Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
DOOYOO GMBH,
2.
DOOYOO UK LIMITED,
1.GOOGLE NETHERLANDS B.V.,
2.
GOOGLE NETHERLANDS HOLDINGS B.V.,
GOOGLE LLC,
4.
ALPHABET INC.,
5.
GOOGLE UK LIMITED,
6.
GOOGLE ITALY S.R.L.,
7.
GOOGLE SPAIN S.L.,
8.
GOOGLE GERMANY GMBH,
9.
GOOGLE FRANCE SARL,
1. De procedure
- de incidentele conclusie houdende exceptie van internationale onbevoegdheid, tevens verzoek tot aanhouding, met producties, van Google c.s.,
- het bericht van de rechtbank van 14 oktober 2024, waarin een mondelinge behandeling in het incident is bepaald,
2.De zaak en de beslissing in het incident in het kort
3.De feiten in het incident
4.Het geschil in de hoofdzaak
Sumal– ook de andere gedaagde Google-entiteiten hoofdelijk aansprakelijk, omdat zij een economische eenheid vormen met Google LLC en Alphabet, aldus steeds Dooyoo c.s.
5.Het geschil en de beoordeling in het incident
Kartonverpakkingenen
Stroomkabelszijn beantwoord door het HvJ EU, met veroordeling van Dooyoo c.s. in de kosten van het incident.
Sumal-arrest, omdat geen concreet verband bestaat tussen de economische activiteiten van de Nederlandse gedaagden en het voorwerp van de inbreuk. Ook is geen sprake van eenzelfde situatie feitelijk en rechtens, omdat de Nederlandse gedaagden geen adressanten zijn van het Besluit. De Nederlandse gedaagden kunnen dus niet fungeren als ankergedaagden. Bovendien is voor geen van de buitenlandse gedaagden voorzienbaar dat zij voor de onderhavige vorderingen voor de Nederlandse rechter moeten verschijnen.
Handlungsortof als
Erfolgsortvoor de schade die Dooyoo c.s. claimt.
Kartonverpakkingenen
Stroomkabelsgestelde prejudiciële vragen over de uitleg van artikel 8 lid 1 Brussel I bis-Verordening heeft beantwoord. Die uitleg is ook relevant voor de uitleg van artikel 7 lid 1 Rv, omdat artikel 7 lid 1 Rv is geënt op artikel 8 lid 1 Brussel I bis-Verordening.
Sumal-criteria. Er bestaat een concreet verband tussen de economische activiteiten van de Nederlandse Google-entiteiten en het voorwerp van de inbreuk. De Nederlandse dochters zijn om die reden hoofdelijk aansprakelijk. In deze fase van de procedure, de bevoegdheidsfase, hoeft de toetsing aan de
Sumal-criteria slechts summier te geschieden. Dit maakt dat wordt voldaan aan de vereisten voor de ankergedaagderegeling.
Handlungsorten/of
Erfolgsort. Datzelfde geldt voor de vorderingen van Dooyoo c.s op de in de Europese Unie gevestigde gedaagden op grond van artikel 7 lid 2 Brussel I bis-Verordening.
Kartonverpakkingenen
Stroomkabels. De rechtbank heeft in een met deze zaak vergelijkbare zaak, de
Wolfson-zaak, al bevoegdheid aangenomen ten aanzien van de Amerikaanse Google-entiteiten. [3] Daarnaast heeft de rechtbank in die zaak inmiddels ook ten gronde geoordeeld dat Google NL samen met de Amerikaanse Google-entiteiten een economische eenheid vormt en dat de vorderingen op grond van de inbreuk daarom terecht tegen Google NL zijn gericht. De rechtbank kan in deze zaak daarom de hoofdelijke aansprakelijkheid van de Nederlandse Google entiteiten voorshands aannemen. De nauwe band tussen de vorderingen kan gelet hierop niet ter discussie staan. In de zaken
Kartonverpakkingenen
Stroomkabelsstaat de hoofdelijke aansprakelijkheid van de Amsterdamse ankergedaagden geenszins vast. Dat verschilt met de onderhavige zaak, aldus Dooyoo c.s.
Stroomkabelsen
Kartonverpakkingengestelde prejudiciële vragen heeft beantwoord. De prejudiciële vraag 1a in die zaken beschrijft namelijk een situatie die voor de relevante aspecten vergelijkbaar is met de situatie in deze procedure. Dit maakt dat de antwoorden van het HvJ van belang zijn voor de beoordeling in deze zaak.
Sumal-arrest, als ankergedaagden kunnen fungeren voor de buitenlandse gedaagden. De vraag is of en onder welke voorwaarden in zo’n geval sprake kan zijn van de door artikel 8 lid 1 Brussel I bis-Verordening vereiste nauwe band tussen de vorderingen tegen de afzonderlijke gedaagden. De uitleg die aan artikel 8 lid 1 Brussel I bis-Verordening moet worden gegeven, is ook van belang voor de uitleg van artikel 7 lid 1 Rv.
Wolfson-zaak al een beslissing ten gronde is genomen over de aansprakelijkheid van Google NL, neemt niet weg dat de prejudiciële vraag 1a (zie 5.8) precies de onderhavige situatie beschrijft, zodat de beantwoording daarvan van belang is voor beoordeling van de bevoegdheid van deze rechtbank. Ook de omstandigheid dat de feiten in de zaken
Stroomkabelsen
Kartonverpakkingenverschillen van de feiten met de onderhavige zaak, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. De prejudiciële vragen zijn immers breed ingestoken en de vraag onder 1a ziet op een situatie zoals die zich ook in de onderhavige zaak voordoet.
Stroomkabelsen
Kartonverpakkingen.
6.De beslissing
1 oktober 2025in afwachting van de beantwoording door het HvJ van de door het gerechtshof Amsterdam op 19 september 2023 in de zaken
Stroomkabelsen
Kartonverpakkingengestelde prejudiciële vragen,