Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- de akte van [eiser] van 18 december 2024, met daarin een nadere onderbouwing van de schade en vermeerdering van eis, met producties,
- de antwoordakte van Practical van 22 januari 2025.
2.De verdere beoordeling
Verspätungszuschlag) en ‘achterstallige betalingstoeslag’ (
Säumniszuschlag). Practical betwist dat zij aansprakelijk is voor betaling van de
Säumniszuschlag. Dit type boete kan aan [eiser] zijn opgelegd wanneer de omzetbelasting die maandelijks is afgedragen achteraf niet voldoende bleek, bijvoorbeeld vanwege hogere omzetcijfers dan waar de betaalde omzetbelasting op is gebaseerd. [eiser] was echter zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van de correcte omzetcijfers. Boetes in verband met fouten in de aangeleverde cijfers komen dan voor rekening van [eiser] zelf, aldus Practical. Ook blijkt volgens Practical uit het boeteoverzicht dat voor sommige maanden de omzetbelasting pas na het verstrijken van de uiterste vervaldatum is betaald. [eiser] was echter zelf verantwoordelijk voor tijdige betaling, Practical hoefde de betalingsopdracht slechts klaar te zetten. Volgens Practical is het onderaan de streep onduidelijk wie verantwoordelijk kan worden gehouden voor de overtredingen waarvoor boetes zijn opgelegd, zodat Practical geen boetebedragen aan [eiser] hoeft te vergoeden.
evengoed verband kunnen houden” met een te lage afdracht van btw door een hogere omzet dan doorgegeven en (ii) de boetes voor achterstallige betaling erop
lijkente duiden dat de Duitse fiscus heeft vastgesteld dat de afgedragen btw niet toereikend is geweest zijn, maar die opmerkingen zijn te algemeen en onvoldoende onderbouwd.