ECLI:NL:RBAMS:2025:1000
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Nietigverklaring van besluiten van de Vereniging van Eigenaren inzake gemeenschappelijk gebruik van rookgasafvoeren
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 29 januari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot nietigverklaring van besluiten van de Vereniging van Eigenaren (VvE) van een appartementencomplex. De verzoeker, eigenaar van twee appartementsrechten, verzocht de rechter om de besluiten van de VvE van 25 april 2024, die betrekking hadden op de rookgasafvoeren, nietig te verklaren. De kern van het geschil was of de rookgasafvoeren als gemeenschappelijk of als privézaak moesten worden aangemerkt. De verzoeker stelde dat de rookgasafvoeren gemeenschappelijk waren op basis van de splitsingsakte en het modelreglement, terwijl de VvE betoogde dat deze individueel waren en voor rekening van de eigenaren kwamen.
De kantonrechter heeft de splitsingsakte en het modelreglement objectief uitgelegd en geconcludeerd dat de rookgasafvoeren gemeenschappelijk zijn. De rechter oordeelde dat de besluiten van de VvE in strijd waren met artikel 17 van het modelreglement, dat de rook- en ventilatiekanalen als gemeenschappelijke zaken kwalificeert. De rechter wees het verzoek van de verzoeker toe en verklaarde de besluiten van de VvE nietig. Tevens werd de VvE veroordeeld in de kosten van de procedure, inclusief reis- en verletkosten voor de verzoeker, die in persoon procedeerde.
De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke uitleg van de splitsingsakte en de rechtszekerheid voor appartementseigenaren. De rechter stelde dat de feitelijke situatie van de rookgasafvoeren niet leidend kon zijn voor de juridische kwalificatie, en dat de bepalingen in de splitsingsakte voldoende duidelijk waren om te concluderen dat de rookgasafvoeren gemeenschappelijk zijn. De VvE werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten, en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.