Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Radom, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
the European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(hierna: CPT) van 22 februari 2024 over de detentieomstandigheden in Poolse detentie-instellingen.
remand regimein Polen terechtkomen. Het onderzoek is heropend en geschorst om via de officier van justitie nadere vragen te stellen aan de Poolse autoriteiten over de detentieomstandigheden na overlevering in het concrete geval van de opgeëiste persoon. De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de OLW uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd (artikel 22, vijfde lid (oud), OLW), onder gelijktijdige verlenging van de (geschorste) gevangenhouding (artikel 27, derde lid, OLW).
remand regimein Polen terechtkomen, voor de opgeëiste persoon niet is weggenomen, zodat de rechtbank er daarom van uitgaat dat er voor de opgeëiste persoon een individueel gevaar van schending van zijn grondrechten bestaat als de overlevering zou worden toegestaan. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en geschorst, en de beslissing over de overlevering aangehouden op grond van artikel 11, tweede lid, OLW, waarbij een redelijke termijn van 30 dagen is vastgesteld, om na te gaan of bij wijziging van de omstandigheden het reële gevaar alsnog kan worden uitgesloten zoals bedoeld in artikel 11, vierde lid, OLW.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak van 6 maart 2024
4.Artikel 11 OLW: Poolse detentieomstandigheden
5.Toepasselijke artikelen
6.Beslissing
NIET-ONTVANKELIJKin de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.