Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
5.Strafbaarheid
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
diefstal.
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
7.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden
8.Overige verweren
family lifeex artikel 7 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Handvest) oplevert. Slechts zeer uitzonderlijke omstandigheden maken dit anders. Deze omstandigheden doen zich in deze zaak niet voor. Daar komt bij dat uitstel van de feitelijk overlevering op grond van artikel 35 OLW zich alleen voor kan doen wegens ernstige humanitaire redenen die de opgeëiste persoon zelf betreffen of als sprake is van een overmachtssituatie. Ook hiervan is geen sprake.
9.Beslissing
SCHORSThet onderzoek en bepaalt dat de zaak
uiterlijk 14 dagen voor 17 mei 2025(het einde van de verlengde beslistermijn) opnieuw moet worden ingepland;
oproeping van de opgeëiste persoon en zijn raadsmantegen nader te bepalen datum en tijdstip.