Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
5 juli 2022 door
the Regional Court of Toruń(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
30 dagen verlengd. [2]
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgment of the District Court in Chełmnovan 1 oktober 2019 met referentie
II K 129/19. Uit het EAB onder d) en de aanvullende informatie van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 27 september en 4 oktober 2024 volgt dat er in hoger beroep ook een procedure heeft plaatsgevonden, resulterend in een arrest van
the Regional Court in Toruńvan 13 augustus 2020 met kenmerk
IX Ka 895/19.
24 dagen. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde arrest.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
the Regional Court in Toruńmet kenmerk
IX Ka 895/19getoetst te worden aan artikel 12 OLW. Ten aanzien van deze procedure geldt dat de opgeëiste persoon niet in persoon is verschenen, dat geen sprake is van één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden en dat evenmin een garantie als bedoeld in artikel 12, sub d, OLW is verstrekt.
5.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
7.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
8.Aanhoudingsverzoek
remand prisons(het Poolse voorlopige hechtenis-regime).
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsbepalingen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court of Toruń(Polen) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.