eerste aanleg betreft en nog niet het hoger beroep (artikel 6.1 financieringsovereenkomst):
“5.8 The Funder may, in its absolute discretion, from time to time agree in writing to an increase to a Phase Costs Limit and to pay Additional Action Costs. If the Claimant requests such an increase in writing. the Funder shall have the exclusive option to provide that additional funding for a period of 15 Business Days from and excluding the date on which the request is made in writing. During that same 15 Business Days period, the Parties shall engage in good faith discussions to agree terms on which the Funder will fund Additional Action Costs and increase the Costs Limit and relevant Phase Costs Limit accordingly. If the Funder decides to provide such additional funding, it shall notify the Claimant as soon as reasonably practicable and in any event, unless otherwise agreed in writing between the Parties, within the relevant 15 Business Days period.”
“6.1 Notwithstanding any other provision of this Agreement, the Funder shall have no obligation to fund any Appeal by the Claimant, but the Funder shall have the exclusive option to do so for the period of 30 Business Days from and excluding the date on which a request for funding is made in writing. If the Funder elects to provide funding, those costs shall be deemed to be Additional Action Costs and the Costs Limit and relevant Phase Costs Limit shall be increased accordingly. Notwithstanding the exclusive option for the Funder to fund an appeal, the Claimant shall not be prohibited from entering into negotiations with other funders prior to the period of 30 Business Days having ended.”
3.17.
Het vereiste van voldoende zeggenschap over de rechtsvordering ziet alleen op de vraag of ASC voor deze instantie voldoende budget heeft. De rechtbank hoeft niet te oordelen over de financiering van het hoger beroep. Zoals hiervoor is geoordeeld (zie r.o. 3.7) beschikt ASC over voldoende middelen om de kosten van haar zaak, in eerste aanleg, te dragen. Dat ASC om een aanvullende financiering moet vragen als het thans beschikbare budget toch onvoldoende blijkt maakt niet dat ASC onvoldoende zeggenschap heeft over de rechtsvorderingen. Het is begrijpelijk dat de financier ergens een grens trekt. Het betoog van Google c.s. dat de financier een optie op de financiering van het hoger beroep heeft voor 30 werkdagen, maakt ook niet dat ASC onvoldoende zeggenschap heeft over de rechtsvordering. ASC kan immers in de tussentijd andere financiers benaderen en moet in staat worden geacht ondanks deze optie de belangen van de benadeelden goed te kunnen dienen.
3.18.
Google c.s. heeft ten aanzien van het beschikbare budget ook nog aangevoerd dat er een tegenstrijdigheid zit in de financieringsovereenkomst. In de akte van ASC (onder 2.13) staat dat de financieringsverplichting voor de ‘Action Costs’ ca. 3% van de ‘Net Asset Value’ (nettovermogenswaarde) van de Uiteindelijke Moedermaatschappijen bedraagt en ca. 1,3% van de ‘Unfunded Commitments’ (niet-gefinancierde kapitaalverplichtingen), maar dat kan niet juist zijn. Uit de door ASC overlegde lijst met Uiteindelijke Moedermaatschappijen volgt namelijk ten eerste dat de uitkomsten van 3% van de ‘Net Asset Value’ en 1,3% van de ‘Unfunded Commitments’ niet gelijk zijn en ten tweede zou het totale budget voor deze actie dan extreem hoog zijn. Zolang deze tegenstrijdigheid niet wordt opgehelderd kan Google c.s. er niet mee instemmen dat de rechtbank vonnis wijst op de inhoud van de ‘ongeschoonde’ financieringsovereenkomst. De rechtbank gaat hier niet in mee. Deze uitleg van Google c.s. berust op een verkeerde lezing van de akte van ASC. De toelichting van ASC zegt niets over de omvang van het beschikbare budget, maar ziet op de financiële gegoedheid van de Uiteindelijke Moedermaatschappijen in het licht van hun financieringsverplichting jegens de financier. De financieringsovereenkomst bevat op dit punt dus geen tegenstrijdigheid.
voortijdig opzeggen financieringsovereenkomst
3.19.
De financier kan onder omstandigheden de overeenkomst voortijdig opzeggen. In artikel 24.3 is bepaald:
“24.3 The Funder may also terminate this Agreement on the grounds that special circumstances in the meaning of principle III.6 of the Claim Code exist, by giving the Claimant 45 Business Days prior written notice. Amongst others, these special circumstances are deemed to exist if the Funder reasonably:
24.3.1
ceases to be satisfied about the merits of the Action due to circumstances that have occurred after the filing of a Writ of Summons, such a view to be reached based on independent legal and expert advice from an Expert that has been provided to the Funder; and/or
24.3.2
believes that the Action is no longer commercially viable because the Funder is unlikely to obtain at least the Funders Outlay plus Funder’s First Return, such a view to be reached based on independent legal and expert advice from an Expert that has been provided to the Funder. (…)”
3.20.
In de Claimcode is bepaald dat het tussentijds opzeggen van een financieringsovereenkomst in beginsel niet mag, behalve onder bijzondere omstandigheden, zoals bij wanprestatie of een andere ‘material breach’ van de financieringsovereenkomst. In de Claimcode staat in Principe III, bij punt 6 van de uitwerking:
“De overeenkomst voorziet in een regeling die waarborgt dat de externe financier de overeenkomst, behoudens bijzondere omstandigheden, niet kan opzeggen voordat een einduitspraak in eerste aanleg is verkregen en voor het overige waarborgt dat een zodanige opzeggingstermijn wordt gehanteerd dat de belangenorganisatie een redelijke mogelijkheid heeft alternatieve financiering aan te trekken.”
3.21.
Google c.s. heeft terecht aangevoerd dat in dit geval de zeggenschap van ASC over de rechtsvordering in het geding komt door de mogelijkheid van tussentijdse opzegging door de financier als zij ‘ceases to be satisfied about the merits of the Action’ en de collectieve actie ‘no longer commercially viable’ is. Dit betekent namelijk dat de financier kan besluiten te stoppen met de financiering van deze procedure als zij niet meer gelooft dat de procedure kans van slagen heeft en/of genoeg zal opleveren. Deze afweging kan geen grond zijn voor tussentijds beëindigen van de financieringsovereenkomst omdat dit kwalificeert als een normaal commercieel risico voor de financier en dus niet valt onder ‘bijzondere omstandigheden’ zoals bedoeld in de Claimcode. ASC krijgt de gelegenheid om de financieringsovereenkomst zodanig aan te passen dat de mogelijkheid van tussentijds opzeggen van de financieringsovereenkomst door de financier in overeenstemming is met de Claimcode, dat wil zeggen dat voortijdige opzegging alleen mogelijk is bij bijzondere omstandigheden.
beschikken over niet-geclaimde schadevergoeding
3.22.
Google c.s. heeft tot slot terecht aangevoerd dat verhaal van kosten op ‘Undistributed Damages’ niet is toegestaan. ‘Undistributed Damages’ is volgens de definitie in de financieringsovereenkomst niet-geclaimde schadevergoeding, dus schadevergoeding die wel betaald moet worden door Google c.s., maar waarop door de benadeelde(n) (nog) geen aanspraak is gemaakt.
3.23.
De artikelen 3.2.12.5 (bij vonnis) en 3.2.12.7 (bij schikking) van de financieringsovereenkomst bepalen dat ASC verplicht is zich in te spannen dat de rechtbank een vonnis wijst, of dat een schikking wordt overeengekomen, waarin het ASC wordt toegestaan haar kosten op de ‘Undistributed Damages’ te verhalen. Dat is niet toegestaan. Het uitgangspunt is dat Google c.s. niet meer hoeft te betalen dan de werkelijke schade. Als op een deel van de schadevergoeding geen aanspraak wordt gemaakt, hoeft Google c.s. dit ook niet uit te betalen aan ASC. Google c.s. dient schadevergoeding te betalen voor de benadeelden die zich daadwerkelijk melden. ASC krijgt ook voor dit punt de gelegenheid om de financieringsovereenkomst zodanig aan te passen dat alle schadevergoeding alleen kan toekomen aan de benadeelden.
conclusie financieringsovereenkomst
3.24.
De conclusie is dat ASC voor een aantal punten de mogelijkheid krijgt om de financieringsovereenkomst aan te passen om te voldoen aan het vereiste van artikel 3:305a lid 2 onder c BW.
3.25.
Daarbij kiest de rechtbank ervoor nu al enkele opmerkingen te maken over de afspraken uit de financieringsovereenkomst die zien op de aanspraken van de financier. Dit is namelijk van belang als later in de procedure bepaald moet bepalen wat een redelijke vergoeding is bij goedkeuring van een vaststellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 1018h lid 1 BW of bij een voorstel voor een collectieve schadeafwikkelingafwikkeling als bedoeld in artikel 1018i BW.
3.26.
De rechtbank acht die thans afgesproken vergoeding, waarbij een maximum van 25% van de schadevergoeding van de benadeelden niet aan de benadeelden toekomt, in potentie buitensporig hoog. Het zal mede afhangen van de uiteindelijke hoogte van de toe te wijzen schadevergoeding en van het aantal personen dat daarop naar verwachting aanspraak zal kunnen en willen maken. Het is te rechtvaardigen dat procesfinanciers een passende beloning ontvangen gezien de risico’s die zij lopen, maar deze moet steeds in een redelijke verhouding staan tot het bedrag dat zij hebben gefinancierd. Wat dit laatste betreft is de rechtbank voornemens het vijfvoudige van wat een procesfinancier heeft geïnvesteerd als passend maximum te hanteren. Daarom is er reden het aanvaardbare vergoedingspercentage af te stemmen op de nog te beoordelen en mogelijk toe te wijzen schadevergoeding en op de omvang van de groep van personen die op die schadevergoeding aanspraak kunnen maken en dit zo vast te stellen dat te verwachten is dat de procesfinanciers een passende vergoeding kunnen ontvangen die echter genoemd maximum niet mag overtreffen. Indien van een opvolgend financier sprake is, dan dient de vergoeding voor beide financiers ook aan deze maxima te voldoen.
Partijen zullen te zijner tijd, als het tot de eerdergenoemde vaststellingsovereenkomst of collectieve schadeafwikkelingafwikkeling komt, de gelegenheid krijgen op deze opmerkingen te reageren. De rechtbank acht het als gezegd echter wenselijk hierover in dit vroege stadium duidelijkheid te verschaffen.
Verdere verloop procedure
3.27.
ASC zal in het geding moeten brengen:
in het kader van de representativiteit: een nieuwe verklaring van de registeraccountant op basis van de administratie van ASC,
in het kader van de financiering: een aangepaste financieringsovereenkomst waarbij de volgende onderdelen zijn aangepast:
a. de vrije advocaatkeuze (zie r.o.3.10),
b. de vrijheid tot het aangaan van een schikking ( zie r.o. 3.15),
c. het voortijdig opzeggen van de financieringsovereenkomst (zie r.o. 3.19 - 3.21),
d. het beschikken over de niet-geclaimde schadevergoeding (zie r.o. 3.23)
Daarbij kan ASC in de versie voor Google c.s. wederom de bedragen die bepalend zijn voor het budget dat beschikbaar is voor het voeren van de procedure onleesbaar maken. De rechtbank ontvangt twee kopieën: één zoals die aan Google c.s. is verstrekt en één zonder onleesbaar gemaakte onderdelen.
3.28.
ASC krijgt een termijn van zes weken voor het indienen van de akte, waarna Google c.s. een antwoordakte kan nemen eveneens op een termijn van zes weken. De rechtbank zal daarna een beslissing nemen over de ontvankelijkheid van ASC. Daarbij komen ook de onderwerpen uit artikel 1018e Rv aan bod. Google c.s. heeft in haar akte daar al op gereageerd. Enkel wat betreft de Nauw omschreven groep heeft Google c.s. een aanpassing voorgesteld. De rechtbank is voornemens om dit voorstel van Google c.s. te volgen.
In het geval ASC ontvankelijk zal worden geoordeeld, is de rechtbank voornemens om een opt-out periode van 3 maanden te hanteren en ASC aan te wijzen als de exclusieve belangenbehartiger, zodat daarna kan worden over gegaan tot een inhoudelijk beoordeling.
3.29.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 6 november 2024voor het nemen van een akte door ASC over wat is vermeld onder r.o. 3.27, waarna Google c.s. op de rol van zes weken daarna een antwoordakte kan nemen,
4.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. de Koning, mr. B.M. Visser en mr. M.L.S. Kalff, rechters, bijgestaan door mr. E.H. van Kolfschooten, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024.

Voetnoten

1.Hof Amsterdam 18 juni 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:1651, r.o. 4.21