Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Circuit Court of Zielona Góra in Polen. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat strekt tot aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Polen is geboren en momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 10 december 2024 gehouden, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.P.M. Balemans.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon in eerste aanleg aanwezig was en vertegenwoordigd door een advocaat, en dat hij op de hoogte was van de procedure in hoger beroep. De raadsman voerde aan dat de overlevering op grond van artikel 12 van de Overleveringswet (OLW) geweigerd moest worden, omdat de opgeëiste persoon niet op de hoogte was van de zitting in hoger beroep. De officier van justitie betwistte dit en stelde dat de opgeëiste persoon wel degelijk op de hoogte was en dat de weigeringsgrond niet van toepassing was.
De rechtbank oordeelde dat het EAB voldeed aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden waren die aan de overlevering in de weg stonden. De rechtbank concludeerde dat de overlevering van de opgeëiste persoon aan Polen kon worden toegestaan, omdat de feiten waarvoor de overlevering werd verzocht, ook onder de Nederlandse wetgeving vallen. De rechtbank heeft de overlevering goedgekeurd en vastgesteld dat er geen gewoon rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak.