In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 oktober 2024 een tussenuitspraak gedaan in het kader van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Heilbronn in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1984, die wordt gezocht voor strafvervolging in Duitsland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op verschillende momenten geschorst en heropend, waarbij zij in dialoog is getreden met de uitvaardigende justitiële autoriteit en deskundigen heeft benoemd om de zorg voor de minderjarige dochter van de opgeëiste persoon te onderzoeken. De rechtbank heeft op 10 november 2023 en 7 juni 2024 tussenuitspaken gewezen, waarbij zij de noodzaak van deskundigenonderzoek heeft benadrukt. De rechtbank is voornemens om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, en heeft partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten hierover kenbaar te maken. De rechtbank heeft het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst en zal op 31 januari 2025 een verwijzingsuitspraak doen.