Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court of Zamość, Second Penal Division(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
13 november 2024, in aanwezigheid van mr. A. Keulers, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door haar raadsman, mr. S.J. van der Woude, advocaat in Amsterdam, en door een tolk in de Poolse taal.
3.Tussenuitspraak
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
3 september 2019 nader verhoord vanwege een wijziging in de tenlastelegging. Dit strookt met de verklaring van de opgeëiste persoon op de zitting van 23 oktober 2024 dat zij ook is verhoord over feit II. Bij laatstgenoemd verhoor heeft zij haar adres opgegeven en een adresinstructie ontvangen, waarbij zij is gewezen op haar verplichting om elke adreswijziging door te geven aan de Poolse autoriteiten. De opgeëiste persoon is er ook op gewezen dat het niet voldoen aan deze verplichting kan betekenen dat berechting in haar afwezigheid plaats kan vinden. Als laatst op 6 september 2019 heeft de opgeëiste persoon per brief haar adres aan de Poolse autoriteiten doorgegeven (hetzelfde adres dat zij bij haar verhoor op
3 september 2019 had opgegeven). De mondelinge wijziging van haar adres naar een hotelkamer in Polen op 14 november 2019 (genoemd in de aanvullende informatie van
4 oktober 2024) is geen geldige adreswijziging nu deze niet schriftelijk is geschied.
II K 1130/19zijn verstuurd naar het door de opgeëiste persoon op 6 september 2019 opgegeven adres. De oproepingen zijn door haar niet in ontvangst genomen en zijn nadien ook niet opgehaald bij het postkantoor. De opgeëiste persoon heeft klaarblijkelijk geen verdere adreswijzigingen doorgegeven aan de Poolse autoriteiten, ook niet nadat zij naar Nederland is vertrokken.
II K 1130/19af van weigering op grond van artikel 12 OLW. Gelet op dit oordeel ziet de rechtbank geen reden om nogmaals aanvullende vragen te stellen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit, zoals verzocht door de raadsman.
II K 1130/19aan de opgeëiste persoon opgelegde vrijheidsstraf is aanvankelijk in voorwaardelijke vorm aan de opgeëiste persoon opgelegd. Bij beslissing van
the Regional Court of Hrubiesowvan 8 september 2021 met referentie
II Ko 6475/21is de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke vrijheidsstraf bevolen. De reden voor het alsnog tenuitvoerleggen van de straf is dat de opgeëiste persoon zich heeft onttrokken aan het toezicht van de reclassering. De beslissing tot tenuitvoerlegging van
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court of Zamość, Second Penal Division(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.