Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Artikel 11 OLW: Belgische detentieomstandigheden
Inleiding
3.Sanitaire en hygiëne omstandigheden
Als algemene regel, voorziet de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden in algemene rechten en plichten voor gedetineerden, o.a. het recht op dagelijkse persoonlijke hygiëne, het recht op toegang tot gezondheidszorg en -bescherming evenredig aan dewelke wordt voorzien buiten de gevangenismuren. In dit verband, is een penitentiaire gezondheidsraad opgericht bij wet die adviseert bij het verbeteren van de kwaliteit de gezondheidszorg binnen de gevangenismuren. De medische zorg binnen de gevangenismuren is van gelijke kwaliteit als de medische zorg die wordt verstrekt buiten de gevangenismuren.”
European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishmentwaaruit blijkt dat de situatie in Belgische detentie-instellingen zorgelijk is. In dit licht is de voornoemde detentiegarantie te algemeen omschreven en onvoldoende om het door de rechtbank vastgestelde algemeen reëel gevaar van schending van grondrechten in het individuele geval van de opgeëiste persoon weg te nemen. Bovendien wordt in de garantie niet ingegaan op het aantal uren dat de opgeëiste persoon na overlevering buiten zijn cel zou mogen doorbrengen.
7.De weigeringsgrond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen in België, voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.