Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de zittingsaantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling in de zaak met zaaknummer 11024982 / CV EXPL 24-3409 van 22 augustus 2024;
- de schriftelijke reactie van de rechter op het wrakingsverzoek van 26 augustus 2024.
2.De feiten
“Ik vraag mij af waarom u de zaak niet ambtshalve heeft doorverwezen naar de rechtbank. Het gaat om een waarde hoger dan 25.000 dus ik begrijp niet wat ik hier kom doen. Ik begrijp uw houding niet. Kunt u mij uitleggen wat we hier gaan doen?”
“Ik ben kantonrechter. Ik ben hier om u te horen.”
“U bent toch rechter? Kent u 93 Rv. Waarom verwijst u het niet door. Het is een rekensommetje. Kent u 93 Rv, of niet?”
“Ja dat ken ik”
“U kunt het nu doorverwijzen. Ja of nee. Anders ga ik de wrakingskamer vertellen wat u hier doet. Anders heeft u andere intenties om hier mee door te gaan”
U heeft vandaag de gelegenheid om te reageren op de stukken die er al zijn gewisseld”
“U moet zich onbevoegd verklaren. 1 of 2. Ik heb er tabak van. Anders moet u de wrakingskamer nu bij elkaar roepen.”
“Wilt u verweer voeren?”
“U bent gewraakt.”
“Wilt u mij uitleggen waarom u mij wraakt?”
Nee dat leg ik aan de wrakingskamer voor.”
“Dan stel ik vast dat u niet heeft toegelicht waarom u heeft gewraakt.”
“Nee dat mag u niet vaststellen.”
“Nee, de zitting is nog niet gesloten. [verzoeker] heeft geen reden gegeven voor de wraking. Dan weet ik dat de wrakingskamer vindt dat ik mag doorgaan met de zitting.”
“U heeft geschorst vanwege een wraking. Daarom moet u nu stoppen en niet meer met de andere partij praten.”
“Wilt u de deur dichtdoen?”
“Er is geen reden gegeven voor de wraking. Daarom mag ik doorgaan met de mondelinge behandeling.”
“We laten u zo snel mogelijk weten wanneer er vonnis komt. Een vonnisdatum krijgt u nog te horen. Mijn beslissing is dat de zaak doorgaat.”
“Er verandert niets. U hoort nog een vonnisdatum.”
3.Het verzoek
4.De reactie van de rechter
5.De beoordeling van het verzoek
tverzoeker, ook na daartoe uitdrukkelijk te zijn uitgenodigd door de rechter, geweigerd heeft alsnog een wrakingsgrond te noemen en enige toelichting te geven. Ook indien geoordeeld moet worden dat de rechter de opmerkingen van verzoeker als een gemotiveerd wrakingsverzoek had moeten opvatten en de zaak had moeten schorsen, gaat het hier om een rechterlijke beslissing die eventueel in hoger beroep aan de orde kan worden gesteld. De beslissing vormt echter geen grond voor het aannemen van (de schijn van) partijdigheid.
(“U bent gek”)en verzoeker en de gemachtigde van de medegedaagde toen direct de zaal verlieten, is het van een uitleg kennelijk niet meer gekomen. Nadat de gemachtigde van verzoekers medegedaagde blijkens de zittingsaantekeningen weer terug was gekomen in de zittingszaal had de rechter alsnog moeten meedelen dat hij het verzoek redelijkerwijs niet al wrakingsverzoek kon opvatten, dat hij het daarom buiten behandeling had gesteld en dat de behandeling om die reden werd voortgezet.
wijst het verzoek af;