Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Szczecin, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Regional Court in Szczecinvan 21 november 2018, met kenmerk III K 134/17, zoals gewijzigd bij het arrest van
the Appellate Court in Szczecinvan 12 april 2021, met kenmerk II Aka 99/19.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Artikel 11 OLW; Poolse detentieomstandigheden
remand regimezal worden geplaatst of dat hij eerst zijn vrijheidsstraf in een ander regime zal ondergaan. Op die vraag heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit bij de brief van 30 oktober 2024 als volgt gereageerd:
(…) the a/m will immediately begin serving the penalty of deprivation of freedom imposed on him in the case III K 134/17, however at the same time in respect of him will be applied the preventive measure in the form of a temporary arrest for the period of 30 days from the day of detention applied by virtue of the decision of the District Szczecin […]”
remand centrezal worden geplaatst, in een cel afgezonderd van andere personen die (enkel) een vrijheidsstraf ondergaan en onder omstandigheden waarbij minder rechten gelden, gelijkend aan het
remand regime in Polen:
1. visits;
2. correspondence;
3. the use of telephone sets and other means of wired and cordless communication;
4. possession of objects in the cell;
5. the use of health services;
6. notifying the authority deciding on the qualifying to the temporarily arrested persons creating a serious social danger or else a serious danger to the safety of the penitentiary establishment and on remaining for treatment in the penitentiary establishment after release, as well as within the scope of granting permission.
remand regimein Polen terechtkomen. Het kernpunt hierbij is dat in het
remand regimeslechts 3 m2 persoonlijke ruimte (exclusief sanitair) in een meerpersoonscel is gegarandeerd voor de voorlopig gedetineerde, terwijl die veelal 23 uren op zijn cel doorbrengt. Verder is de onduidelijkheid over de termijn waarop de opgeëiste persoon contact met de buitenwereld kan bewerkstelligen een bijkomende verzwarende omstandigheid.
remand regime, is het vastgestelde algemeen reëel gevaar ook in deze zaak relevant.
remand regime, kan op zichzelf niet tot weigering van de overlevering leiden. Het enkele bestaan van gegevens die duiden op gebreken in dit regime, impliceert immers niet noodzakelijkerwijs dat, in een concreet geval, de grondrechten van de opgeëiste persoon bij overlevering zullen worden geschonden.
remand regimein Polen waar hij zal worden gedetineerd.
Directorvan het
Detention Centre in Szczecinaanvullende informatie verstrekt over de detentieomstandigheden in deze penitentiaire inrichting. Daarnaast heeft de
Prosecutor van het Department for Organised Crime and Corruptionbij brief van 26 november 2024 aangegeven dat de opgeëiste persoon daar na aankomst op het vliegveld van Warschau (en een kort verblijf in de PI aldaar) gedetineerd zal worden. In de aanvullende informatie van de Poolse autoriteiten van 25 november 2024 het volgende:
Prosecutorde hierboven aangehaalde alinea’s.
remand centre.
number of walking groups in the residential ward”. Het is onduidelijk wat hiermee bedoeld wordt. Daarnaast zouden de activiteiten variëren van 4 tot 7 uur per week: ook dat is onvoldoende concreet ten aanzien van de opgeëiste persoon.
remand regime, dat met de verstrekte informatie niet is weggenomen. De rechtbank stelt vast dat er voor de opgeëiste persoon een individueel gevaar van schending van zijn grondrechten bestaat als de overlevering zou worden toegestaan.
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- de verdovende middelen zijn in Polen ingevoerd en verkocht,
- er is reeds een onherroepelijk vonnis gewezen in Polen,
- en het Nederlandse Openbaar Ministerie is niet voornemens vervolging voor de feiten in te stellen.
8.Beslissing
SCHORSThet onderzoek en bepaalt dat de zaak opnieuw moet worden ingepland op een zitting
op 22 januari 2025 of uiterlijk tien dagen daarna.
oproeping van de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouwtegen een nader te bepalen datum en tijdstip.
oproeping van een tolk in de Poolse taaltegen een nader te bepalen datum en tijdstip.