ECLI:NL:RBAMS:2024:8177

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 december 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
13/361678-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeregeldheden rond de wedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv en de rol van verdachte in de WhatsAppgroep ‘Buurthuis 2’

Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die betrokken was bij ongeregeldheden rondom de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv op 7 november 2024. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van hulp bij geweldpleging en groepsbelediging van Joden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk inlichtingen had verschaft tot het plegen van geweld tegen personen van Joodse komaf door deel te nemen aan een WhatsAppgroep, waarin hij opriep tot geweld en beledigende uitlatingen deed. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van vormverzuim, aangezien de politie op basis van de Politiewet bevoegd was om deel te nemen aan de WhatsAppgroep. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 weken, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en de context van de ongeregeldheden in aanmerking nam. De rechtbank benadrukte dat de uitlatingen van de verdachte in de WhatsAppgroep beledigend waren en dat de context van de ongeregeldheden geen rechtvaardiging bood voor het oproepen tot geweld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13.361678.24
[verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/361678-24
Datum uitspraak: 24 december 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1998,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] ,
gedetineerd in [detentieadres] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 december 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vorderingen van de officieren van justitie, mrs. J.J. Smilde, J.M. Pauwelussen en M. Al Mansouri (hierna gezamenlijk aangeduid als: de officier van justitie), en van wat verdachte en zijn raadslieden, mrs. Y. Finani en A. Boumanjal, naar voren hebben gebracht.

2.Algemene inleiding onderzoek Marsfit

Op donderdag 7 november 2024 werd in de Johan Cruijff ArenA in Amsterdam een voetbalwedstrijd gespeeld tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv FC uit Israël. Zowel voorafgaand aan als na afloop van die wedstrijd zijn er rond de ArenA en in de binnenstad van Amsterdam ongeregeldheden ontstaan. Die ongeregeldheden hebben in binnen- en buitenland veel ophef veroorzaakt.
De onrust in de binnenstad van Amsterdam begon al op 6 november 2024, de dag voor de wedstrijd, en is vervolgens steeds verder opgelopen. Deze onrust lijkt te maken hebben gehad met – helaas niet ongebruikelijk – hooligangeweld, met de aanwezigheid en het gedrag van de supporters van Maccabi Tel Aviv in Amsterdam en met het bij een deel van de Nederlandse bevolking levende ongenoegen over de huidige situatie in Israël en Palestina. Naar aanleiding van de ongeregeldheden is de politie, onder leiding van het Openbaar Ministerie, opsporingsonderzoeken gestart. In het kader van het onderzoek genaamd Marsfit zijn diverse personen aangehouden, waaronder de verdachten die op 11 en 12 december 2024 terecht hebben gestaan. Aan hen zijn verschillende strafbare feiten ten laste gelegd, waaronder geweldsfeiten, hulp bij geweldpleging, groepsbelediging, diefstal met geweld en het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk. De rechtbank heeft tot taak om onpartijdig, onafhankelijk en onbevooroordeeld vast te stellen of de gedragingen van de verdachten zijn aan te merken als strafbare feiten volgens de Nederlandse wetgeving en zo ja, welke straffen daarvoor op zijn plaats zijn.

3.Tenlastelegging

Verdachte wordt– kort gezegd – verweten dat hij zich in Nederland heeft schuldig gemaakt aan
1. medeplegen van hulp bij geweldpleging tegen personen van Joodse komaf en/of met de Israëlische nationaliteit en/of aanhangers van de Israëlische voetbalclub Maccabi Tel Aviv in de periode van 7 november 2024 tot en met 8 november 2024;
2. medeplegen van groepsbelediging van Joden wegens hun ras en/of godsdienst.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

4.Vormverzuim

4.1.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Daartoe is primair aangevoerd dat niet is voldaan aan het legaliteitsvereiste. Met de deelname van de politie in de WhatsAppgroep ‘ [appgroep 1] ’ is sprake van infiltratie, waarvoor artikel 3 van de Politiewet 2012 (hierna: Politiewet) onvoldoende grondslag biedt. Volgens de verdediging is daarmee sprake van een inbreuk op artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) (respect voor privé- en familieleven) en artikel 11 EVRM (het demonstratierecht). Subsidiair was er geen ‘pressing social need’ en voldeed de inmenging niet aan de eisen van proportionaliteit. Volgens de verdediging moet de door de infiltratie verkregen data worden uitgesloten van het bewijs. Verdachte moet daarom integraal worden vrijgesproken. Indien de rechtbank niet tot bewijsuitsluiting overgaat, heeft de verdediging een voorwaardelijk verzoek ingediend om de verbalisanten die hebben deelgenomen aan de groep ‘ [appgroep 1] ’ als getuigen te horen.
4.2.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat van een vormverzuim geen sprake is, omdat de verbalisanten op grond van artikel 3 Politiewet bevoegd waren om deel te nemen aan de WhatsAppgroep ‘ [appgroep 1] ’. Op het moment dat er bij de politie signalen binnenkwamen over de wedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv, waren er nog geen verdenkingen van strafbare feiten. De verbalisanten hebben aan de groep deelgenomen met het doel om de openbare orde te bewaken. Van infiltratie was geen sprake. De verbalisanten hebben passief meegelezen en zij hebben slechts een beperkt aantal uren toegang gehad tot de WhatsAppgroep. Bovendien was ‘ [appgroep 1] ’ een openbare groep met bijna duizend mensen, die gebruik maakten van een nickname. Er werd dan ook geen volledig beeld van bepaalde aspecten van iemands leven verkregen. Het voorwaardelijke verzoek van de verdediging om de verbalisanten als getuigen te horen moet worden afgewezen.
4.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van een vormverzuim en overweegt daartoe als volgt.
In dit dossier zijn virtueel agenten ingezet. Dit zijn politiemedewerkers die op het internet informatie verzamelen, terwijl ze niet kenbaar zijn als politieagent. De politiemedewerkers werkten op basis van de algemene taakstelling van artikel 3 Politiewet en hebben daarvoor toestemming gekregen van de informatie-officier van justitie. De officier van justitie heeft tijdens de zitting toegelicht dat deze medewerkers in het kader van de handhaving van de openbare orde hebben gehandeld. De dag ervoor was onrust ontstaan in de stad en de voetbalwedstrijd werd gezien als risicovol in het kader van het handhaven van de openbare orde. Op basis van artikel 3 Politiewet mag, gelet op artikel 8 EVRM, in principe slechts een niet meer dan beperkte inbreuk op de privacy van burgers worden gemaakt.
In de uitleg van de Hoge Raad: er mag niet een min of meer compleet beeld van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de betrokkene worden verkregen. [1]
Anders dan de verdediging heeft betoogd maar niet verder heeft onderbouwd, heeft de deelname van de verbalisanten in de WhatsAppgroep ‘ [appgroep 1] ’ er niet toe geleid dat een min of meer compleet beeld van bepaalde aspecten van leven van verdachte is verkregen. De rechtbank overweegt daartoe dat ‘ [appgroep 1] ’ een WhatsAppgroep was met meer dan 900 deelnemers; een brede en betrekkelijk willekeurige kring van deelnemers. De verbalisanten hebben gedurende een korte tijdsperiode deelgenomen aan de groep, namelijk tussen 09:52 uur (7 november 2024) en 11:23 uur (8 november 2024). Van infiltratie als bedoeld in artikel 126h Sv was dan ook geen sprake. Er is daarom slechts sprake van een beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van verdachte, zodat artikel 3 van de Politiewet een toereikende wettelijke grondslag bood voor het handelen van de verbalisanten. De rechtbank vindt dat hiermee niet in strijd met artikel 8 en 11 van het EVRM is gehandeld.
De rechtbank benadrukt dat voor de handelwijze van de virtueel agenten een verdenking van een strafbaar feit niet nodig was.
De rechtbank komt tot de conclusie dat geen sprake is van een vormverzuim. Het verweer wordt verworpen.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ziet de rechtbank geen aanleiding om de verbalisanten als getuige te horen. Het voorwaardelijke verzoek van de verdediging wordt afgewezen.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide feiten kunnen worden bewezen en heeft daartoe de relevante bewijsmiddelen opgesomd.
5.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1, omdat op basis van de berichten niet kan worden vastgesteld dat hij een faciliterende rol had bij openlijke geweldpleging.
Verdachte moet ook worden vrijgesproken van feit 2. Daartoe is primair aangevoerd dat de beledigingen niet tegen Joden wegens hun ras en/of godsdienst waren gericht, maar tegen de Maccabi-supporters. Subsidiair zijn de uitlatingen van verdachte volgens de verdediging niet in het openbaar gedaan.
5.3.
Oordeel van de rechtbank
5.3.1.
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast. [2]
Voorafgaand aan de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv heeft de politie onderzoek ingesteld in het WhatsAppkanaal ‘ [appkanaal] ’. In dit kanaal werd een link gedeeld naar een WhatsAppgroep genaamd ‘ [appgroep 2] ’. Verbalisant heeft op 7 november 2024 om 09:52 uur op deze link geklikt en deelgenomen aan de groep ‘ [appgroep 2] ’ om de berichten in deze groep te kunnen monitoren en lezen. De naam van de groep werd tussen 09:52 uur en 21:13 uur meerdere keren veranderd. Om 21:13 uur werd de naam voor de laatste keer gewijzigd in ‘ [appgroep 1] ’. Verbalisant heeft de gesprekken in de groep veiliggesteld. [3] De WhatsAppgroep ‘ [appgroep 1] ’ werd opgericht op 7 november 2024 om 02:49 uur. Op het moment van veiligstellen waren 966 deelnemers aan de groep toegevoegd. [4]
Eén van de deelnemers aan de WhatsAppgroep ‘ [appgroep 1] ’ was een persoon met gebruikersnaam [gebruikersnaam] . Deze gebruikersnaam was gekoppeld aan het telefoonnummer [nummer] (* [nummer] ). Dit telefoonnummer staat op naam van verdachte. [5] Verdachte heeft op de zitting verklaard dat * [nummer] zijn telefoonnummer is en dat hij de berichten van gebruikersnaam [gebruikersnaam] heeft verstuurd. [6]
In ‘ [appgroep 1] ’ zijn onder andere de volgende berichten verstuurd:
Op 7 november 2024:
Tijdstip
Afzender
Bericht
11:26 uur
‘.’
Ik zie 3 stuks lopen hier met die sjaal ah Spuistraat
11:27 uur
‘ [afzender 1] ’
Spuug op ze
11:26 uur
‘ [afzender 2]
Steen op ze hood
11: 26 uur
[gebruikersnaam]
Knal ze neer
(..)
15:08 uur
[afzender 3]
Moskee taibah Word er gezegd Nu
15:08 uur
[gebruikersnaam]
Ben je gek ofz
15:08 uur
‘ [afzender 4] ’
Steen op hood
15:08 uur
[gebruikersnaam]
Verzamelen bij moskee
(..)
21:46 uur
[gebruikersnaam]
Waar is iedereen
21:07 uur
[gebruikersnaam]
We zijn onderweg
21:53 uur
[gebruikersnaam]
Waar is iedereen
22:27 uur
[gebruikersnaam]
Waar is iedereen
22:48 uur
‘.’
[appgroep 1] pspspspspspspspspspspsps
Uitnodiging voor groepschat
[link]
nieuwe link boys
Op 8 november 2024:
01:47 uur
[gebruikersnaam]
Zijn er nog ergens joden
01:49 uur
‘ [afzender 5] ’
Waar zijn joden
Meld adres we komen met ze alle
01:51 uur
[afzender 6]
*Stuurt video van 4 seconden*
01:51 uur
[afzender 6]
Boys ze zitte hier
01:51 uur
[gebruikersnaam]
Waar
01:51 uur
[afzender 6]
Check video
01:52 uur
[afzender 6]
Nh
01:52 uur
[gebruikersnaam]
Leidse?
(..)
02:11 uur
‘ [afzender 7] ’
HIER HEEN BOYS
02:11 uur
‘ [afzender 7] ’
*stuurt locatie*
02:11 uur
[gebruikersnaam]
Waar
02:11 uur
‘ [afzender 7] ’
ALLEMAAL HIER HEEN KOMEN
02:11 uur
‘ [afzender 7] ’
SNEL SNEL SNEL
02:11 uur
‘ [afzender 7] ’
ZE STAPPEN ZO DIE BUS UIT
02:12 uur
‘ [afzender 7] ’
KK JODEN ZITTEN IN DIE HUS
02:12 uur
‘ [afzender 7] ’
‘stuurt video van 3 seconden vanuit auto. Is een
straat te zien en verschillende bussen en auto's*
Rozengracht einde is die kk zionisten bus !!
02:12 uur
‘ [afzender 8] ’
HEREN SNELL VERZAMELEN HIER!!!
02:12 uur
[gebruikersnaam]
Onderweg
02:15 uur
‘ [afzender 9] ’
Gaan jullie komen of niet
02:15 uur
[gebruikersnaam]
We zijn onderweg [7]
(..)
02:45 uur
[gebruikersnaam]
*Deelt zijn locatie, buurt de Burgwallen-Nieuwe Zijde* [8]
02:45 uur
‘S’
*deelt locatie*
Hier is die bus
Van die joden
(..)
03:03 uur
[gebruikersnaam]
Klappen gegeven en ze tellie afgepakt
03:03 uur
[afzender 6]
Bouchansss
03:03 uur
‘.’
soldaat
(..)
03:06 uur
[gebruikersnaam]
Insha allah zijn er doden gevallen bij de Jode
(..)
03:14 uur
[gebruikersnaam]
Hahaha ik wou paspoort meenemen maar die had die
niet
03:16 uur
‘ [afzender 10] ’
Heb je em behda goeie chladda gegeve?
03:16 uur
[gebruikersnaam]
Hij stond niet meer op
Ko
(..)
03:53 uur
[gebruikersnaam]
Zijn er nog ergens shen joden?
(..)
03:56 uur
[gebruikersnaam]
Kkk laffe honden
03:57 uur
[gebruikersnaam]
Zijn er geen joden dood gegaan ofz of gestoken
Kritieke toestand op ic [9]
(..)
04:07 uur
[gebruikersnaam]
Laffe kk joden [10]
(..)
04:18 uur
[gebruikersnaam]
Ik ben nog actief
04:18 uur
[gebruikersnaam]
Deze kans krijg ik miss nooit meer
Om kk joden te slaan jerusalem [11]
(..)
04:24 uur
[gebruikersnaam]
*deelt een foto van zijn scherm waarop hij een link stuurt van een TikTokvideo*
Als die op die link klikt maakt die selfie van ze tell [12]
04:26 uur
[gebruikersnaam]
Ff kijken of die hapt
04:27 uur
‘ [afzender 11] ’
Daarom boys goed je tellie beveiliging altijd
cameratoegan blokkeren en microfoon
04:27 uur
‘ [afzender 11] ’
Altijd locatie uitzetten tenzij voor maps
04:28 uur
[gebruikersnaam]
Je moet de routes uitje hoofd leren
04:29 uur
‘ [afzender 12] ’
Als ze je willen hebben
Wollahte ze pakken je
Ookal heb je Motorola
04:29 uur
[gebruikersnaam]
Ja signaal van Tellie pakken ze je via zendmast
(..)
04:34 uur
[gebruikersnaam]
Stuur die joden die link a.u.b
Ik krijg dan foto en ip
04:35 uur
‘ [afzender 13] ’
Ik ga hem sturen in joodse telegram groep
Deel de link
04:36 uur
[gebruikersnaam]
Jaa doe
Ik ga die link delen maar niet zelf klikken
Laat alleen die joden klikken
[link]
Niet klikken alleen naar Joden sturen [13]
(..)
04:39 uur
[gebruikersnaam]
Stuur die link
We gaan ze verasse
04:40 uur
‘ [afzender 14] ’
R
[nummer]
[link]
Dit is die link toch
04:39 uur
[gebruikersnaam]
Ja
04:41 uur
‘ [afzender 14] ’
Heb hem gestuurd
04:42 uur
[gebruikersnaam]
Wie is deze hond
04:43 uur
‘ [afzender 14] ’
[link]
Dit is ze profiel
Facebook
Is een jood was ook op dam vandaag stuurt me video’s
van mensen die worden vermoord in Gaza etc weld
kehba
5.3.2.
Feit 1: het medeplegen van hulp bij geweldpleging
5.3.2.1.
Juridisch kader
Artikel 141a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) luidt als volgt:
“Hij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft tot het plegen van geweld tegen personen of goederen wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.”
Artikel 141a Sr is ingevoerd om te kunnen optreden tegen groepen (voetbal)vandalen die elkaar opzoeken voor een gewelddadig treffen, zonder dat daartegen effectief kan worden opgetreden, aangezien dergelijk treffen vaak kort van tevoren wordt afgesproken. Daarmee zou een doeltreffende aanpak van in het bijzonder voetbalvandalisme worden belemmerd. Met de bepaling wordt voorzien in een generieke strafbepaling en is het niet nodig dergelijk gedrag via de complexere weg van bijvoorbeeld artikel 46a Sr (poging tot uitlokking) aan te pakken. De veronderstelling is dat de strafrechtelijke aanpak (en de kans op veroordeling) van dergelijk gedrag daarmee wordt vereenvoudigd. De bepaling geeft een aanvulling op artikel 46 Sr (voorbereidingshandelingen van een misdrijf) en artikel 141 Sr (openlijke geweldpleging). De geweldpleging hoeft nog niet te zijn begaan. Ook hoeft van fysieke voorbereidingshandelingen nog geen sprake te zijn. [14]
Onder de bestanddelen gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen wordt in ieder geval verstaan het via digitale communicatie bij elkaar oproepen tot een ontmoeting op een bepaalde plaats en tijd en het opzettelijk voorhanden hebben van voorwerpen. Aannemelijk is dat met de bestanddelen gelegenheid, middelen of inlichtingen aansluiting wordt gezocht bij artikel 48 Sr (medeplichtigheid), zij het dat het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen er niet primair toe strekt om te bewegen tot het plegen van geweld. Het gaat erom dat met het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen iemand op het kwade pad kan worden gebracht. [15]
5.3.2.2.
Oordeel van de rechtbank
Op grond van de inhoud van de berichten en de context waarin deze berichten zijn verstuurd, zoals hierboven weergegeven, stelt de rechtbank vast dat verdachte in ‘ [appgroep 1] ’ opzettelijk inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen van Joodse komaf en/of aanhangers van Maccabi Tel Aviv. Zo heeft hij in ‘ [appgroep 1] ’ gevraagd of er nog ergens Joden zijn. Toen andere deelnemers in ‘ [appgroep 1] ’ opriepen om te verzamelen omdat die “kk joden” zo de bus uit zouden stappen, stuurde verdachte dat hij onderweg was. Toen vervolgens werd gevraagd of ze zouden komen, stuurde verdachte nogmaals: “We zijn onderweg”. Verdachte heeft zijn eigen locatie in het centrum van Amsterdam gedeeld, waarna iemand anders een locatie stuurde en daarbij zei dat daar “die bus van die Joden” is. Ook heeft verdachte gezegd dat hij iemand klappen heeft gegeven, dat hij “nog actief” is, dat mensen routes uit hun hoofd moeten leren en dat hij deze kans om Joden te slaan misschien nooit meer krijgt. Verder heeft verdachte een link verstuurd en tegen de deelnemers van de groep en gezegd dat zij die link moeten sturen naar ‘die Joden’, omdat hij dan hun foto’s en het IP-adressen kon achterhalen. De rechtbank is van oordeel dat deze informatie-uitwisseling tot openlijk geweld zou kunnen leiden. Er wordt immers gesproken over geweld dat moet worden gebruikt tegen Joden. Zoals hiervoor al is overwogen is voor een bewezenverklaring niet vereist dat naar aanleiding van de berichten daadwerkelijk geweld heeft plaatsgevonden.
Verdachte heeft door op de hiervoor beschreven wijze deel te nemen aan de WhatsAppgroep ‘ [appgroep 1] ’ nauw en bewust samengewerkt met andere deelnemers in die groep. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat feit 1 kan worden bewezen.
5.3.3.
Feit 2: groepsbelediging
De rechtbank stelt voorop dat een uitlating als beledigend kan worden beschouwd wanneer deze de strekking heeft een ander bij het publiek in een ongunstig daglicht te stellen en hem aan te randen in zijn eer en goede naam. Dat betekent dat onder het zich beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras of godsdienst, als bedoeld in artikel 137c lid 1 Sr, moet worden verstaan het zich nodeloos krenkend uitlaten over een groep mensen omdat die groep van een bepaald ras is of een bepaalde godsdienst aanhangt. Het gaat er daarbij om dat men de mensen, die tot de groep behoren, collectief treft in wat voor die groep kenmerkend is, namelijk hun ras of godsdienst, en men hen beledigt juist omdat zij tot dat ras behoren of die godsdienst aanhangen. Vereist is dat de uitlating onmiskenbaar betrekking heeft op een bepaalde groep mensen die door hun ras of godsdienst wordt gekenmerkt en zich daardoor onderscheidt van anderen. Het oordeel of daarvan sprake is, zal bij een uitlating die in het algemeen op zichzelf niet beledigend is, afhangen van de context waarin de uitlating is gedaan.
De rechtbank stelt op grond van de in paragraaf 5.3.1 genoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte in de WhatsAppgroep ‘ [appgroep 1] ’ de berichten
“Insha allah zijn er doden gevallen bij de Jode”,
“Laffe kk joden”en
“Deze kans krijg ik miss nooit meer. Om kk joden te slaan jerusalem”heeft verstuurd. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze uitlatingen, mede gezien de context waarin deze zijn gedaan, beledigend voor een groep mensen, te weten Joden, wegens hun ras en/of godsdienst.
Voor bewezenverklaring van groepsbelediging als bedoeld in artikel 137c Sr moet verder vast komen te staan dat de beledigende uitlatingen in het openbaar zijn gedaan. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad [16] volgt dat de volgende omstandigheden van belang zijn bij de vraag of sprake is van openbaarheid:
de omvang van de kring van personen tegenover wie de uitlating is gedaan;
de functie of hoedanigheid van degene tegenover wie de uitlating is gedaan;
het ontbreken van voorafgaande betrokkenheid van degene tegenover wie de uitlating is gedaan bij degene die de uitlating doet;
de mate waarin aan de uitlating door inhoud of vormgeving kenbaar een min of meer vertrouwelijk karakter moet worden ontzegd;
de mate waarin de uitlating geëigend is om aan de inhoud daarvan bekendheid te geven buiten de kring van personen tot wie de uitlating rechtstreeks is gericht;
de mate waarin de uitlating door de wijze waarop zij is gedaan - mondeling, bij brief, per e-mail, door plaatsing op een voor anderen toegankelijke site of anderszins - vatbaar is voor kennisneming door anderen dan de rechtstreeks geadresseerde, en
de kans dat de inhoud van de uitlating ter kennis komt van anderen dan degenen tot wie de uitlating rechtstreeks is gericht.
De rechtbank overweegt dat verdachte de uitlatingen heeft gedaan in de WhatsAppgroep ‘ [appgroep 1] ’. Dit betrof een WhatsAppgroep waar men makkelijk aan kon deelnemen: door simpelweg op een link te klikken werd toegang tot de groep verleend en deze link werd kennelijk rondgestuurd in andere WhatsAppgroepen. ‘ [appgroep 1] ’ bestond op het moment van veiligstellen uit 966 deelnemers. Verdachte heeft zich in deze groep tegenover willekeurige personen geuit die hij niet kende. Deze uitlatingen zijn choquerend en van vertrouwelijkheid was geen sprake. Gezien het aantal deelnemers in ‘ [appgroep 1] ’ was de kans dat de uitlatingen ter kennis kwamen van anderen dan de personen in de groep, aanzienlijk. De rechtbank is daarom van oordeel dat de uitlatingen van verdachte in het openbaar zijn gedaan.
De rechtbank komt tot de conclusie dat feit 2 kan worden bewezen.

6.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 5.3 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 7 november 2024 tot en met 8 november 2024 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen en/of goederen door deel te nemen aan de Whatsappgroep ' [appgroep 1] ' en berichten te sturen/verzenden waarin hij, verdachte, - zakelijk weergegeven -
- vraagt waar alle deelnemers van bovengenoemde Whatsappgroep zijn en oproept tot samenkomst,
- locaties verzoekt van andere deelnemers van de appgroep en locaties verzoekt waar ‘Joden’ zich bevinden,
- zijn eigen locatie deelt en,
- vertelt over het door hemzelf gepleegde geweld (en dat het slachtoffer niet meer op stond),
- aangeeft dat hij nog "actief" is en dat hij deze kans om 'kk joden' te slaan misschien nooit meer krijgt,
- een link stuurt naar deelnemers van de WhatsAppgroep, met het verzoek deze te verspreiden naar 'die Joden', zodat hij op deze wijze een foto en het IP-adres van de beoogde slachtoffers kan achterhalen en
- zegt tegen andere deelnemers dat ze routes uit hun hoofd moeten leren
ten behoeve van het gezamenlijk plegen van geweld en/of mishandelingen gericht tegen personen van Joodse komaf en/of aanhangers van de Israëlische voetbalclub Maccabi Tel Aviv;
2.
op 8 november 2024 in Nederland, zich in het openbaar bij geschrift opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen, te weten Joden, wegens hun ras en/of godsdienst, door in een WhatsApp groepschat, (genaamd ‘ [appgroep 1] ’) de volgende uitingen te doen:
- "Insha allah zijn er doden gevallen bij de Jode",
- "Laffe kk joden" en
- "Deze kans krijg ik miss nooit meer [...] om kk joden te slaan jerusalem".

7.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

8.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

9.Motivering van de straf

9.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
9.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een geweldsmisdrijf en groepsbelediging en dat hij in de afgelopen jaren niet in aanraking is gekomen met politie of justitie. Verdachte heeft zijn leven op de rit. Een straf gelijk aan het voorarrest, al dan niet met een voorwaardelijke taakstraf, is volgens de verdediging passend.
9.3.
Oordeel van de rechtbank
Algemene overweging
Zowel voor als na de wedstrijd van Ajax tegen Maccabi Tel Aviv hebben op diverse locaties in Amsterdam ernstige ongeregeldheden plaatsgevonden, waaronder de belaging en mishandeling van aanhangers van deze Israëlische voetbalclub. Naast deze publieke ongeregeldheden, zijn in een grote WhatsAppgroep van meer dan 900 leden (bekend als de [appgroep 1] ) beledigende teksten geuit over Joden en werd er opgeroepen tot geweld tegen Maccabi-supporters. Er zijn veel camerabeelden beschikbaar waaruit blijkt dat Maccabi-supporters werden geconfronteerd met grof geweld. Ook blijkt uit beelden dat er Palestijnse vlaggen door Maccabi-aanhangers van gevels zijn gescheurd en dat er beledigende leuzen en liederen werden gescandeerd gericht tegen ‘Arabieren’. Dit lijkt de al bestaande boosheid en frustratie over de huidige situatie in Israël en Palestina te hebben aangewakkerd.
Al deze elementen tezamen lijken er toe te hebben bijgedragen dat op ongekende wijze de vlam in de pan is geslagen. De gebeurtenissen hebben in binnen- en buitenland dan ook een grote schok teweeggebracht.
De rechtbank heeft bij de beoordeling van de verdenkingen uiteraard oog voor de context waarin de feiten zich hebben afgespeeld, maar benadrukt dat deze context geen enkele rechtvaardiging biedt voor het oproepen tot en gebruiken van fysiek geweld tegen de Israëlische supporters die te gast waren in Amsterdam voor een voetbalwedstrijd. Evenmin rechtvaardigt het de beledigingen die zijn geuit.
Naast de gewelddadigheden van de groep waar de verdachte al dan niet aan heeft bijgedragen heeft de rechtbank ook gekeken naar de specifieke rol die een bepaalde verdachte heeft gehad ten aanzien van het geweld en of hij daarbij behulpzaam is geweest.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan hulp bij geweldpleging, door deel te nemen aan de WhatsAppgroep ‘ [appgroep 1] ’ en daarin inlichtingen te verschaffen tot het plegen van geweld tegen personen van Joodse komaf en/of supporters van Maccabi Tel Aviv. Verdachte heeft onder andere gevraagd of er nog ergens Joden waren en gezegd dat de deelnemers in de groep routes uit hun hoofd moesten leren. Ook heeft hij een link in de groep doorgestuurd die de deelnemers moesten verspreiden zodat foto’s en IP-adressen van beoogde slachtoffers konden worden achterhaald. De rechtbank neemt verdachte kwalijk dat hij met zijn berichten bewust heeft bijgedragen aan het verhogen van (mogelijk) gevaarzettend gedrag jegens de (beoogde) slachtoffers.
Daarnaast heeft verdachte zich in het openbaar beledigend uitgelaten over personen wegens hun ras en godsdienst, door in de WhatsAppgroep ‘ [appgroep 1] ’ onder andere de berichten “laffe kk joden” en “Deze kans krijg ik miss nooit meer. Om kk joden te slaan jerusalem” te sturen. De verdachte heeft daarmee aangezet tot onverdraagzaamheid en zich schuldig gemaakt aan groepsbelediging.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 28 november 2024. Hieruit blijkt onder meer dat hij in 2020 is veroordeeld voor het medeplegen van mishandeling. Deze veroordeling heeft hem er niet van weerhouden onderhavige feiten te plegen.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport van 10 december 2024. Hierin wordt geadviseerd om bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen. De reclassering ziet geen noodzaak om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag van verdachte te veranderen.
Strafoplegging
De rechtbank overweegt dat voor soortgelijke feiten doorgaans taakstraffen worden opgelegd. Gelet op de ernst van de feiten en de context waarin deze zich hebben afgespeeld, zoals hierboven weergegeven, is de rechtbank echter van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 10 weken met aftrek van voorarrest passend en geboden is.

10.Beslag

Onder verdachte is een iPhone (goednummer 6579979) in beslag genomen. Nu met behulp van dit voorwerp het onder 1 en 2 bewezen geachte is begaan, wordt dit voorwerp verbeurdverklaard.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 47, 57, 137c en 141a van het Wetboek van Strafrecht.

12.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 6is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
medeplegen van opzettelijk middelen en inlichtingen verschaffen tot het plegen van geweld tegen personen of goederen;
Ten aanzien van feit 2:
zich in het openbaar, bij geschrift, opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras en hun godsdienst.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
10 (tien) weken.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd: de iPhone met goednummer 6579979.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.M. Berkhout, voorzitter,
mrs. G. Oldekamp en M. Vaandrager, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. van Gerven, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 december 2024.

Voetnoten

1.Vgl. HR 19 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:80.
2.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen
3.PV bevindingen met nummer 2024267620, code 20156544, p. 16 t/m 18 pv vgl.
4.PV bevindingen met nummer 2024267620, code 20171329, p. 19 (onderste alinea) en 20 pv vgl (onder kopje ‘ [naam 1] ’).
5.PV bevindingen met documentcode 20277703, contextpv berichten p. 1 (onder kopje ‘ [naam 2] ).
6.Verklaring van verdachte op de zitting van 11 december 2024, zoals neergelegd in het proces-verbaal van die zitting.
7.PV bevindingen, code 20277703, p. 1 t/m 3 contextpv berichten (bovenaan)
8.PV bevindingen met nummer 2024267620, code 20164050, p. 9 pv vgl (onderaan)
9.PV bevindingen, code 20277703, p. 3 contextpv berichten (onderaan) t/m 5 (midden).
10.PV bevindingen met nummer 2024267620, code 20164050, p. 12 pv vgl.
11.PV bevindingen, code 20277703, p. 7 (onderaan) en 8 contextpv berichten (bovenaan).
12.PV bevindingen met nummer 2024267620, code 20164050, p. 13 pv vgl (midden).
13.PV bevindingen, code 20277703, p. 9 contextpv berichten.
14.Ten Voorde, in:
15.Ten Voorde, in:
16.HR 22 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:952.