In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 10 november 2023, wordt een Europees aanhoudingsbevel (EAB) behandeld dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Heilbronn in Duitsland. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1984, die wordt verdacht van strafbare feiten in Duitsland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op verschillende zittingen besproken, waarbij de belangen van de minderjarige dochter van de opgeëiste persoon centraal staan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke termijn voor een beslissing op het overleveringsverzoek is verstreken, maar dat dit de verplichting om te beslissen niet opheft. De rechtbank heeft eerder een tussenuitspraak gedaan waarin het onderzoek werd geschorst om nadere informatie van de verdediging te verkrijgen.
De verdediging heeft medische rapporten overgelegd waaruit blijkt dat de opgeëiste persoon de primaire verzorger van zijn dochter is, die lijdt aan ernstige gezondheidsproblemen. De rechtbank overweegt dat de belangen van het kind, zoals vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de EU, een belangrijke rol spelen in de beoordeling van de overlevering. De rechtbank heeft besloten om een rechterlijke dialoog aan te gaan met de uitvaardigende justitiële autoriteit in Duitsland om te onderzoeken of er alternatieven voor de overlevering mogelijk zijn, zoals de overdracht van de strafvervolging aan Nederland. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en geschorst voor onbepaalde tijd, met de verwachting dat de zaak over vier maanden opnieuw op zitting zal worden gebracht.