Op 19 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door Polen op 21 september 2023. De officier van justitie had op 10 juni 2024 verzocht om het EAB in behandeling te nemen. De opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1979, werd bijgestaan door zijn raadsman en een tolk tijdens de zittingen. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op verschillende momenten uitgesteld, onder andere vanwege zorgen over de detentieomstandigheden in Polen. Op 13 november 2024 werd de zaak aangehouden in afwachting van informatie over mogelijke wijzigingen in deze omstandigheden.
Bij de zitting op 19 december 2024 heeft de rechtbank vastgesteld dat er geen nieuwe informatie was ontvangen die een wijziging van de detentieomstandigheden zou kunnen rechtvaardigen. Gezien het verstrijken van de gestelde termijn zonder wijziging, heeft de rechtbank besloten geen gevolg te geven aan het EAB en de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren. Dit betekent dat de overleveringsprocedure is beëindigd. De rechtbank heeft ook de geschorste overleveringsdetentie opgeheven. De uitspraak is gedaan door een collegiaal trio van rechters, met mr. R.A. Sipkens als voorzitter.