Op 7 mei 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat door de Poolse autoriteiten was uitgevaardigd. Het EAB, dat dateert van 18 december 2024, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Polen is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van twee jaar voor illegale handel in verdovende middelen. De opgeëiste persoon, geboren in 1995 in Duitsland, is momenteel gedetineerd in Nederland en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in het land. Tijdens de zitting op 23 april 2025 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. F.S. Baardman, en een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft ook de termijn voor het doen van uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen. De rechtbank heeft eerder vastgesteld dat er in Polen structurele gebreken zijn in de rechtsorde, maar heeft geconcludeerd dat er geen individueel reëel gevaar is voor de opgeëiste persoon met betrekking tot een eerlijk proces. Uiteindelijk heeft de rechtbank de overlevering toegestaan, waarbij de opgeëiste persoon wordt overgeleverd aan de Poolse autoriteiten voor de uitvoering van de resterende straf.